welkom
extra
Solidariteit

De verschrikkingen van de Groote Oorlog - impressies

Patriottisme is niet genoeg

Harry Peer

"Wanneer Jezus op aarde komt, zal hij als eerste een Pruisisch soldatenuniform willen aantrekken." Een eigenaardige constatering. Een eeuw geleden neergepend door een in een psychiatrische kliniek in Heidelberg opgenomen, van de slagvelden teruggekeerde, krankzinnig geworden Duitse soldaat.

Ik las deze zin begin dit jaar op de tentoonstelling die deel uitmaakte van de Prinzhorn collectie van de Universiteitskliniek. Met daarin de kunstzinnige producten - schilderijen, tekeningen, aquarellen, sculpturen, gedichten, verhalen, enzovoort - van al die mentaal en vaak ook lichamelijk gewonde soldaten die er een tehuis kregen, soms voor de rest van hun leven. Een moeizaam patiëntenbestaan dat ook nog eindigde als slachtoffer van het euthanasieprogramma van Hitler.

Vooromslag catalogus tentoonstelling van de Prinzhorn collectie
Tentoonstelling Heidelberg - Foto Harry Peer

Poor little Belgium

Bronzenplaquette van gezamenlijk om Verdun rouwende Engelse en Duitse soldaat
Gedenkteken Slag bij Verdun
Foto Harry Peer
Elf dagen lang boden de Belgen in het Fort van Loncin bij Luik heldhaftig weerstand tegen de Duitse invallers. Op 15 augustus 1914 ontplofte het fort na een frontale kanon-aanval van de "Grote Bertha". Een granaat van 42 cm en 800 kilo legde het fort in de as, 350 mensen kwamen om het leven. De Duitsers trokken verder naar het westen. Hun generale staf hoopte volgens het Von Schlieffen-plan snel door te kunnen stoten naar Parijs. Aan het enthousiasme, waarmee de Duitse soldaten, toegejuicht en uitgezwaaid door hun landgenoten, in augustus 1914 België binnen marcheerden, kwam al gauw een einde. Maar ons mededogen ligt in de eerste plaats bij hun slachtoffers. 'Poor little Belgium', weerklonk het ontzet in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. De geallieerde soldaten uit het Britse, Franse en Russische rijk en vanaf begin 1917 uit de Verenigde Staten kwamen op de been om de Duitsers, Oostenrijkers en de andere Centrale mogendheden te verslaan. Eind december 1914 zijn er al honderdduizenden slachtoffers van de Groote Oorlog te betreuren. De oorlog loopt vast in de loopgraven.

De fronten staan stil. De generale staven en staatslieden voelen niets voor een diplomatieke oplossing en zetten de militaire inspanningen voort. Het ene bloedbad volgt op het andere. De ellende houdt niet op. Hieronder een selectie van bijzondere oorlogsgebeurtenissen en hun nasleep uit 1915, mij herinnerend aan plekken en plaatsen waar ik recent of langer geleden ben geweest.

Volkerenmoord op Armeniërs

Op 4 januari worden de Turken bij Samikamis in Trans Kaukasië door de Russen verslagen. Op 24 april 1915 pakt de Jong Turkse regering de hele Armeense bovenlaag van Istanboel op. Tweeduizend Armeense politici, kunstenaars, journalisten en ondernemers worden later vermoord. Daarmee begint de massamoord, de genocide, op meer dan een miljoen Armeniërs. De Duitsers die met de Ottomanen waren verbonden, stonden erbij en keken ernaar. Een betrokkenheid die ze erkennen. De Duitsers hadden kunnen ingrijpen. Allerlei bronnen tonen het aan.

In de Kaiser-Wilhelm-Gedächtnis-Kirche in Berlijn wordt op zondag 29 maart 2015 een oecumenische boetedienst gehouden met aandacht voor de Duitse medeverantwoordelijkheid bij de volkerenmoord op de Armeniërs. Ik krijg een folder in de hand gedrukt Der Völkermord an den Armeniern und die Mitschuld Deutschlands. De genocide op de Armeniërs bleek voor Hitler een inspiratiebron voor de genocide op de Joden.
In Berlijn bezoek ik tevens het Käthe Kollwitz Museum, waar werk van de beroemde grafisch kunstenares en beeldhouwster is opgesteld. Op 22 oktober 1914 sneuvelt Peter Kollwitz - musketier in het Duitse leger - als eerste van zijn regiment bij een aanval op Diksmuide. Käthe had net tien dagen geleden afscheid van haar zoon genomen. Zijn dood zet haar aan het denken over de waanzin van de oorlog en leidt ertoe dat ze pacifist wordt. Na 1919 beeldt Käthe de oorlogsellende uit in affiches, gedenkstenen en in de houtsnedenserie "Der Krieg".

Anzac-day

De Armeniërs herdenken elk jaar de 24-ste april. Australië en Nieuw-Zeeland doen dat de 25-ste: Anzac-day (Australian and New Zealand Army Corps) bevestigt hun nationale identiteit en saamhorigheid. Op 25 april 1915 landen Britse, Australische, Nieuw-Zeelandse en Franse troepen op de Dardanellen. De invasie van het Turkse schiereiland Gallipoli is bedoeld om Istanboel te veroveren en een vrije zeeroute met bondgenoot Rusland te verkrijgen. Het gevecht met de vijand loopt tot begin 1916 met grote ontberingen en vele gesneuvelden aan beide zijden. De Geallieerden verliezen 265.000 man, het merendeel Australische en Nieuw-Zeelandse soldaten. De Britse minister van Marine Winston Churchill wordt gedwongen af te treden. De Turken zijn de overwinnaars, maar tellen wel zo'n 300.000 doden, gewonden en vermisten. De overwinning maakt de weg vrij voor de Turkse Onafhankelijkheidsoorlog en de oprichting van de Republiek Turkije onder Atatürk acht jaar later.
Ik weet niet of de Italianen jaarlijks bij 26 april stil staan, maar op die dag in 1915 sluiten zij in Londen een geheim verdrag af voor oorlogsdeelname aan de zijde van de Geallieerden waarvoor ze territoriale toezeggingen krijgen. Een maand later verklaart Italië de oorlog aan Oostenrijk/Hongarije en op 26 augustus 1916 volgt de oorlogsverklaring aan Duitsland.

Van het land naar de zee. Op 7 mei 1915 wordt de Lusitania tijdens een reis van New York naar Liverpool door de Duitsers in de Atlantische Oceaan voor de kust van Kinsale tot zinken gebracht; 1.198 van de 1962 opvarenden, waaronder 128 Amerikaanse staatsburgers, komen door verdrinking om het leven. Onder druk van de Verenigde Staten beperken de Duitsers de duikbotenoorlog enigszins. Toen Duitsland begin 1917 weer overschakelde op de onbeperkte duikbotenoorlog, liep de anti-Duitse stemming in de Verenigde Staten zo hoog op dat president Wilson Duitsland de oorlog kon verklaren. Met de deelname van de Verenigde Staten aan de zijde van de Geallieerden was het lot van Duitsland bezegeld.

Verpleegster Edith Cavell

Foto standbeeld Edith Cavall
Standbeeld Edith Castell in Londen - Foto Harry Peer
1915 Is ook het jaar van nieuwe dodelijke wapens, zoals gifgas, door het Duitse leger eerst aan het Oostfront gebruikt en daarna aan het Westfront tijdens de Tweede Slag van Ieper. Op 12 oktober 1915 fusilleert een Duits vuurpeloton de 49-jarige Britse verpleegster Edith Cavell in Schaarbeek. Haar dood leidt tot grote internationale verontwaardiging. In mei 1919 wordt haar stoffelijk overschot opgegraven en voor een grote plechtigheid vervoerd naar de Westminster Abbey.
Edith Cavell ligt begraven in de kathedraal van Norwich. Er is een standbeeld van haar op St. Martin's Place in Londen waarop ik lees: "Patriotism is not enough. I must have no hatred or bitterness for anyone." Het is begin april 2015. Er staan enkele vrouwen rondom het monument, ze voeren actie tegen de oorlogsbewapening en de almaar hoger wordende kosten daarvan.

Terug in de tijd. Op 21 december 1915 veroveren de Fransen na vreselijke gevechten opnieuw de Hartmannswillerkopf om de volgende dag weer te worden verdreven en volledig vernietigd. "Eind 1915 vocht geen van de oorspronkelijke combattanten nog een oorlog zoals hij die had gewenst of verwacht. De hoop op een snelle overwinning was vervlogen, nieuwe vijanden waren verschenen en nieuwe fronten geopend", noteert de Britse historicus John Keegan in zijn veel geprezen werk over de Eerste Wereldoorlog.

"In Flanders Fields"

In maart dit jaar maakte ik een reis langs de loopgraven, slagvelden, begraafplaatsen, monumenten en musea van het Westelijk Front, van Nieuwpoort en Diksmuide in Zuidwest België naar Verdun in Noordoost Frankrijk. Veel observaties, indrukken en gevoelens. Op akkers kun je de granaatscherven nog van de grond rapen, op sommige plekken ruik je bij wijze van spreken nog de kruitdamp en zie je in de loopgraven de ratten tussen de lijken lopen. Een tocht van de "Last Post" van de klaroenblazers bij de Menenpoort te Ieper tot het Ossuarium en het onafzienbare oorlogskerkhof van Douanat bij Verdun. Hier vond in 1916 de langste slag uit de Eerste Wereldoorlog plaats die tien maanden duurde. Meer dan 400.000 soldaten kwamen om het leven.

Van alle war poets, oorlogsdichters, grijpt In Flanders Fields van John Alexander McCrae mij het meest aan. McCrae was een Canadese militaire arts - chirurg in de oorlog - die op 2 mei 1915 tijdens de Tweede Slag om Ieper zijn vriend luitenant Alexis Helmer verloor die werd gedood door een Duitse artilleriegranaat. Op die avond begon McCrae aan het beroemde gedicht. De definitieve versie schreef hij op 8 december 1915. De eerste Nederlandse vertaling verscheen in 1919 van de hand van Rachel Schaballie onder de titel De kollebloemen van Vlaanderen.

Vlaanderens hart bloedt in zijn kollebloemen open,
tussen de kruisjes door, die, rij naast rij geplant,
het simpel teeken zijn, waaronder wij steeds hoopen,
dat onze milde dood de vree werd voor dit land.
Bij rooden dageraad volgden wij in het blauwe
den zoeten leeuwerik, wiens jubel werd gestoord
door schroot en vloek en klacht. Tot men ons kwam houwen
en op dit Vlaamsche veld ons streven werd gesmoord.
Gij, die nu na ons leeft, wij reiken u de toortsen,
verheft ze naar het licht, elk roepe een nieuwen held:
verbreekt gij onze trouw, dan wordt in wreedste koortsen
ons 't heilig verbod te slapen in dit veld:
in elke kollebloem zouden wij blijvend bloeden!

Maar geachte lezer, kijk absoluut naar het beeld van het glooiende Vlaamse landschap met de rode klaprozen en luister naar de oorspronkelijke Engelse tekst in het door Anthony Davies voorgedragen In Flanders Fields op YouTube – https://www.youtube.com/watch?v=K6BlOkpdkg8
MCrae stierf op 28 januari 1918 aan een long- en hersenvliesontsteking in Boulogne-sur-Mer waar hij in het veldhospitaal werkte. Hij heeft de leeftijd van 45 jaar bereikt.

Literatuur:
John Keegan, De Eerste Wereldoorlog 1914-1918. Uitgeverij Balans, Amsterdam en Uitgeverij Van Halewyck, Leuven, 2000.
Koen Koch, Een kleine geschiedenis van de grote oorlog. 1914-1918. Uitgeverij Ambo/Anthos 2009.
Henk van der Linden en Perry Pierik (red.), Het dramatische jaar 1915. Verloren onschuld. Uitgeverij ASPEKT, Soesterberg, 2014.
Frits Boterman, Arnold Labrie, Willem Melching (red.), Na de catastrofe. De eerste Wereldoorlog en de zoektocht naar een nieuw Europa. Nieuw Amsterdam Uitgevers, 2014.
Zie ook: www.ssew.nl, de website van Stichting Studiecentrum Eerste Wereldoorlog, waarvan het doel is het wegwerken van de achterstand in Nederland met betrekking tot de kennis over de Eerste Wereldoorlog.

Tentoonstelling Heidelberg - Foto Harry Peer