Geopolitieke en economische risico's
De val van de olieprijzen in 2014
Richard Heinberg 1
De olieprijs is sinds juni 2014 gehalveerd. Dat is een belangrijke ontwikkeling voor de olie-industrie en de wereldeconomie in het algemeen. Niemand weet echter precies hoe de industrie of de economie op de lange duur zal reageren. Omdat het einde van het jaar nadert, is het misschien een goed moment hierbij stil te staan.
Dat doen we met de volgende vragen: 1) Waarom gebeurt dit? 2) Wie wint en wie verliest op de korte termijn? 3) Wat is het effect op de olieproductie in 2015?
Waarom gebeurt dit?
Euan Mearns publiceerde een goede analyse van de val van de olieprijzen op zijn website (http://euanmearns.com/the-2014-oil-price-crash-explained). Samengevat: de vraag naar olie is door de economische crisis zwakker geworden, vooral in China, Japan en Europa. Ondertussen importeren de Verenigde Staten minder olie, omdat het interne aanbod stijgt. Dat laatste komt vrijwel volledig door de paniekerige ontwikkeling van nieuwe olievelden in slecht doorlatende grondlagen in North Dakota en Texas door middel van fracking ['kraken'], terwijl de vraag niet stijgt.
Als vraag en aanbod op de ruwe oliemarkt niet in overeenstemming zijn, is het gewoonlijk aan de grootste exporteur - Saoedi Arabië - om de productie aan te passen en de prijs te stabiliseren. Maar nu hebben de Saoedi geweigerd de productie te verminderen en verlaagden ze eenzijdig de prijs voor Aziatische klanten. De koninklijke Saoedische families willen blijkbaar lage prijzen. Er zijn speculaties dat ze Rusland en Iran willen straffen voor hun inmenging in Syrië en Irak. De lage prijzen zijn ook voordelig voor Riyad [hoofdstad Saoedi-Arabië], omdat de concurrentie gedeeltelijk om zeep wordt geholpen. De dure productie met frackingtechnieken, in de diepzee of uit teerzanden in Noord Amerika, leidt nu tot zwaar verlies, waardoor het marktaandeel van de Saoedi stijgt.
De media verklaren de situatie uit een overvloed aan olie, maar de grote lijnen moeten niet uit het oog worden verloren: de wereldproductie van conventionele olie (exclusief aardgasvloeistof (NGL), diepzee, teerzanden en fracking) groeit sinds 2005 niet meer en neemt zelfs lichtelijk af. Al het nieuwe aanbod komt van duurdere (en milieuhygiënisch schadelijke) technieken, zoals fracking en teerzanden. Daarom waren de prijzen gedurende die periode extreem hoog (met uitzondering in de zwartste maanden van de crisis). Zelfs nu, na de prijsval, zijn de prijzen met 55 tot 60 dollar per vat een stuk hoger dan het 'hoge prijs scenario' dat de International Energy Agency tien jaar geleden voor 2014 verwachtte.
Samenvattend: De afgelopen tien jaar zijn de productiekosten voor de olie-industrie sterk gestegen, is de groei van het aanbod verminderd, is de kwaliteit van de gewonnen olie afgenomen en de prijs gestegen. Deze context ontbreekt in de meeste persverhalen over de prijsval en daarmee het begrip over de ontwikkeling. Als de oliemarkt nu wordt gekarakteriseerd door een overvloed, zegt dat alleen maar dat er meer aanbod dan vraag is tegen de huidige prijzen. Het zegt niets over een fundamentele of lange termijn overvloed van olieaanbod.
Wie wint en wie verliest op de korte termijn?
Gail Tverberg heeft in detail de meest waarschijnlijke gevolgen van de prijsval in kaart gebracht: http://www.resilience.org/stories/2014-12-09/ten-reasons-why-a-severe-drop-in-oil-prices-is-a-problem.
Voor de Verenigde Staten zijn er duidelijke en directe voordelen aan de lage prijzen. De automobilisten houden geld over dat ze aan kerstcadeaus kunnen uitgeven. Maar er zijn ook gevaren aan de prijsval, die toenemen naarmate de lage prijzen langer duren. De afgelopen vijf jaar heeft fracking significant bijgedragen aan de groei van de Amerikaanse economie, namelijk een aandeel van 300 tot 400 miljard dollar per jaar in het Bruto Nationaal Product. In staten met onconventionele oliewinning is het aantal banen behoorlijk gestegen, terwijl het elders in het land bleef kwakkelen.
De bloei van de winning van schalieolie lijkt het gevolg van hoge prijzen en gemakkelijke financiering. Doordat de staat de rente bijna op nul hield, konden horden kleine olie- en gasmaatschappijen enorme schulden maken om boormachines en platforms te huren en het dure frackingproces uit te voeren. In goede tijden is dit al een karige onderneming, met veel tussenhandelaren, creatieve financiers en zonder aantoonbare winst uit verkoop. Als de prijzen laag blijven, moeten deze bedrijven hun boringen verminderen en sommige zullen geheel verdwijnen.
De prijsval raakt Rusland sneller en harder dan enig ander land. Gedurende het grootste deel van het jaar is Rusland 's werelds grootste producent van olie en gas en dat is de belangrijkste inkomensbron. Als gevolg van de prijsval en de economische sancties door de Verenigde Staten is de roebel ineengestort. Op korte termijn kunnen de Russische olie- en gasbedrijven de klap enigszins opvangen: ze verdienen met verkoop in harde dollars en betalen hun kosten in roebels, waarvan de koers de afgelopen vijf maanden in waarde is gehalveerd. Maar voor de gemiddelde Rus en voor de nationale overheid zijn dit slechte tijden.
Het zou kunnen dat de prijsval van de olie een geopolitieke achtergrond heeft. De Verenigde Staten en Rusland zijn op een beperkt niveau in een strijd gewikkeld over de Oekraïne. Rusland is verontwaardigd over wat Poetin ziet als omsingeling door de NAVO en de pogingen om de Oekraïne uit zijn invloedssfeer te onttrekken. Washington wil op zijn beurt een wig drijven tussen Europa en Rusland om op lange termijn een economische integratie in Eurazië te voorkomen (dat zou namelijk de Amerikaanse status van 'enige supermacht' ondermijnen). Washington is ook van mening dat de inlijving van de Krim in strijd is met internationale afspraken.
Volgens sommigen is de prijsval het gevolg van druk vanuit de Verenigde Staten op Saoedi Arabië om de prijs op de oliemarkt te drukken, de Russische economie te raken en het Russische verzet tegen de omsingeling van de NAVO te breken. De schade aan de frackingindustrie in de Verenigde Staten wordt daarbij op de koop toe genomen. Rusland heeft, wellicht in reactie hierop, recentelijk de energie- en economiebanden met China aangehaald. De Saoedische korting voor de Chinezen wordt in dit licht verklaard als een Amerikaanse poging om via de OPEC (Organisatie van olie-exporterende landen) economische integratie van Eurazië te voorkomen.
Andere landen die met hoge prijzen net rond komen (Venezuela en Iran) staan ook op het lijstje van Amerikaanse vijanden en ondergaan ook een economische catastrofe door de lage prijzen. Maar de pijn is breed verdeeld: Nigeria moet de begroting voor volgend jaar herzien en de productie van olie in de Noordzee staat op het punt in te storten.
Met de snelle ontwikkelingen stijgen de economische en geopolitieke spanningen. Historisch gezien leidden dergelijke omstandigheden soms tot openlijke conflicten, maar een directe oorlog tussen de Verenigde Staten en Rusland is ondenkbaar door de nucleaire afschrikking.
Als er inderdaad sprake is van een door Amerika geleide geopolitieke samenzwering - maar dit is voornamelijk gebaseerd op speculatie - is er een aanzienlijk risico van economische terugslag. De prijsval van de olie prikt de frackingzeepbel met al zijn financiële constructies door en daarmee het herstel van de Amerikaanse economie. De ontslagen die volgen, tasten niet alleen de werkgelegenheid aan, maar ook het vertrouwen in de banken. Voor we het weten, is een nieuwe wereldwijde economische crisis geboren. Maar het is nog te vroeg voor voorspellingen, het voorgaande beschrijft alleen een mogelijk scenario. John Michael Greer schreef over deze mogelijke ontwikkelingen, zoals altijd onderhoudend en overtuigend, in: www.resilience.org http://www.resilience.org/stories/2014-12-18/deja-vu-all-over-again.
En wat is het effect op de olieproductie in 2015?
Er is ook wat goed nieuws voor de olie-industrie. De productiekosten zullen de komende maanden vrijwel zeker verminderen. Bedrijven zullen waar ze maar kunnen in de uitgaven hakken (pas op voor je hachje middelmanagement!) en de huurkosten van boormachines en platforms kelderen. Omdat de olieprijs de prijs van bijna alles beïnvloedt, nemen ook de logistiek- en transportkosten van de olie af. Producenten stoppen met investeren. Bedrijven zetten in op de goedkoopste (boorkosten) en meest productieve velden en zullen zich presenteren als nieuw: afgeslankt, gereorganiseerd, efficiënt en concurrerend. Maar de onderliggende reden van de stijgende kosten van de afgelopen tien jaar - de verminderde kwaliteit van de oude, bijna uitgeputte olievelden - is niet weggenomen. En de goedkoopste, meest productieve velden zijn beperkt in omvang en in aantal.
[...]
Hoe veel en hoe snel zal de olieproductie in de wereld dalen? Euan Mearns geeft drie scenario's. In het waarschijnlijkste scenario daalt volgens hem als gevolg van de prijsval de productie met in totaal 2 miljoen vaten per dag (op de 90 miljoen) gedurende de komende twee jaar.
We maken wellicht één van de historische ironieën mee: het begin van de onontkoombare, wereldwijde, voortdurende vermindering van de productie van vloeibare brandstoffen, niet door prijspieken zoals in 1973, 1979 of 2008, maar door een prijsval die door sommige mediagoeroes als het einde van peak-oil wordt geduid. Vanwege de economische en geopolitieke risico's van de prijsval klinken business-as-usual voorspellingen voor 2015 nogal hol.
|