welkom
extra
Solidariteit

Open brief aan Emile Roemer naar aanleiding van zijn boek "Het kan wel" 1

Het kan, maar dan wel anders

Sjarrel Massop

Beste Emile,

Met veel plezier je boek gelezen, ik ben het volledig met je eens: "Het kan wel", een andere meer solidaire samenleving die ook wel een socialistische maatschappij genoemd wordt. Hoe die eruit ziet, weten we niet, maar dat het anders moet, lijdt geen twijfel. De verslagen van je bezoeken aan de buitenwereld, evenals je idealen, maken in ieder geval duidelijk dat het geen kapitalistische maatschappij op neoliberale grondslag is.
Je hebt de leden van de SP uitgenodigd te reageren. Ik voel me geroepen dat te doen met deze open brief.

Afbeelding omslag boek Emile Roemer

Je boek biedt veel openingen voor debat en kritische discussie. Dat is nodig, daar sta ik achter. Ik zal volgens de maatstaven van de echte linkse beweging tot een kritische bespreking komen. Nodig je me uit voor het komende congres van de SP om dan hetzelfde te doen: kritisch observeren en bespreken?
De linkse beweging heeft een sterke traditie van onderlinge verdeeldheid, velen hebben zich sektarisch gedragen en sluiten zich op in hun eigen partij of organisatie. Het goede aan je boek is dat je met die traditie van onderlinge 'azijnpisserij' lijkt te breken. Geen onvertogen woord vond ik over de PvdA, dat is bijzonder voor een SP'er. Ook geef je blijk open te staan voor en kennis te nemen van meningen en redeneringen van mensen links van (en in?) de SP. Dat is mooi. Geen van ons heeft de wijsheid in pacht. Het is een barre noodzaak de degens met elkaar te kruisen voor een kritische discussie voor nieuwe perspectieven. Zo kunnen we onze idealen nastreven en richting geven aan waar we naar toe willen. Mijn bespreking richt zich op twee thema's, ik noem ze verdieping en verbreding.

Verdieping

Je beschrijft je ervaringen in de buitenwereld in 25 hoofdstukken, ik heb ze geteld. Dat is waar de mensen echt leven in hun beslommeringen. Het zijn bijna allemaal succesverhalen van hoe mensen door strijd weerstand bieden tegen de willekeur van het botte kapitalisme. Hun ervaringen zijn exemplarisch, ze geven een beeld van hoe het anders moet. Daaruit trek jij de conclusie dat dit ook kan. Ondanks je mooie en goede illustraties, is de werkelijkheid weerbarstiger en een stuk rauwer. Enkele voorbeelden.

* De praktijkschool heeft een speciale plek in je hart. Terecht. Zoals je dat in Boxmeer voor elkaar gebokst hebt, bewonderenswaardig. Echter, de samenleving is veranderd, 'geprecariseerd' zou ik zeggen. Onder andere door de alsmaar stijgende arbeidsproductiviteit en de technologische ontwikkelingen komt het kapitalisme in een fase terecht waarin de arbeid zeer ver teruggedrongen wordt. Flexibilisering en globalisering trekken diepe sporen in de mogelijkheden voor mensen om werk te vinden. Als de economie zich al herstelt, zal dat een 'jobless recovery' worden. Te weinig werk brengt ook een verdringingseffect met zich mee. De jeugdwerkeloosheid is erg groot. Een opleiding is voor jongeren geen garantie voor een baan, laat staan voor een lonkend perspectief. Het is ook een mythe dat economische groei tot meer banen zal leiden. Opleiden is belangrijk; 'het kan wel' een goede functie hebben, maar dan anders.
* Je bent erg gecharmeerd van de initiatieven van Buurtzorg en Jos de Blok. Een man die met zijn zelfsturende wijkteams een revolutie ontketent in de zorg. Zo stel je het. Zijn aanpak is echter niet nieuw. Het concept van de zelfsturing is al erg oud. Net zo oud als dat de arbeid verdeeld is en er gezocht wordt om de uitbuiting van de arbeid zo effectief en efficiënt mogelijk te doen. Met zelfsturende teams of taakgroepen heb ik in de industrie al te maken gehad in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw. De oorsprong lag bij de vraag, begin 1980, van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid aan de Nijmeegse hoogleraar bedrijfskunde Ulbo de Sitter (1930-2010) om de weg uit te stippelen naar 'nieuwe fabrieken en kantoren'. Nu worden dergelijke experimenten in de zorg en het onderwijs uitgeprobeerd. Het idee erachter is tweeledig. Enerzijds: verbeterde arbeidsproductiviteit door minder managementlagen aan te brengen, verantwoordelijkheden lager in de organisaties leggen en 'multitasking' invoeren. Anderzijds: verbetering van de kwaliteit van de arbeid.
Beide doelstellingen vereisen een hogere inzet van de betrokken mensen, afgezien nog van het grote verlies van arbeidsplaatsen dat ermee gepaard gaat. Zo revolutionair is die 'zelfsturing' dus niet. Helaas introduceert Jos ook de feilen en beperkingen van de zelfsturende teams, bijvoorbeeld de grote werkdruk die deze vorm van anders organiseren legt op de mensen die achterblijven en de uitsluiting van laagopgeleiden.
* Een derde voorbeeld. Je schrijft de oorzaken van het faillissement van de automobielindustrie van Detroit toe aan de voortgezette productie van benzine slurpende, grote bakken en de concurrentie van de Japanse automobielindustrie. Die Amerikanen hebben wel wat boter op hun hoofd. Na de nederlaag van Japan in de Tweede Wereldoorlog waren de Japanners genoodzaakt hun industrie op te bouwen met zeer beperkte middelen. Ze hebben dat gedaan in de autobranche. Dat is bekend geworden onder de naam van het 'Toyota Productie Systeem'. Dat werd zo'n succes dat de Amerikanen dat overgenomen hebben: het 'Lean Productie Systeem'. Deze managementstrategie hebben de Amerikanen toegepast in Detroit, het resultaat heb je met eigen ogen kunnen aanschouwen. Een rationalisering van productietechnieken die enorme hoeveelheden arbeidsplaatsen gekost heeft.

De kern van mijn betoog is dat de sociaal-economische problemen, waarmee het kapitalisme als systeem de arbeidersklasse opzadelt, zo ingrijpend zijn dat het onwaarschijnlijk is dat ze met een nieuw elan en frisse initiatieven opgelost kunnen worden. Neemt niet weg dat ik met jou enthousiast ben voor kleinschalige oplossingen. Maar ik ben er ook van overtuigd dat de problemen zo ernstig zijn dat 'links' voor de opdracht staat nieuwe, kritische analyses te ontwikkelen. Daar ligt onze gezamenlijke uitdaging.

Verbreding

In Brazilië heb je Lulu ontmoet. Het getuigt van moed dat je onomwonden zijn kritiek op het Europese socialisme weergeeft. Het is iets waaraan we moeten werken, zeker gezien de taken die je schetst en die ik nog eens aangedikt heb. Ik haal jou en Lulu maar even aan.
"Jarenlang was links in Europa een voorbeeld voor partijen die in Latijns-Amerika iets van de grond probeerden te krijgen. Daar ziet de Braziliaanse oud-president nu weinig meer van: 'Links in Europa moet zich grondig hervormen. Ze verdedigen aarzelend de verworvenheden van de afgelopen vijftig jaar, terwijl rechts in de aanval gaat tegen buitenlanders, zich sterk zegt te maken voor een gezond milieu en andere thema's. Noch de Socialistische Internationale, noch de G-20 die ik van haver tot gort heb leren kennen, komen met nieuwe ideeën. De mensen zijn onzeker, wat maakt dat links voor de uitdaging staat om nieuwe paradigma's uit te werken. Wie vergeet dat de wereld verandert en de relatie met nieuwe ontwikkelingen mist, verliest de strijd. Zonder verbondenheid met het volk heeft onze partij geen bestaansrecht'."(pp. 101, 102)

Dat zijn de lessen die je graag meeneemt. Goede lessen die ik graag onderschrijf. Er vloeien feitelijk twee taken uit voort.
Ten eerste is het zaak heel kritisch naar de ontwikkelingen van het kapitalisme te kijken en een nieuwe analyse te maken, het 'nieuwe paradigma'. Daarbij mogen we onze geschiedenis niet vergeten. De analyse van het systeem van de kapitalistische productiewijze in het algemeen en in het bijzonder door Karl Marx zijn nog van heel veel waarde. Dat zijn onze wortels.
Ten tweede moeten we het arrogante idee laten varen dat iemand op links het exclusieve recht heeft op de juiste inzichten. De kracht van links is het kritische vermogen en de verscheidenheid. Het open en gezamenlijke debat tussen de politieke partijen en organisaties die zich als 'links' beschouwen en de verwante sociale bewegingen (de SP is geen sociale beweging) kan ons verder helpen. Dat is dialectiek. Fouten worden gemaakt, de ruimte om erover te discussiëren moet er altijd zijn. Het komende congres van de SP zou daarvoor een prima gelegenheid zijn. Een fundamentele discussie door links waarvan niemand wordt uitgesloten, is waardevoller dan de discussie of Jan zijn langste tijd gehad heeft.


1 Emile Roemer, (2015), Het kan wel, tussen Binnenhof en buitenwereld', Amsterdam, Van Gennep. (terug)