Zeventien tegenstellingen en het einde van het kapitalisme - David Harvey 1
De belofte van een revolutionair humanisme
Sjarrel Massop 2
Het is een misvatting en een utopie dat er een ideale wereld gevormd kan worden, ook geen socialistische of communistische. Zo'n perspectief is even onzinnig als een hiernamaals met zeventig maagden en pap op gouden borden. De diversiteit van mensen laat zoiets niet toe. Het streven naar een samenleving waarin niemand uitgesloten wordt, is echter terdege de moeite waard.
Een samenleving, waar alle mensen, niemand uitgezonderd, kunnen leven in voorspoed, geluk en creativiteit en met respect voor de natuur en leefwereld. Dat is de belofte van een revolutionair humanisme dat volledig contrasteert met het kapitalisme.
De vraag in welke samenleving of wereld we willen leven, kan niet gescheiden worden van de vraag wat voor soort mensen we willen zijn, welke sociale relaties we zoeken, welke relatie met de natuur we koesteren, welke levensstijl we wensen, welke esthetische waarden we aanhouden. (p. 282)
Uitbannen van uitsluiting
David Harvey levert geen blauwdruk of een panklaar recept voor een nieuwe samenleving. Dat zou mensen inderdaad tot inactiviteit aanzetten. Ze zouden een houding aannemen van 'het kan voor me worden geregeld, ik laat het aan de deskundigen over'. Zo is het niet, we moeten gezamenlijk onze samenleving inrichten, ons eigen leven vormgeven en ons niet laten ringeloren door mensen die macht over ons willen uitoefenen.
Het geloof dat we door bewuste gedachten en acties zowel de wereld waarin we leven als onszelf kunnen veranderen om het beter te krijgen, is de definitie van de humane traditie. (p. 282)
Het humanisme is zowel vanuit een religieuze als een seculiere benadering een wereldbeschouwing die zijn resultaten meet in termen van de bevrijding van de menselijke mogelijkheden, capaciteiten en vermogens. (p. 283)
Een kenmerk van dit humanisme zou het volledige uitbannen van uitsluiting moeten zijn. Vrouwen, anders gekleurden, mensen met diverse seksuele voorkeuren, religieuzen en andersdenkenden maken deel uit van de samenleving. Een kenmerk is ook de invloed uitbannen van mensen die volgens elk willekeurig criterium anderen uitsluiten. De enigen die uitgesloten moeten worden, zijn zij die zich aan een dergelijk uitsluitingsproces schuldig maken. Toch horen ook deze mensen thuis in een samenleving, alleen wordt hun, al of niet tijdelijk, de macht ontnomen die samenleving te vormen.
Binnen de seculiere traditie zijn er veel variëteiten van humanistisch denken en een daaraan gekoppelde praktijk, inclusief een wereldlijk, liberaal, socialistisch en een marxistisch humanisme. (p.284)
De reden waarom Marx zich nooit een marxist genoemd zou hebben, is omdat vele van zijn vermeende volgers zich ernstig schuldig gemaakt hebben aan onmenselijke praktijken en bij voorbaat geen humanisten waren. Er is dus een zeer weerbarstige praktijk voor dit humanisme. Vaak zijn de intenties goed, maar wordt de praktijk beperkt tot solidariteit met de eigen groep, een mechanisme dat juist leidt tot uitsluiting van anderen.
Dit verandert de idealen en de praktijk van vrijheid in een gereedschap voor de staten in dienst van de reproductie en de continuering van een kapitalistenklasse met een macht en een geprivilegieerde positie. (p. 285)
De moeilijkheid met de humanistische traditie is dat ze zich geen goede notie eigen maakt van de onvermijdelijke interne tegenstellingen en bovendien overduidelijk gevangen zit in de tegenstelling tussen vrijheid en dominantie. (p. 285)
"Wann wird man je verstehen?"
Tegenstellingen bieden geen belemmering voor menselijke ontwikkeling. Integendeel, ze vormen juist de motor voor nadenken over de eigen positie en de vooruitgang. Op voorwaarde dat ze uitsluiting van mensen tegengaan. De tegenstellingen zijn in de voorafgaande bijna twintig artikelen naar aanleiding van Harvey's boek uitgebreid aan de orde gekomen. Dat is de ook de strekking van de door hem geciteerde uitspraak van Bertolt Brecht: "Hoop is latent aanwezig in tegenstellingen." (p. 265)
Strijden tegen verdeeldheid
Welk humanisme hebben we nodig om de wereld te veranderen in een antikapitalistische? Want het is duidelijk dat een wel erg grote bijkomstigheid van het kapitalistische systeem leidt tot een systematische uitsluiting van veel mensen. Ik geloof er net als Harvey in dat de wereldburgers in staat zijn om zo’n soort humanisme vorm te geven.
Er is een schreeuwende behoefte ons uit te spreken voor een revolutionair humanisme. Dat verbonden kan worden aan een humanisme gebaseerd op religies, om de vervreemding tegen te gaan die zich in vele vormen in de kapitalistische praktijk aandient. Om de wereld radicaal te veranderen. (p. 287)
Het klinkt allemaal wellicht enigszins verheven, maar het kan geen kwaad het eens een keer gezegd te hebben. De vanzelfsprekendheid van het kapitalistische systeem, de bijzonder irrationele verbinding met democratie, de demonisering van grote groepen mensen en de uitsluiting die het organiseert, dat zijn de grootste blokkades voor een menswaardige samenleving.
Een revolutionair humanisme vereist de verbinding van 'de Marx' van de doorwrochte analyse van het kapitaal met 'de Marx' van de economische en filosofische manuscripten van 1844. Die verbinding betreft de besproken tegenstellingen in dit boek, het resultaat van die verbinding raakt het hart, we zouden het moeten omarmen in onze strijd voor een andere wereld. (p. 287)
De verbinding van de verschillende 'deelstrijden' is onvermijdelijk. Alle problemen rondt de uitsluiting moeten worden opgelost. Er is geen leefbare wereld waarin de klassenverschillen opgeheven zijn, terwijl bijvoorbeeld de rassendiscriminatie nog bestaat. Het verdeeldheid zaaiende kapitalisme rust daar op en slaagt er telkens weer ongelijkheden te realiseren.
Hoe meer de rassen en klassen naadloos in hun strijd aan elkaar verbonden worden, des te sneller de lont voor de revolutie gaat branden. Wat Marx zo duidelijk maakt in zijn analyses is het dagelijkse geweld, waarmee de dominantie van het kapitaal over de arbeid wordt bestendigd. (p. 291)
Harvey ziet in twee en een halve eeuw ontwikkeling van het kapitalisme overeenkomsten in de wijze waarop de onderdrukking van de werkende en werkeloze en inmiddels geflexibiliseerde klassen vorm gegeven wordt. Dit betreft zowel de getalsmatige uitsluiting als de degeneratie van de arbeid. Een clustering van problemen die Marx formuleerde als de ontwikkeling van de formele naar de reële onderschikking van de arbeid onder het kapitaal. Deze wordt het duidelijkst, wanneer het kapitalisme voor de zoveelste keer weer eens in een crisis komt.
Een crisis die zoals gebruikelijk afgewenteld wordt op het proletariaat en het precariaat. Het kapitalisme als systeem is en blijft echter dynamisch en heeft een geweldig aanpassingsvermogen. Voortzetting van nauwkeurige analyses van die aanpassingen is dan ook noodzakelijk, bijvoorbeeld op basis van de originele manuscripten die Marx ons nagelaten heeft.
De zeventien tegenstellingen samengevat
David Harvey is zo vriendelijk geweest op basis van de zeventien tegenstellingen ons concrete ideeën te bieden voor een politieke en economische praktijk. Hier nog eens samengevat.
1. Streven naar een productie van gebruikswaarden die minimaal voldoet aan de behoeften van alle mensen.
2. Voor de circulatie van deze gebruikswaarden is een ruilmethodiek nodig die private beïnvloeding uitsluit.
3. Vervanging van de tegenstelling tussen privébezit en staatsmacht door gemeenschappelijke rechten.
4. De toe-eigening van sociale macht door privé personen is principieel verwerpelijk (marktwerking in de zorg en onderwijs).
5. Geassocieerde producenten zullen de klassentegenstellingen tussen kapitaal en arbeid oplossen.
6. Het dagelijkse leven dient te worden getemporiseerd (we hoeven steeds minder tijd te maken, omdat we er meer en meer van krijgen).
7. Geassocieerde bevolkingen gaan met elkaar communiceren om problemen samen op te lossen.
8. Ontwikkeling van nieuwe technologieën en organisatievormen wordt gebruikt om de lasten te verlichten van alle vormen van sociale arbeid.
9. Terugdringing van de technische deling van de arbeid door gebruik te maken van automatisering, robotisering en kunstmatige intelligentie.
10. Het monopolie en de gecentraliseerde macht over de productiemiddelen onderbrengen in associaties.
11. De grootst mogelijke diversificatie kan bestaan in de wijze waarop mensen met elkaar samenleven.
12. Afschaffing van alle ongelijkheden in materiële voorzieningen.
13. Uitbanning van sociaal noodzakelijke arbeid (zorg) uit het commerciële leven.
14. Gelijke aanspraak op educatie en ontwikkeling als mens voor iedereen.
15. Geen economische groei vormt de basisgedachte van de economie. Uitbanning van de groei door onteigening ('accumulation by dispossession').
16. Afstemming van de productie op de bescherming van het ecosysteem.
17. Toerusting van niet vervreemde en creatieve mensen met een nieuw zelfvertrouwen, aangespoord tot de vorming van veilige collectieven.
Al deze activiteiten sorteren slechts effect als ze met elkaar verbonden zijn. Allianties van strijd voor deelbelangen zijn duidelijk nodig. (p. 297)
1 |
David Harvey, Seventeen contradictions and the end of capitalism, 2014. London, Profile Books. (terug)
|
2 |
Zie voor eerdere besprekingen:
tegenstelling 1 - gebruikswaarde en ruilwaarde - extra 272-2, 22 maart 2015;
tegenstelling 2 - sociale waarde van arbeid en geld - extra 276-2, 17 mei 2015;
tegenstelling 3 - privé eigendom en kapitalistische staat - extra 278-3, 14 juni 2015;
tegenstelling 4 - private toe-eigening en maatschappelijke welvaart - extra 284-2, 6 september 2015;
tegenstelling 5 - kapitaal en arbeid - extra 287-3, 18 oktober 2015;
tegenstelling 6 - kapitaal als proces of als ding - extra 288-2, 1 november 2015;
tegenstelling 7(a) - de eenheid van productie en realisatie - extra 290-4, 29 november 2015;
tegenstelling 7(b) - in de eenheid van productie en realisatie - extra 295-2, 7 februari 2016;
tegenstelling 8 - technologie, arbeid en menselijke overbodigheid - extra 296-2, 21 februari 2016;
tegenstelling 9(a) - (Ver)deling van de arbeid - extra 298-3, 20 maart 2016;
tegenstelling 9(b) - (ver)deling van de arbeid (2)extra 299-2, 3 april 2016;
grondstelling - Sociaal bewegen, goed voor de geest extra 300-1, 17 april 2016;
tegenstelling 10 - Monopolie/competitie - centralisatie/decentralisatie extra 301-1, 1 mei 2016;
tegenstelling 11 - Ongelijke Geografische ontwikkeling en de productie van ruimte extra 303-2, 29 mei 2016;
tegenstelling 12 - Verschil tussen inkomen en rijkdom - extra 305-3, 26 juni 2016;
tegenstelling 13 - Sociale reproductie - extra 307-2, 24 juli 2016;
tegenstelling 14 - Vrijheid en overheersing - extra 309-1, 21 augustus 2016;
tegenstelling 15 - Samengestelde accumulatie - extra 311-2, 18 september 2016;
tegenstelling 16 - Relatie Kapitaal/Natuur - extra 313-2,, 16 oktober 2016.;
tegenstelling 17 – Revolte van de mens tegen algemene vervreemding - extra 315-2,, 13 november 2016.
(terug)
|
|