Voor voldoende en billijke bijdragen tegen de klimaatverandering
Klimaatconferentie in Parijs (COP21) spoort niet
Civil Society Review / Jan Taat
Voor de klimaatconferentie, december Parijs, heeft een groot aantal landen vrijwillige bijdragen voorgesteld in de vermindering van hun uitstoot van broeikasgassen: "Intended Nationally Determined Contributions" (IDNC). Een groep sociale bewegingen, ngo's (milieu en ontwikkeling), vakbonden, religieuze organisaties en burgerinitiatieven heeft deze IDNC's onder de loep genomen. Met onder meer als vragen: leiden ze tot voldoende vermindering van de opwarming van het klimaat en zijn de lasten eerlijk verdeeld (klimaatrechtvaardigheid)?
Het uitgebrachte rapport "Fair Shares: A Civil Society Equity Review of INDC's" gebruikt gegevens van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC). 1 Eén van de conclusies is dat sinds de industriële ontwikkeling de temperatuurstijging 0,85 °C bedraagt; de gevolgen daarvan zijn nu al zichtbaar.
Een stijging van meer dan 1,5 °C zal onaanvaardbare gevolgen hebben voor miljarden mensen. Het IPCC schat dat deze stijging over de periode 2011-2050 wordt bereikt met een emissie van 400-850 Gt CO2eq. 2 Met de huidige emissie is dat al het geval binnen tien tot twintig jaar, voor de rest van de tijd tot 2050 blijft er dan niets meer over.
In de toetsing of de IDNC's leiden tot voldoende vermindering van de temperatuurstijging is een scenario gebruikt waarbij de opwarming zeer waarschijnlijk groter is dan 1,5 °C, maar waarschijnlijk (66 procent kans) kleiner dan 2 °C. Dat is meer dan wenselijk, maar voor 1,5 °C zou de emissie onmiddellijk moeten stoppen.
Wat is billijk?
Om de klimaatverandering voldoende tegen te gaan, zullen landen bijdragen moeten leveren. Bij de vaststelling welke bijdrage billijk is, speelt de geschiedenis een rol. De ontwikkelde landen hebben tijdens hun eigen ontwikkeling zonder beperkingen broeikasgassen uitgestoten en kunnen van de huidige resultaten gebruikmaken. Voor een billijke verdeling dient die historische uitstoot meegerekend te worden. Het rapport gebuikt twee scenario's: de emissies tellen mee vanaf 1850 of vanaf 1950. De Verenigde Naties gaan van 1990 als referentie uit en die is ter vergelijking ook meegenomen.
Een andere kwestie is de capaciteit van een land om de emissie te verminderen. Zonder technologie en financiële middelen is niet veel mogelijk en is het niet billijk meer te eisen. Het rapport hanteert een inkomensgrens van 7.500 dollar per persoon per jaar, het gedeelte van de bevolking onder deze grens draagt niet bij aan de capaciteit van het land.
Het rapport gebruikt verschillende scenario's voor billijkheid: een start in 1850 of 1950 of 1990 en een verschillende progressiviteit (invloed) van de billijkheidscriteria: met laag, matig en hoog. Een start in 1850 met hoge progressiviteit geeft ontwikkelde landen een grotere billijke bijdrage dan een start in 1950 met een lage progressiviteit.
Is het genoeg?
|
Figuur 1 Billijk aandeel en IDNCs
|
Kijken we naar de rechter kolom van figuur 1, dan zien we de totalen van de IDNC's van arme en rijke landen. De voorwaardelijke IDNC's van arme landen zijn gearceerd. Het grijze gedeelte is de emissievermindering die nog noodzakelijk is. Het gat dat vrijwillige bijdragen openlaat, is 50 procent. De IDNC's zijn dus niet genoeg. Er zijn schattingen dat de temperatuursverhoging in de huidige situatie zal uitkomen op 3 °C.
Is het billijk verdeeld?
Het billijk te noemen aandeel staat in de linker kolom van figuur 1 en is te vergelijken met de vrijwillige bijdragen rechts. De arme landen hebben al meer aangeboden dan hun billijk aandeel. De rijke landen bereiken nog geen kwart van hun eerlijk aandeel. De figuur geeft ook aan dat de rijke landen door alleen binnenlandse maatregelen te nemen hun aandeel niet zullen halen. Door financiële en technologische bijdragen aan arme landen moeten ze hun aandeel vergroten.
Het rapport geeft een vergelijking tussen tien representatieve landen. Daarbij zijn de 28 landen van de Europese Unie opgevat als één land. Zij hebben namelijk alle dezelfde IDNC: 40 procent vermindering van de binnenlandse broeikasgasuitstoot in 2030 vergeleken met 1990. In plaats van de gebruikelijke hoeveelheid per land - ook te vinden in het rapport - zijn in figuur 2 de gegevens per inwoner overgenomen. Hier zien we dat landen als Rusland, Japan, de Verenigde Staten en de Europese Unie hun billijk aandeel ruimschoots niet leveren, onafhankelijk van het te kiezen scenario. Brazilië zit op twee derde, terwijl Kenia, de Marshall Eilanden, China, Indonesië en India er al op of overheen zitten.
|
Figuur 2 Billijk aandeel en IDNCs per land
|
Acties om het gat te vullen
Volgens het rapport is een systematische omvorming van onze maatschappij en economie nodig om de klimaatcrisis op te lossen. De volgende acties zijn daarvoor nodig:
- Het verdrag van Parijs (COP21) moet een raamwerk bieden waarbinnen de binnenlandse bijdragen en de globale doelen worden vastgesteld volgens wetenschappelijke en principes van billijkheid.
- Het verdrag van Parijs moet sterke mechanismen bevatten om de INDC's ambitieuzer te maken en meer tussentijdse controle op de voorgang in te bouwen.
- Substantiële bijdragen van ontwikkelde landen aan de vermindering van uitstoot, aanpassing aan de nieuwe klimaatomstandigheden en schadeloosstelling van ontwikkelingslanden zijn essentieel.
- Alle landen moeten hun omschakeling op duurzame energieopwekking versneld, daadkrachtig en gericht ter hand nemen.
De vakbeweging
Het rapport gaat vanzelfsprekend niet in op een rol van de vakbeweging. Het Internationaal vakverbond (IVV, International Trade Union Confederation, ITUC) ondersteunt het rapport en sprak zich al eerder in klare taal uit over COP21 met de leuze "Op een dode planeet? Daar is geen werk meer!" 3
In Nederland ondersteunt de FNV de Klimaatparade in Amsterdam om de eisen in Parijs kracht bij te zetten: zondag 29 november, Museumplein 12.00 uur. 4
Wie binnen de vakbeweging aan meer activiteiten voor een leefbaar klimaat mee wil doen, kan terecht bij de werkgroep Klimaatverandering FNV via
. 5
1 | Zie: Civil Society Review, civilsocietyreview.org
(terug)
|
2 | Gt CO2eq betekent miljard ton kooldioxide equivalent. Er zijn veel broeikasgassen, waarvan sommige een groter effect hebben dan andere. Met dat gegeven is rekening gehouden met de omrekening naar CO2 equivalent. Kortheidshalve is de afkorting Gt voor Gt CO2eq gebruikt.
(terug)
|
3 | Zie: Ingezonden, "Op een dode planeet? Daar is geen werk meer!",19 april 2015
(terug)
|
4 | Zie: Ingezonden, "Klimaatparade: Doe mee!", 4 november 2015
(terug)
|
5 | Zie: Grenzeloos, "Klimaatverandering: een zaak van de vakbonden",30 april 2015
(terug)
|
|