welkom
extra
Solidariteit

De dubieuze weg naar het oranje koningschap

Machtswisseling in 1813

Harry Peer

Foto gedenksteen
Volkerenslag Leipzig 1813, foto Harry Peer, augustus 2013

Eind november/begin december 1813 vond er een plotselinge, bijzondere machtswisseling plaats in Nederland. Van een departement van het Franse keizerrijk werden we ineens een koninkrijk onder de Oranjes. Napoleon had medio oktober 1813 het onderspit gedolven in de Volkerenslag bij Leipzig.

Napoleon stond al zwak na zijn smadelijke terugtocht uit Rusland in 1812. De Pruisen, Russen, Oostenrijkers en Zweden slaagden er een jaar later bij Leipzig in de door Napoleon bij elkaar gesprokkelde nieuwe legereenheden te verslaan. Bij de strijd waren ruim 600.000 soldaten betrokken. Het was daarmee de grootste veldslag in Europa vóór de Eerste Wereldoorlog. Meer dan 100.000 soldaten kwamen om.

Tegenvoeters van Willem I

Het was de genadeslag voor Napoleon. Kort daarop moest hij aftreden en werd de eens zo machtige en bejubelde keizer verbannen naar Elba. Als één van de weinigen uit de bestuurlijke elite was de aristocraat Gijsbert Karel van Hogendorp de Oranjes in al die jaren trouw gebleven. Noodgedwongen op de achtergrond, maar met voldoende tijd om een concept grondwet te schrijven. Tweehonderd jaar later een terugblik op de vestiging van het Koninkrijk der Nederlanden. Wat is symboliek?
Nog niet zo lang geleden speelde Huub Stapel voor Napoleon tijdens diens laatste dagen. Op zaterdag 30 november zal de grote acteur op een vissersboot komen aanvaren en op het strand van Scheveningen aan wal komen als prins Willem Frederik. Koning Willem-Alexander zal hem dan in de ogen kijken en de hand schudden, ongetwijfeld denkend aan zijn verre voorvader aan wie hij zijn positie als staatshoofd te danken heeft. Een paar dagen na zijn landing in Scheveningen op 30 november 1813 ging er een droom voor de 41-jarige prins in vervulling.
In januari 1795 was de hele familie Oranje-Nassau (waaronder Willem Frederik met zijn echtgenote en tweejarig zoontje) naar Engeland gevlucht, bang voor de Franse revolutionaire legers. De patriotten keerden zegevierend terug na acht jaar in ballingschap in Frankrijk te hebben geleefd. Wilhelmina van Pruisen, de moeder van de prins, had in 1787 de roep om democratisering van de patriotten gesmoord met behulp van een leger met 20.000 soldaten van haar broer Frederik de Grote, koning van Pruisen. Duizenden vooraanstaande burgers werden gedwongen in allerijl huis en haard te verlaten en uit te wijken naar het buitenland, met name Frankrijk. De Nederlanders die zich in dat land vestigden, zouden de Franse revolutie meemaken, er soms zelf aan deelnemen. Enkele talentvolle figuren bereikten zelfs hoge posities, voorafgaand aan en ten tijde van Napoleon. Tegenvoeters van Willem I, zo u wilt. Onlangs maakte ik met hen kennis in Parijs.

Portret en beschrijving Jan Willem de Winter

Jan Willem (Jean-Guillaume) de Winter (1761-1812) is zo iemand. Hij bracht het tot brigadegeneraal van het Franse leger ten tijde van de revolutie en daarna tot Bataafs admiraal. Hij is drager, grootofficier van het Légion d’honneur en zijn gebalsemde lichaam is geplaatst in het Pantheon in Parijs, vlakbij dat van beroemde Fransen als de filosofen Jean-Jacques Rousseau en Francois Marie Voltaire, de schrijvers Émile Zola, Victor Hugo en Alexander Dumas en de grote socialistenleider Jean Jaurès. Een tweede tegenvoeter is Carel Hendrik Ver Huell (1764-1845), hij maakte zich vanaf 1803 verdienstelijk voor de Fransen. Van een Nederlands werd hij een Frans vlootvoogd, admiraal, politicus en lid van de Franse senaat. Ver Huells naam staat vermeld op de Arc de Triomphe in Parijs als één van de 558 generaals van Napoleon.

Van dolende prins tot autoritaire koning

Met militaire ondersteuning van zijn zwager kon stadhouder Willem V zich tot 1795 in zijn positie handhaven. Daar ging natuurlijk weinig moreel en effectief gezag vanuit. Met hoeveel recht zou zijn oudste zoon het stadhouderschap eventueel nog kunnen claimen?
De stadhouder stierf in ballingschap. Willem Frederik zwierf rond in Groot-Brittannië en Duitsland met als inzet zijn Duitse bezittingen te kunnen behouden. Daarbij schuwde de dolende prins niet om in het gevlei te komen bij Napoleon, wanneer de politieke verhoudingen dat nodig maakten. Willem Frederik kreeg eind november 1813, dankzij Gijsbert Karel van Hogendorp die hem naar Nederland haalde, onverwacht een troon in zijn schoot geworpen. Dat maakte zijn positie sterker dan die voorheen van de stadhouders ooit was geweest. De restauratiebeweging in Europa en het Congres van Wenen gaven daar de ruimte voor.
Vanaf 1795 was er zoveel gebeurd op politiek en militair vlak in Europa en Nederland dat de Oranjes alle hoop moeten hebben zien vervliegen ooit nog te kunnen terugkeren, laat staan een vooraanstaande rol te kunnen spelen zoals in de vroegere Republiek der Zeven Provinciën. Een Nederland wat van de Bataafse Republiek met een uiterst moderne grondwet een koninkrijk werd onder Lodewijk Napoleon in 1806 en tenslotte in 1810 ingelijfd bij Frankrijk. De gedachte aan de dubieuze manier waarop de stadhouder zich tot de komst van de Fransen had weten te handhaven, zal door zijn dominante weduwe en twee zoons en dochter zijn weggedrukt. De prins ging aan de slag als koning Willem I, Nederlands eerste Oranjekoning.

Al eerder zijn in een artikel in Solidariteit enige kanttekeningen geplaatst bij het karakter, het functioneren en de prestaties van deze koopman-koning. 1 Hier ter afronding twee wat cryptische karakteriseringen over hem door professor J.A. Bornewasser: "Met zijn merkwaardige mengeling van rechtlijnige denkpatronen en weifelmoedige gemoedstoestanden is Nederlands eerste nationale vorst toch meer een raadsel gebleven voor anderen dan dat hij een probleem is geweest voor zichzelf." En de koning is "een ononderbroken doorwerkende en onvermoeibaar doorzettende autocraat, die alles zelf wilde weten en beslissen, die zijn ministers bij toerbeurt in het ongewisse liet en voor verrassingen stelde (... )". 2


1 Harry Peer, Mythevorming schraagt monarchie. Solidariteit, 24 februari 2013, extra 218. (terug)
2 Coen Tamme (red.), Nassau en Oranje in de Nederlandse geschiedenis, p. 229. HoofdstukVII over Koning Willem I (pp. 229-277) door J.A. Bornewasser. Uitgeverij Scheffers, Utrecht 1996. (terug)