welkom
extra
Solidariteit

Organizing in Duitsland - interview met verpleger Olaf Uhde

Een vonkje is nodig

express

De vorige artikelen in express over organizing in Duitsland zijn geschreven vanuit het perspectief van de organizer.1 Deze keer staat de ervaring centraal van een verpleger op de werkvloer, Olaf Uhde. Hij werkt bij de Uniklinik Göttingen, waar de vakbond ver.di een organizing project opzette.

Bij jullie in het Universiteitsziekenhuis heeft van oktober 2008 tot april 2010 een organizing project plaatsgevonden. Hoe heb je het verschil met het reguliere vakbondswerk ervaren? En wat maakt een organizer anders dan een vakbondsbestuurder?

Foto van vlag met ver.di-logo Olaf - Een vakbondsbestuurder alleen kan dit werk nooit de aandacht en zorg geven zoals ik die ervaren heb in dit project. In de drie jaar waren er vaak zo'n twee tot vier organizers in de instelling aanwezig. Daarnaast waarborgden zij de overdracht van de besluitenlijsten aan de kaderleden.
Hun hoofdbijdrage bestaat uit het in kaart brengen van het bedrijf, het herkennen van de belangrijke onderwerpen die spelen, want het gaat er om aan te sluiten bij de leefwereld van waar de mensen staan. Ook als een weldenkend politiek mens dit banaal of onbelangrijk vindt. De betrokkenheid bij de vakbond vormt zich door te vragen: wat vind jij belangrijk? Is het zinvol om ons daarvoor samen in te zetten? Zo ja, dan noemen we dat toch gewoon 'vakbondswerk' en gebruiken we een idee dat al langer bestaat. Dit bewustzijn moet langzaam rijpen in de geesten van mensen zelf.

Het mag geen octrooi zijn van de 'beterweters'. Het is belangrijk dat er eerst een inzicht doorbreekt van nut en noodzaak van vakbondswerk en politieke betrokkenheid. Beginnen aan de bron. Volgens mij levert dat geen snelle ledenwinst op, hoewel dat een belangrijk gegeven is achter organizing. Het is een lange en vol obstakels liggende weg die, volgens mij, wel een duurzaam resultaat oplevert. Degene die een welbewuste en overdachte keuze gemaakt heeft om kaderlid te worden en zich actief in te zetten, zal niet meteen bij tegenslag zijn lidmaatschap opzeggen, hij heeft immers een bewuste keuze gemaakt!  

Heeft het beeld dat jullie hadden van een vakbond zich door dit organizing project veranderd en hoe dan?

Olaf - Door de zichtbare aanwezigheid van organizers in de instelling of het bedrijf manifesteert de vakbond zich ook nadrukkelijker. Ze zijn er. Veel mensen hebben geen enkele ervaring met een vakbond en voelen zich ook niet verbonden met de schamele achthonderd leden die er wel zijn. Helaas zijn er hoge verwachtingen gewekt door dit project die we niet hebben kunnen inlossen. Dat heeft ook tot teleurstellingen geleid.
Prent: georganiseerde kleine visjes jagen op grote vis. Organize! Tja, het zou mooi zijn als je met velen bent en de trom roert, dat dan de betere wereld voor het grijpen ligt en dat dan alles mogelijk is. Toch zijn we in staat geweest om voor een lange tijd twee groepen bij elkaar te houden. De 'Plege instelling' was een verdieping en afdeling overstijgende groep en het 'Plege netwerk' was een ziekenhuis overstijgende groep die zelfs ervaringen uitwisselde met de medische opleiding in Hannover. Dat laatste was echt een unicum. Hiermee ontstond een werkelijk actieve kadergroep in het ziekenhuis.

Helaas werd op die groep zo'n groot beroep gedaan in deze periode dat ze 'opgebrand' zijn. Zoals zo vaak blijven er een paar steunpilaren over die zich in de ondernemingsraad, maar ook landelijk, binnen ver.di inzetten. De anderen hebben hun bewustzijn wakker gemaakt of hun bestaande bewustzijn verder ontwikkeld en zijn nog incidenteel actief in het ziekenhuis.
Het project heeft veel van de mensen gevergd. Misschien wel te veel. Maar: de vakbond wordt ervaren en gezien en het historisch gegroeide wantrouwen wijkt langzaam voor de acceptatie van het vakbondswerk.

Wat heeft het organizing project voor invloed gehad in de ondernemingsraad en in het ziekenhuis? Is het een succes? Welke verklaringen zijn daarvoor? En 'last but not least' heeft ver.di leden gewonnen?

Olaf - Door de opgedane ervaring met het werken in de situatie van organizing zijn de nieuwe en actief geworden leden hoofdzakelijk in de bestaande vakbondsstructuren opgenomen. Sommigen zitten in de ondernemingsraad, sommigen zijn bekende vakbondsgezichten in het ziekenhuis, maar de meesten maken deel uit van de groep vertrouwenspersonen. Er zij ook mensen afgehaakt. De aanwas van leden hebben we kunnen vasthouden. Dat klinkt niet als een succes, maar is het wel gezien de moeilijke omstandigheden waaronder en waarmee we gewerkt hebben.

Een voorbeeld: de start van het project viel samen met de uitbesteding van de schoonmaak en catering. Dat droeg er natuurlijk ook aan bij dat mensen zich wilden organiseren en verzetten. De ergste uitwassen zijn voorkomen, maar helaas is het niet gelukt de directie te dwingen de uitbesteding te stoppen. De hoop op succes werd door onze tomeloze inzet versterkt en leidde dan ook tot teleurstelling over het resultaat.
Een ander groot probleem was de overgang van grote groepen leden naar een andere bond. Zij gingen over van ver.di naar GeNi (Gesundheitsgewerkschaft Niedersachsen). Dit vond plaats voordat het project startte. Een andere reden was beslist het cao-resultaat van 2006. Hoewel de ergste verslechteringen voorkomen werden, waren velen na de lange staking en strijd het oneens met hoe ver.di het resultaat aanprees en doorzette in de instelling. Toch zijn er nieuwe leden bij gekomen die tot op de dag van vandaag actief zijn.
Een bijkomende complicatie was dat ver.di zijn meerderheid in de ondernemingsraad verloor en daardoor tot oppositie genoodzaakt was. Maar voor mij was dat een voordeel.

Het organizing project in de Uniklinik Göttingen kan in ieder geval niet als voorbeeld voor elders gelden. Het was geen gecontroleerd laboratoriumexperiment, maar het team moest vanaf het begin vol aan de bak. Gegeven deze voorwaarden is het een succes dat het project niet volledig ingestort is. En het blijft een gedenkwaardige ervaring voor de collega's. Veel mensen spreken er nog steeds over en ondanks wat er op het spel stond, hebben ze ook plezier gehad.  

Welke thema's en problemen willen jullie aanpakken? Waar ligt de meeste nadruk op?

Olaf - Wij hebben in de Uniklinik Göttingen onze tanden gezet in de problematiek van de tijdelijke contracten. In allerlei gesprekken kwam dit onderwerp steeds weer terug als voornaamste probleem. Intussen is de arbeidsmarkt veranderd en denken de werkgevers langzaam anders over dit fenomeen, maar ze houden nog steeds angstvallig en stug vast aan deze jarenlange proeftijd. Wij hebben niet zoveel bereikt, behalve dan dat de collega's ons meegemaakt hebben als strijders tegen het misbruik van tijdelijke contracten.
Een ander thema dat we niet gekozen, maar opgedrongen hebben gekregen was de genoemde uitbesteding van werk. Met grote inzet en publiciteit hebben we slechts bereikt dat de kliniek wat bakzeil heeft gehaald. De uitbesteding gaat niet abrupt door, maar wordt sluipenderwijs en met de scherpste kantjes eraf ingevoerd. Vooral voor de collega's in de schoonmaak hebben we weinig voor elkaar gekregen, wat ze ons kwalijk nemen en nog steeds voor de voeten werpen. Wat we bereikt hebben, is dat in de dochterondernemingen (service en keuken) ondernemingsraden worden ingesteld die het de werkgever moeilijk maken. Er zijn helaas nergens voorbeelden van successen in het terugdraaien van de uitbesteding. En als die er zijn, dan is de oorzaak veelal dat het economisch onrendabel was of dat de beslissende politieke meerderheid veranderde. In ieder geval heeft de betrokkenheid van mensen weinig invloed gehad. Helaas. Toch is het duidelijk dat deze strijd gestreden moet worden!

In het ziekenhuis zijn actuele thema's: verslechteringen in de beschikbare tijd voor het aankleden en verzorgen van patiënten en het parkeren. Ja, inderdaad, er zijn natuurlijk ernstiger zaken. Zoals de taakverzwaring met daarbij de verhoging van het ziekteverzuim. Dit heeft wel onze aandacht, zowel bij de ondernemingsraad als bij de kadergroep, maar daar houdt het dan wel op. Er zijn te weinig mensen die hiervoor hun mouwen willen opstropen en de werkgever een ultimatum stellen.  

Wat is er van het organizing project bij jullie geworden? Loopt dat nog en is jullie werkwijze hierdoor echt veranderd?

Olaf - Enkele mensen zijn veranderd. Het moeilijke zendingswerk gaat door. De door organizing ontstane kadergroepen op de afdelingen waren echter nog niet sterk genoeg om zelfstandig te kunnen overleven. Zo kwam het vele werk toch weer terecht op weinig schouders. Op de lange duur is dit niet houdbaar. Het is jammer, maar het meeste gaat weer zoals vroeger. Velen hebben het geprobeerd en zich ingezet, maar konden dat op de langere termijn niet volhouden. Maar: enkele mensen hebben zich veranderd en dat is winst.

Een ander discussiepunt bij organizing is de rol van de ondernemingsraad. Hoe was dat bij jullie? Heeft de ondernemingsraad geholpen bij het organizing project?  

Olaf - Ja en nee. Natuurlijk waren de 'oude' vertrouwenspersonen en ondernemingsraadsleden erbij betrokken. Er was echter niet alleen sympathie en acceptatie. De 'nieuwen' ontwikkelden hun eigen initiatieven die niet goed 'doorgesproken' waren met de 'ouden' en soms buiten de geijkte kanalen liepen.
De ondersteuning door de ondernemingsraad lag moeilijker. Dat kwam vooral, doordat we de meerderheid kwijt waren. We moesten dus oppositie voeren tegen de zittende raad. Dit hebben we gewonnen, de ondernemingsraad is opgestapt en er kwamen tussentijdse verkiezingen voor een jaar. De personen die door organizing actief werden, droegen bij aan dit succes. Maar ze bevonden zich plotseling in de rol van 'ver.di partijsoldaten', zij kwamen in de ondernemingsraad en ook de volgende verkiezingen hebben we gewonnen. Ik ben van mening dat deze verkiezingen meer slecht dan goed waren. Het heeft veel energie gekost en onze non-conformistische, nieuwe collega's zijn of in de bestaande structuren van ver.di gezogen of opgestapt. Maar wat was het alternatief geweest? Om eerlijk te zijn, ik weet het niet.

Tenslotte. Geloof jij dat organizing een goed initiatief is om tot vernieuwing van het vakbondswerk te komen? Moet het uitgebreid worden?

Olaf - Volmondig ja! We moeten weer van voren af aan beginnen met wat vakbondswerk is en dat in het bewustzijn van de werkers verankeren. Daarvoor moeten ze persoonlijke ervaringen hebben of krijgen. Dat betekent dat ze samen moeten opkomen voor hun belangen: ze moeten zich organiseren. Als dit succesvol verloopt, is het zaadje geplant.
Daarom moeten we met kleine groepen en mooie acties kleine problemen aanpakken en dan minstens kleine successen vieren. Deze ervaringen met organiseren, ook als de successen maar klein zijn, spreken zich rond. Ontstaat een veenbrand ook niet door de eerste vonk? Dus vooral doorgaan.


1 Extra 241 (12 januari 2014), extra 249-1 (4 mei 2014) en extra 254 (13 juli 2014) - alle overgenomen van express, Zeitung für sozialistische Betriebs- und Gewerkschaftsarbeit - http://labournet.de (www.express-afp.info). Vertaling/bewerking van "Eine Funke immerhin": Ab de Wildt. (terug)