welkom
extra
Solidariteit

Zeven eeuwen geleden, het jaar 1314

Tempeliers op de brandstapel

Harry Peer

Elk jaar herdenken mensen bijzondere voorvallen en gebeurtenissen, historisch, psychologisch of symbolisch van belang. Zo rond de kerstdagen vragen we ons verbaasd af waarom de rooms-katholieke kerk in het verleden vaak zo meedogenloos optrad tegen veronderstelde afvalligen, ketters. Het past niet bij de boodschap van naastenliefde die tegenwoordig zo vroom wordt uitgedragen. Hier de blik op Frankrijk en Schotland in het jaar 1314.

De orde van de Tempeliers is in het begin van de twaalfde eeuw opgericht. De pelgrims naar het Heilig Land moesten na de eerste kruistocht worden beschermd. De Tempeliers maakten een verrassende ontwikkeling door; ze groeiden uit tot de rijkste bankiers van Europa en werden zo machtig dat koningen en pausen zich door hen bedreigd voelden.

Folterende koning en paus

Koning Filips IV de Schone van Frankrijk die in geldnood verkeerde vanwege de vele door hem gevoerde oorlogen, kon hun rijkdommen goed gebruiken. De koning kon de belastingen niet verder opschroeven zonder een opstand te riskeren. Zo begon Filips vanaf 1307 zijn eigen kruistocht tegen de machtige orde. Honderden tempeliers werden op vrijdag 13 oktober 1307 (vandaar 'vrijdag de dertiende' als ongeluksdag) opgepakt en door kerkelijke inquisiteurs gruwelijk gefolterd en bekentenissen afgedwongen, zoals godslastering, afgoderij, sodomie en satandiensten. Dit alles geschaard onder de verzamelnaam ketterij.
De koning slaagde erin paus Clemens V achter zich te krijgen. De paus vestigde zich in 1309 zelfs buiten Italië, en wel in Avignon in Frankrijk. Daarmee begon de zogeheten Babylonische ballingschap. Rome was niet langer meer de plek voor de Heilige Stoel. De Grootmeester van de Tempeliers Jacques de Molay was het belangrijkste doelwit en werd hard aangepakt. Op 14 maart 1314 sleepte het gezag hem naar een schavot op het plein voor de kathedraal de Notre-Dame in Parijs. Eerder was hij onder zware martelingen gezwicht en had hij toegegeven dat hij een ketter was, had dat weer herroepen en daarna opnieuw bekend.
Tekening executie Tempeliers
Grootmeester van de Tempeliers, Jacques de Molay (1244-1314) op de brandstapel
Op het plein verklaarde de bejaarde 69jarige De Molay, ondersteund door zijn vriend Geoffroy de Charnay - en met God als getuige - tenslotte dat hij en zijn ridderorde onschuldig waren aan alle ten laste gelegde beschuldigingen. Nog diezelfde avond kwamen beide ridders aan hun einde op de brandstapel vlakbij op een eilandje in de Seine. De laatste woorden van de 23ste en laatste Grootmeester van de Tempeliers Jacques de Molay, hij schreeuwde het uit: "God weet wie heeft gezondigd en onrecht heeft gepleegd. Spoedig zal ik hen die ons ter dood hebben, veroordeeld voor God ontmoeten!"
Koning en paus hebben niet lang plezier beleefd aan de moord op hun vijand. Clemens V overleed binnen een maand aan een hartaanval. Philips IV viel in september 1314, getroffen door een hersenberoerte, van zijn paard en stierf enkele weken later. Velen zagen het als een teken van God, een terechte straf.

Wat is de wijdere betekenis van deze aanval op en eliminatie van de Tempeliers? De gebeurtenissen kunnen we zien als een episode in de ontwikkeling van het absolute koningschap in Frankrijk en het afnemen van het gezag en de invloed van de paus. Zowel koningen als pausen hadden er baat bij de groeiende wereldlijke macht van zo’n grote internationale geestelijke orde te breken.

Schotse strijd om onafhankelijkheid

Op 18 september 2014 wijzen de Schotten na een spannende verkiezingsstrijd met een kleine meerderheid de volledige losmaking uit het Britse koninkrijk af. De strijd om de Schotse onafhankelijkheid is al eeuwen oud. De voorstanders van onafhankelijkheid zullen zich mogelijk gesteund hebben gevoeld door wat er precies zeven eeuwen daarvoor in 1314 plaatsvond. Clans stonden tegenover elkaar en er zijn altijd separatistische en nationalistische groeperingen en partijen in het land geweest.
In 1034 lukte het Duncan om de eerste koning te worden van een verenigd Schotland. Daarna zijn er eeuwen van schermutselingen met de Engelsen. In 1296 valt Edward I Schotland binnen, hij neemt de befaamde Stone van Scone waarop de Schotse koningen zaten bij hun kroning, mee naar Londen. Het is een ongekende belediging voor de Schotten. In 1306 wordt Robert Bruce in Scone tot koning van Schotland gekroond. Het roept de woede op van de Engelse koning.
Foto standbeeld Bannockburn
Robert Bruce (1274-1329), Schotse koning en volksheld
In juni 1314 bestormen de Schotten Stirling Castle, waarin de Engelsen huizen. Het Engelse leger dat twee mijl daarvandaan bij Bannockburn is samengetrokken om de landgenoten in het kasteel te ontzetten, wordt onder leiding van de broer van de Schotse koning Edward Bruce op 24 juni 1314 verpletterend verslagen. 9.000 Schotten hakken een leger van 25.000 Engelse soldaten in de pan. De Schotten koesteren deze overwinning. Het Schotse volkslied Flower of Scotland verwijst naar deze roemrijke slag. Een standbeeld van Edward Bruce bij Stirling Castle houdt de herinnering levend. Maar het duurt nog tot 1328 voordat de Engelsen Robert Bruce officieel erkennen als koning van Schotland. Een monument herinnert aan hem.

In 1707 verenigen Engeland en Schotland zich onder koningin Anne (schoonzus van de in 1702 overleden stadhouder-koning Willem III) in het Verenigd Koninkrijk. Op 30 november 1996 - de feestdag van Sint Andreas, de beschermheilige van de Schotten - wordt de Stone of Scone overgebracht van Westminster Abbey naar Edinburgh Castle. Het is een tot de verbeelding sprekende symbolische gebeurtenis, het windt de Schotten enorm op. De in Edinburgh geboren Britse minister-president Tony Blair heeft een belangrijke rol gespeeld in de decentralisatie van bestuurlijke taken en bevoegdheden. Op 12 mei 1998 vindt de eerste zitting plaats van het Schots parlement sinds 1707. De weg naar voortgezette zelfstandigheid van Schotland wordt voortgezet.

Een goede gids voor de lezer die zich wil verdiepen in de roerige Schotse geschiedenis en de gecompliceerde relatie tussen Engeland en Schotland, is: J.D. Mackie’s A History of Scotland (1964).