welkom
extra
Solidariteit

Reactie op "Socialisten in de vakbeweging", Grenzeloos 11 juni 2015

"Heel veel te verbeteren"

Hans Boot

Heel plezierig dat Rob Marijnissen en Patrick van Klink reageren op mijn "Kanttekeningen" (Solidariteit, extra 276-3, 17 mei 2015) bij hun artikel "Onze vakbeweging, een reactie op linkse kritiek" (Grenzeloos, 9 mei 2015). Een beetje vergald wordt dat plezier wel, wanneer zij in hun reactie (Grenzeloos, 11 juni 2015) mijn benadering "van een hoge mate van cynisme vinden getuigen", dus wantrouwen en geen 'goede bedoelingen' toekennen. We kennen elkaar lang genoeg om daar overheen te stappen en te proberen minder langs elkaar heen te praten.

Rob en Patrick gaan in het laatste artikel ook in op een commentaar van Ewout van den Berg (socialisme.nu, 30 mei 2015), hij en ik zouden "blijven redeneren binnen een kader van 'basis' versus 'leiding'". Merkwaardig, omdat ik onder meer spreek van "de terechte nuances die Rob en Patrick aanbrengen in de verhouding 'top en basis'" en melding maak van het feit dat collega-leden en bezoldigde bestuurders "nu éénmaal niet per definitie uit medestanders" bestaan. De beschouwing van Ewout (IS, Internationale Socialisten) en de kritiek daarop van Rob en Patrick (SAP, Socialistische Alternatieve Politiek) laat ik verder rusten om hernieuwde aandacht te geven aan mijn stelling "Verantwoordelijkheid beperkt kritiek en onafhankelijkheid". Niet zo zeer in het algemeen - ook interessant - maar in het bijzonder het specifieke gebruik daarvan door Rob en Patrick.1

Verantwoordelijkheid en macht

De aanleiding voor mijn kanttekeningen was de verbazing over het regelmatig opvoeren door Rob en Patrick van het liberale concept van 'verantwoordelijkheid nemen', een formulering die ook in hun reactie terugkeert en ik als ideologische ballast beschouw. De VVD smult ervan in haar televisiespotje. Even dacht ik dat Rob en Patrick zich van een geuzenterm bedienden, maar dat viel tegen. Vertolkers van de participatiecultus noch aanhangers van het zelfsturende management die wel de problemen maar niet de oplossingen delegeren, zijn ze uiteraard niet, dat maakte de verbazing alleen maar groter. Wat bedoelden ze toch?

Om hun bedoelingen te begrijpen, valt niet aan een interpretatie te ontkomen (zeker niet als we de wereld willen veranderen). Dat nemen Rob en Patrick mij hoogst kwalijk. Ik zou lijden aan "een heel eigen interpretatie" en me druk maken over wat ze niet geschreven hebben. Hun conclusie die ik niet overneem, luidt: "Dit lijkt ons niet zo'n zinvolle wijze van discussiëren."
Laat ik een gewaagde stap zetten en Arie Groenevelt, 1969-1979 voorzitter van de Industriebond NVV, aanhalen: "Geen kilo verantwoordelijkheid voor slechts een onsje medezeggenschap". Het ging hem om de ondernemingsraad en het waren andere tijden, waarvan we veel geleerd hebben en Groenevelt verloor steeds meer van zijn radicaliteit ... , de passages die Rob en Patrick, ook in hun reactie bieden, roepen het klassieke beeld op van 'meer verantwoordelijkheid dan macht'. Ze ontwikkelen een nieuwe norm van 'genomen verantwoordelijkheid', waaraan een (socialistisch) vakbondsactivist zou moeten voldoen. Kennelijk leidt alleen dan het innemen van posities in een bond of sector tot relevante invloed. Of een functie vervullen in een bedrijfsledengroep, of lid te zijn van een steuncomité of de organisatie van een vakbondscafé, terwijl deze en andere bezigheden behoren tot de vanzelfsprekende activiteiten van linkse activisten in de vakbeweging.

Opzuigend systeem

De vraag is nou juist en die is alleen in de praktijk te beantwoorden: welke gevolgen hebben die activiteiten voor de onafhankelijkheid van de betrokkenen, hun kritiek, het type eisen dat zij stellen, wanneer en hoe zij de grenzen opzoeken, enzovoort. De collega's overtuigen, organiseren en mobiliseren kent geen receptuur. Te vaak heb ik hun en al of niet bezoldigde bestuurders horen zeggen: 'de tijd is niet rijp', 'je overspeelt je hand', 'je schat de verhoudingen niet goed in', 'wat je wilt, is niet haalbaar' om een paar remsporen te noemen. Het genoemde voorbeeld van een pleidooi voor een algemene, landelijke staking in het Ledenparlement is ridiculiserend en brengt de discussie noch de strijd verder.
Aan de ene kant ben ik verheugd over de bekentenis van Rob en Patrick "dat als je verantwoordelijkheid draagt in de bond het niet altijd gemakkelijk is om je rug recht te houden", aan de andere kant blijft zo buiten beschouwing wie, wanneer en waarom zwicht. Bovendien is de herhaalde nadruk op "bereid zijn de handen uit de mouwen te stekken" of de verfoeilijke onverantwoordelijkheid van "de criticasters aan de zijlijn" nogal uitsluitend ten opzichte van socialisten die hun activiteiten niet bevestigd willen zien in één of andere formele positie of functie. Of daarin solidaire onafhankelijkheid en kritiek koesteren.

Mijn stelling is niet, zoals Rob en Patrick menen, dat de door hen beleden verantwoordelijkheid "automatisch leidt tot medeplichtigheid" aan alles wat een bond mankeert of fout doet. Ze beperkt wel de handelings- en spreekruimte van een activist. Want wat we bijna lijken te vergeten in deze meningswisseling: we hebben nog steeds te maken met een FNV die - ondanks voorzichtige beleidsverschuivingen - onvoldoende tot weinig afstand neemt van het kapitalisme en de burgerlijke staat. Hetgeen betekent dat elke vorm van verantwoordelijkheid in het beheer en het voortbestaan van dat systeem opgezogen kan worden. Soms vreesde Groenevelt dat zelfs.

Aansprakelijkheid

In hun recente reactie onderschrijven Rob en Patrick een deel van mijn bezwaren tegen het gebrekkig democratisch gehalte van het FNV Ledenparlement. Onbesproken bleef helaas hun eerdere beoordeling dat dit parlement in zijn korte bestaan reeds succesvol leiding wist te geven "aan de bond als geheel", ik vond dat op z'n minst overdreven. Mijn kritiek betrof echter niet alleen het functioneren van het Ledenparlement, maar ook hun positieve en betrokken oordeel dat ik exemplarisch noemde voor hoe "genomen verantwoordelijkheid de nodige, onafhankelijke kritiek wegduwt". Daarover geen woord; dat is te betreuren, maar ook logisch in hun bereidheid tot "verantwoordelijkheid in hun vakbond". Is dat ook aansprakelijkheid, hoe ver strekt deze, bijvoorbeeld ook voor centrale akkoorden en eisen, algemeen beleid, optreden en bevoegdheden van het dagelijks bestuur?
Dat is geen afsluitende, lullige vraag. Maar eerdere artikelen over het te besloten Ledenparlement (http://www.solidariteit.nl/extra/2014/de_fusie_te_boven.html) bezorgden mij post van leden in dat FNV parlement.2 Een paar voorbeelden van openhartige, kritische vragen: over magere verslaglegging, over tijdgebrek door overvolle agenda's en stapels rapporten, over aangenomen moties waarvan de uitvoering door het dagelijks bestuur wordt opgeschort, over een bestuurslid dat brieven schrijft namens het Ledenparlement dat daarvan niet op de hoogte is, over de perikelen over de 1 mei manifestatie in Amsterdam die buiten een al jaren bestaand comité werd georganiseerd.

De erkenning van Rob en Patrick dat er in de verenigingsdemocratie van de FNV heel wat te verbeteren valt, ook los van het Ledenparlement, is van belang. Graag deel ik hun hoop dat veranderingen in de formele structuur, om te beginnen een einde maken aan een cultuur die getekend is door "het gebrek aan informatie als basis voor meningsvorming en debatten".


1 Zie voor genoemde artikelen:
* http://www.grenzeloos.org/content/onze-vakbeweging-een-reactie-op-linkse-kritiek
* http://www.solidariteit.nl/extra/2015/verantwoordelijkheid_beperkt_kritiek_en_onafhankelijkheid.html
* http://socialisme.nu/blog/nieuws/45811/socialisten-en-de-vakbond-een-reactie-op-grenzeloos
* http://www.grenzeloos.org/content/socialisten-de-vakbeweging-een-reactie-op-ewout-van-den-berg-en-hans-boot
(terug)
2 Zie: http://www.solidariteit.nl/extra/2014/de_fusie_te_boven.html
(terug)