Een verkennende vergelijking van Piketty en Marx
Meer verschil dan overeenkomst
Sjarrel Massop
Thomas Piketty noemt zijn studie 'Kapitaal in de 21ste eeuw'. Dit is onmiskenbaar een verwijzing naar het werk van Karl Marx die in 1867 met een vergelijkbare titel zijn beroemde werk presenteerde. Het boek van Piketty heeft snel furore gemaakt. De verklaring daarvoor is niet duidelijk, omdat het geen nieuwe trends bevat. Wellicht ligt het aan de titel, een reden temeer om een vergelijking tussen de twee economische grootheden, Marx en Piketty, voorzichtig te verkennen.
Vooropgesteld moet worden dat het werk van Piketty, in mijn bescheiden oordeel, groots is op economisch gebied. Echter, ik meen enige wezenlijke kritiekpunten te kunnen aanleveren die de betekenis van het boek kunnen relativeren. Daarvoor ben ik te rade gegaan bij Marx, de auteur van het andere Kapitaal.
Overeenkomsten
Een belangrijke overeenkomst van de 'twee kapitalen' is dat beide matadors terecht stellen dat het verschijnsel van het kapitalisme multidisciplinair benaderd moet worden. Het is niet louter een een economisch vraagstuk, Marx legt een grote nadruk op de politieke invalshoek. Piketty wijst op het belang de sociale en maatschappelijke kwestie van de ongelijkheid te benadrukken. Op beide gebieden, de sociologische en politieke benadering, leveren zij een belangrijke bijdrage aan de discussie over het kapitalisme als economisch systeem. Maar tussen de twee is terdege een kruisbestuiving mogelijk.
Ook methodologisch zijn ze vergelijkbaar te werk gegaan. Er is door Piketty een enorme hoeveelheid gegevens verzameld en veel empirisch onderzoek gedaan. Daarbij brengt hij terecht een relativering aan. Veel gegevens zijn indirect verkregen en het is moeilijk over een lange periode en veel landen bruikbaar vergelijkingsmateriaal te verzamelen. De analyse is er niet door verstoord, de ontwikkelingen zijn helder beschreven. Marx heeft ook altijd benadrukt dat het uit wetenschappelijk oogpunt van belang is theorie en empirie aan elkaar te verbinden.
Definitie kapitaal
Tussen de analyse van Marx en Piketty bestaan echter essentiële verschillen. Hier aandacht voor zowel het geanalyseerde probleem als de geboden oplossing.
Allereerst de definitie van kapitaal. Piketty schrijft dat er belangrijke redenen zijn om menselijk kapitaal uit te sluiten van die definitie. (p. 46) De duidelijkste reden vindt hij dat het menselijk kapitaal niet in bezit kan zijn van iemand anders of verhandeld kan worden op een markt. Dit is sterk in tegenspraak met de opvatting van Marx over het kapitaal. Zijn redenering is dat de arbeid inderdaad vrij is en dat de arbeidskracht zijn 'waar' arbeid vrij verhandelt op de arbeidsmarkt. De koper, de kapitalist, koopt het vermogen van de arbeider om arbeid te verrichten om deze in te zetten in het productieproces.
Marx onderscheidt het constante en het variabele deel van het kapitaal. Daarbij wordt het variabele deel, de levende arbeid, ingezet in het kapitalistische productieproces om het waardevormingsproces (valorisering) gestalte te geven. In dat productieproces verandert de grondstof in een gebruikswaar of ruilwaarde, waarvan de waarde door de verrichte arbeid groter is dan de oorspronkelijk waarde,. Dit is de oorspronkelijke accumulatie van het kapitaal.
Piketty veronachtzaamt dit aspect en beoogt daarmee het kapitaal een objectieve betekenis te geven. De gedachte is dat kapitaal kan groeien zonder tussenkomst van menselijke arbeid. Dit is ook de belangrijkste conclusie. In zijn woorden:
"De principieel destabiliserende kracht heeft te maken met het feit dat het private rendement van het kapitaal gedurende lange perioden groter kan zijn dan de groeivoet van inkomen en output. Deze ongelijkheid houdt in dat de in het verleden geaccumuleerde welvaart sneller groeit dan de output en lonen. Deze ongelijkheid drukt een fundamentele, logische tegenspraak uit. De ondernemer neigt ernaar om onvermijdelijk een rentenier te worden, meer en meer dominant over degenen die niets anders bezitten dan hun arbeid." (p. 573)
De werkelijke analyse kan echter niet anders zijn dan dat de kapitalist, of hij nu zich opstelt als rentenier of als supermanager, zich ten koste van de factor arbeid verrijkt. Een voorbeeld. De overheid maakt schulden om haar doelstellingen en beleid uit te voeren, in Nederland alleen al een slordige 600 miljard euro. Jaarlijks betalen we als belastingbetalers daar 14 miljard euro rente over. Dat zijn inkomsten voor het kapitaal die alleen maar opgebracht kunnen worden, doordat we als belastingbetalers arbeid verrichten, ons een inkomen verschaffen en dat vervolgens gedeeltelijk afdragen aan de kapitalisten. Dat blijft uitbuiten.
Oplossing
Het tweede grote verschil tussen Piketty en Marx gaat over hoe de problemen op te lossen. Het is belangrijk vervolgens te bepalen wat zij als het grote probleem zien. Voor Piketty is dat onvermijdelijk de grote ongelijkheid in bezit, met in zijn ogen de grote sociale consequenties die dat met zich meebrengt. Hij positioneert zich daarmee in het sociaaldemocratische kamp. Hij formuleert het als volgt:
"De goede oplossing is een progressieve, jaarlijkse belasting op kapitaal. Dit zal het mogelijk maken om een eindeloze ongelijkheidsspiraal te vermijden, terwijl voor de primitieve accumulatie competitie en beloningen aan nieuwe instanties behouden blijven." (p. 573)
Het is best flauw van Piketty en zijn aanhangers om de beschuldigende vinger naar Marx te wijzen met het verwijt dat hij, noch zijn vermeende volgelingen, in staat geweest zijn met het reëel bestaande socialisme de problemen op te lossen. De pogingen van de sociaaldemocratie zijn immers even vruchteloos gebleken. Bovendien zijn heel wat sociaaldemocraten loyale uitvoerders geworden van de neoliberale experimenten.
Hoe paradoxaal dat ook mag klinken, de missie van Marx was volgens mij niet a priori de ongelijkheid te elimineren. Hij meende het om een aan het systeem gebonden probleem was: het kapitalistische productieproces. Wat hij ook steeds meer ging inzien, was dat dit veelkoppige monster de enorme flexibiliteit had om te overleven. Dat betekent dat de tegenstelling tussen arbeid en kapitaal telkens een andere betekenis en inhoud krijgt en er geen pasklare oplossing is. Wel twijfelde Marx er niet aan dat de arbeidersklasse de aangewezen agent was om het probleem op te lossen. Een sterke sociale en politieke beweging is nodig om het kapitalisme tot een einde te brengen, dat werpt het goede licht op 'proletariërs aller landen verenigt u!',
Piketty T., Capital, in the Twenty–First Century, Cambridge Massachusetts, The Belknap press of Harvard University, 2013. Nederlandse vertaling: 2014. Zie ook:
www.newrepublic.com/article/118024/piketty-and-marx-where-they-disagree
|