welkom
extra
Solidariteit

Bespreking "Het basisinkomen: uitkomst of utopie?"

De weg of een voertuig

Sjarrel Massop

Het is prettig te merken dat de kwestie van het basisinkomen, ondanks de verbeterde economische vooruitzichten, prominent op de agenda blijft. Dit betreft geen links hobbyisme, maar heeft alles te maken met het onvermogen van het economische systeem van het kapitalisme om sociale problemen op te lossen zoals de blijvend hoge werkloosheid en de grote sociale ongelijkheid met de sterke armoedeval.

Martijn van Lith en Patrick van Gelder doen met "Het basisinkomen: uitkomst of utopie?" een goede poging de kwestie te bespreken. 1 Ze richten zich echter op de haalbaarheid binnen het kapitalistisch systeem dat ze daarmee impliciet in tact laten. De vraag is of het basisinkomen zowel een antwoord kan zijn op de genoemde sociale vraagstukken als een bijdrage kan leveren aan het ter discussie stellen van dat systeem.

Onvoorwaardelijke uitkering

Unconditional base income In hun artikel lopen Martijn en Patrick de 'voors en tegens' van het basisinkomen langs. Volgens de voorstanders een onvermijdelijk antwoord op een veranderende economie. Dom, duur en onnodig, vinden tegenstanders. In deze bespreking zullen de verschillende opvattingen in enigszins ingekorte en bewerkte citaten worden weergegeven die ik op mijn beurt van commentaar voorzie. Maar eerst hun omschrijving.
Met de term basisinkomen wordt over het algemeen verwezen naar een onvoorwaardelijke uitkering die de overheid aan alle burgers verstrekt. Het bedrag is hoog genoeg om eenvoudig van te kunnen leven, maar meer ook niet. De precieze hoogte loopt bij de verschillende experimenten uiteen, maar vaak wordt uitgegaan van een hoogte die vergelijkbaar is met die van de bijstandsuitkering. Anders dan bij de bijstand worden er verder geen regels of beperkingen aan verbonden. De betrokkenen zijn dus vrij om het inkomen aan te vullen door middel van werk.

Positieve ervaringen

De voorstanders van invoering van het basisinkomen baseren zich vooral op de succesvolle experimenten die tot dusver zijn uitgevoerd. Eén van de eerste vond in de jaren zeventig plaats in het Canadese Dauphin. Dit zogenoemde Mincome experiment loopt tussen 1974 en 1979 en zorgt ervoor dat zo'n duizend gezinnen een minimuminkomen ontvangen om te voorkomen dat ze onder de armoedegrens vallen. Aanvankelijk is het de bedoeling dat Mincome wordt uitgebreid naar een grotere schaal, maar de nieuw gekozen, conservatieve regering maakt er in 1979 abrupt een einde aan - te duur.
Evelyn Forget, hoogleraar aan de universiteit van Manitoba, krijgt in 2009 alsnog toegang tot de onderzoeksresultaten. Die blijken bijzonder positief te zijn. Vooraf bestond de angst dat de deelnemers zouden stoppen met werken en hun inkomen zo veel mogelijk vergroten door veel kinderen te krijgen. Onterecht echter, het tegenovergestelde gebeurde. Het geboortecijfer daalt, jongeren trouwen later en hun schoolprestaties verbeteren aanzienlijk. Studenten die tijdens Mincome studeren, halen betere cijfers en studeren sneller af. Daarbij is de daling van het aantal arbeidsuren met 13 procent lager dan verwacht. Dit komt vooral op rekening van vrouwen die langer met zwangerschapsverlof gaan en jongeren die langer studeren. En misschien nog wel belangrijker: kostwinners werken nauwelijks minder.

Duidelijk is dat een gegarandeerd inkomen de ontvangers verzekert tegen maatschappelijke uitsluiting en juist daarom aanzet tot participatie aan de samenleving. De mens is een sociaal wezen, meedoen aan de samenleving is een basisbehoefte. Het gevoel erbij te horen bevestigt de betrokkenheid en het individu zal zich inzetten voor de samenleving waarvan hij of zij deel uit mag maken. Deze gedachte weerlegt alle argumenten tegen de haalbaarheid; de mens die mee doet, voegt namelijk waarde toe aan de samenleving. Gaan mensen veel minder werken? Nee. Wordt het programma hierdoor onbetaalbaar? Nee. Is het hiermee ook politiek onhaalbaar? Ja.

Vernieuwingen

Einstein over basisinkomen Ondanks de positieve uitkomsten blijkt een wetsvoorstel om het basisinkomen in te voeren niet door de Canadese senaat te komen. Niet alleen vinden vooral Republikeinen de plannen te kostbaar, ze maken zich ook zorgen over een al te onafhankelijke positie van vrouwen. Het aantal echtscheidingen in Seattle zou met 50 procent zijn gestegen. De plannen sneuvelen en het basisinkomen belandt in de koelkast. Twintig jaar later blijkt dat er een foutje is gemaakt met de statistieken: het aantal echtscheidingen was niet hoger dan anders.
Bart Nooteboom, emeritus hoogleraar innovatiebeleid aan de Universiteit van Tilburg, is voorstander van het basisinkomen. Hij wijst op de positieve gedragseffecten na de invoering. Zo kan het minimumloon worden afgeschaft, waardoor mensen bereid zullen zijn een relatief laag loon te accepteren. Hierdoor worden allerlei vormen van werk en sociale activiteiten die nu blijven liggen, bijvoorbeeld in de zorg, betaalbaar. Bovendien worden mensen in een uitkering niet langer ontmoedigd om betaald werk te doen, zoals nu het geval is, en ontstaat dankzij het basisinkomen een gezonde basis voor ondernemerschap. De risico's zijn immers kleiner en de drempel om een baan op te geven, is lager. Resultaat, volgens Nooteboom: nieuwe economische activiteiten en werkgelegenheid.
Erik Brynjolfsson, verbonden aan het MIT Center for Digital Business (MIT: Massachusetts Institute of Technology), wijst op het gevaar van automatisering. Kwamen voorheen nog vooral fysiek inspannende werkzaamheden in het gedrang door mechanisering, dankzij steeds slimmere robots komen ook meer en meer 'middenklasse banen' in de verdrukking. Accountants, beurshandelaren, advocaten en ingenieurs zouden op termijn moeten uitkijken naar ander werk.

Hier komen we aan een principieel probleem dat tot grote uitsluiting van mensen leidt. Dit gaat over de verhouding tussen kapitaal en arbeid in productieprocessen. Arbeid wordt gezien als een ongewenste kostenpost die de accumulatie van het kapitaal in gevaar brengt. Vandaar het streven om die verhouding in de afzonderlijke productieprocessen telkens te wijzigen in het voordeel van het kapitaal. De arbeidsproductiviteit moet omhoog. Marx verwoordde dit in de stijging van de organische samenstelling van het kapitaal c/v, de verhouding tussen het constante kapitaal en het variabele deel van het totale kapitaal (zie 287-extra 3). 2

Geen overheidstaak

Rutte is een tegenstander van het basisinkomen. Eind 2014 meldt hij er niets in te zien, vooral omdat het bieden van een inkomen geen taak van de overheid is. Volgens hem blijft het altijd noodzakelijk betaald werk aan te houden, simpelweg omdat het basisinkomen niet hoog genoeg zal zijn om rond te komen.

Martijn van Lith en Patrick van Gelder bespreken nog een serie argumenten tegen het basisinkomen. Ze gaan met name over de haalbaarheid waar het de kosten betreft en over de verdwijning van prikkels om sociaal actief te blijven.

Vermeldenswaard is dat Rutte vanuit zijn burgerlijk-liberale staatsopvatting volledig gelijk heeft dat de overheid geen taak heeft in de vorming en verdeling van de inkomens. De burgerlijke staat kent immers twee taken, de belangrijkste voorwaarden waaronder de vrije markt vrij kan opereren: 1) het geweldsmonopolie en 2) het beheer en de controle over het geld. Een reden temeer om te veronderstellen dat een fundamenteel andere overheid, of beter gezegd een ander economisch systeem, nodig is om tot een sociale samenleving te komen die antwoorden geeft op andere maatschappelijke problemen als huisvesting, milieu, duurzaamheid, vrede, veiligheid voor mensen.

Overgangsinstrument

De conclusie van de twee auteurs is dat voor een goede afweging van de verschillende standpunten serieus onderzoek gewenst is. De discussie over het basisinkomen zit al met al behoorlijk op slot. Voorstanders wijzen op succesvolle experimenten in Canada en de Verenigde Staten met mooie resultaten op het gebied van gezondheid en onderwijs. Tegenstanders benadrukken vooral de onbetaalbaarheid en hekelen de draconische belastingmaatregelen die volgens hen nodig zijn om het basisinkomen te financieren. Om tot een definitieve beoordeling te komen, zijn experimenten op grote schaal nodig. De plannen die in verschillende Nederlandse gemeenten klaarliggen, zijn alvast een stap in die richting.

Vanaf het moment dat het kapitalisme als economisch systeem niet gezien wordt als de uiteindelijke bron van de sociale vraagstukken, zal het voorgestelde onderzoek de tegenstelling tussen voor- en tegenstanders versterken. Met nieuwe experimenten zal opnieuw aangetoond worden dat het basisinkomen een perspectief biedt tegen sociale uitsluiting en zal renderen. Beslissend is echter dat de sociale en politieke verhoudingen veranderen. Binnen de bestaande samenleving zal het basisinkomen het systeem niet breken noch de werkloosheid, ongelijkheid en armoede opheffen. Het kan wel de rol krijgen van een overgangsinstrument naar een andere samenleving. Het basisinkomen betrekt de mensen in de samenleving die nu uitgesloten worden en stelt hen in staat met hun ervaringen deel te nemen aan het streven naar een samenleving die de sociale problemen werkelijk oplost. Het basisinkomen is dan noch een uitkomst noch een utopie, het is een middel op weg naar meer menselijke verhoudingen.


1 Zie: www.vacatures.nl/...het-basisinkomen-uitkomst-of-utopie (terug)
2 Erik Brynjolffson schreef samen met Andrew Mcafee een belangrijk boek over het gevaar van automatisering: "The second machine age", London, Norton - 2014. (terug)