welkom
extra
Solidariteit

Steeds meer zzp'ers in Nederland - rapport SCP

Stop flexibilisering en werkloosheid - ATV met behoud van loon!

Rob Gerretsen

De flexibilisering van de arbeidsmarkt neemt hand over hand toe. In allerlei vormen: nul urencontracten, tijdelijke aanstellingen, uitzendwerk, uitbesteding, deeltijdwerk, enzovoort. Deze gedwongen flexibilisering holt de positie en de kracht van de arbeidersklasse uit. Armoede en onzekerheid nemen toe. Mensen lopen onverzekerd rond en komen niet toe aan het opbouwen van een pensioen.

Eén van de vormen van flexibilisering is de snelle toename van het aantal zzp'ers. De regering wil daar wel iets meer van weten en heeft daarom een ambtelijke werkgroep ingesteld om nader onderzoek te verrichten. Die werkgroep heeft het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) gevraagd om enig voorwerk te doen. Daarom kwam het SCP begin november met een klein rapportje onder de titel "Bevrijd of beklemd? Werk, inhuur, inkomen en welbevinden van zzp'ers". Daaruit blijkt dat hun aantal tussen 2001 en de eerste helft van 2014 in Nederland land met meer dan 300.000 is gegroeid. Hier de belangrijkste gegevens van het SCP.

Noodgedwongen

Zzp'ers vormen een zeer diverse groep, zij hebben niet allemaal dezelfde positie en problemen. Het SCP verstaat onder zzp'ers "mensen die het grootste deel van hun werktijd als zelfstandige werken en geen personeel in dienst hebben. Zij hebben dus een eenmanszaak of werken als freelancer". Zij verkopen hun eigen arbeidskracht of producten van hun eigen arbeid. De groep die arbeid en diensten aanbiedt, neemt de afgelopen decennia snel toe.
Begin 2014 was 11,2 procent van alle werkenden hoofdzakelijk actief als zzp'er, tegen 6,2 procent in 2001. Zij werken vooral in de bouw, de zakelijke dienstverlening, in de brede sector zorg en welzijn, cultuur en overige dienstverlening. Dat komt onder andere, omdat de werkgelegenheid in de dienstensector nog steeds is gegroeid.

Deels gaat het nog om min of meer ouderwetse, kleine zelfstandigen. Maar steeds meer betreft het arbeiders en arbeidsters die noodgedwongen niet (meer) een (vast) arbeidscontract hebben en in de vorm van zzp'er eenzelfde of hetzelfde werk als arbeiders en arbeidsters doen. Soms in hun oude baan en voor één baas, vrij vaak hebben zzp'ers nog een tweede baan. Zoals het SCP dat netjes formuleert: "Dus een deel van de groep is misschien toch zelfstandige geworden vanwege beperkte mogelijkheden op de arbeidsmarkt." Het SCP stelt ook dat de ondernemers "zzp'ers in hoge mate lijken te beschouwen als een functioneel alternatief voor andere vormen van flexibele arbeid".

Foto

Vaker arm

Volgens het rapport lijken zzp'ers wel qua leeftijd en opleidingsniveau op mensen met een vast arbeidscontract. Alleen gaat het veel meer om mannen: 65 procent van de zzp'ers is man, tegen 53 procent van de mensen met een vast looncontract. Daarom werken zij ook vaker voltijds. Mensen met een flexcontract zijn in verhouding tot de zzp'ers een stuk jonger, vaker vrouw en ook minder hoog opgeleid.
Door hun positie als zzp'er wisselt hun financiële positie van jaar tot jaar meer dan die van mensen met een vast contract. Bovendien meldt het SCP dat zzp'ers vaker arm zijn. Niet alleen armer dan mensen met een vast contract, maar zelfs armer dan mensen met een flexibel contract. Ook steeg het percentage armen onder de zzp'ers tijdens de crisis sterker dan onder de loonarbeiders. Tevens zijn ze armer dan zelfstandigen mèt personeel, maar ook daar is de armoede hoog. We praten hier wel over gemiddelden. Er zijn zzp'ers die bewust kiezen voor hun bestaan en ook niet arm zijn.

Andere zzp'ers zitten in die positie als alternatief voor rechtstreekse werkloosheid en ook dan is er soms sprake van verborgen werkloosheid, hoewel het SCP daar voorzichtig over doet. Zzp'ers zijn vaker erg negatief of positief over hun inkomen. Onduidelijk is waarom zzp'ers zeggen dat zij niet meer problemen hebben om rond te komen dan mensen met een vast contract. Daar voegt het SCP wel aan toe: "Overigens is het feit dat er nu geen (grote) problemen zijn geen garantie dat die later niet zullen optreden."

Actueel gevaar

Een groot deel, zo’n 30 procent van de zzp'ers, spaart niet voor een pensioen. Bovendien, als ze dat wel doen, dan dreigen ze dat kwijt te raken als ze in de bijstand komen. Hier gaat Jetta Volkstuin naar verluidt volgend jaar iets aan doen. Als zzp'ers al sparen voor hun pensioen, dan doen zij dat door zelf te sparen of te beleggen of een lijfrente te kopen. Het SCP stelt dat het "de vraag is of zij op die manier voldoende opzij kunnen leggen". Veel gegevens ontbreken hieromtrent en het SCP zegt ook: "Het is echter de vraag of de positie van vroegere zelfstandigen (met en zonder personeel) is door te trekken naar de huidige, nogal diverse, groep zzp'ers." Door hun hybride positie vallen zzp'ers soms tot hun eigen nadeel tussen de mazen van het net van de sociale zekerheid en de belastingen.
Zzp'ers zeggen net zo tevreden te zijn met hun bestaan als mensen met een vast arbeidscontract. Slechts een kleine groep geeft aan tegen wil en dank zzp'er te zijn. Maar wat mensen in een onderzoek vertellen, is niet altijd even betrouwbaar. En dat zal wellicht bij een geïndividualiseerde groep als de zzp'ers nog meer het geval zijn.

De gedwongen massale flexibilisering, waaronder een deel van de zzp’ers, is een actueel gevaar voor de arbeidersklasse. In meerdere opzichten. Samen met de zeer hoge werkloosheid zou dit toch de vakbeweging in actie moeten brengen voor veel meer vaste banen met voldoende uren en hogere lonen. De oude strijd voor korter werken met behoud van loon zal de arbeidersbeweging met spoed moeten oppakken. Om te beginnen zal een 32-urenweek snel de standaard voor een voltijdse werkweek moeten worden. Dat zet de meeste zoden aan de dijk, mits de arbeidersbeweging daar voldoende controle op weet uit te oefenen. Maar er zijn veel meer vormen van arbeidstijdverkorting met behoud van loon mogelijk en noodzakelijk. De pensioenleeftijd moet natuurlijk omlaag en niet omhoog. En zwangerschapsverlof en ouderschapsverlof moeten verlengd worden. Ook blinken we in Nederland in vergelijking met veel andere landen bepaald niet positief uit in het aantal vakantiedagen per jaar.