Misbruik flexkrachten bij gemeente Amsterdam
Acties voor gelijke rechten gaan door
Roland Siebe
De gemeente Amsterdam maakt al jarenlang op grote schaal gebruik van externe inhuur. Op een personeelsbestand van circa 13.000 medewerkers werken minimaal 3.000 op een flexcontract, waarvan 2.500 uitzendkrachten. Hiervan zijn 700 mensen minstens anderhalf jaar werkzaam voor de gemeente. Dit zijn de officiële cijfers die wethouder Litjens (VVD) onlangs bekend maakte. De gemeente en cijfers vormen echter geen briljante combinatie. Zo kon recent een bedrag van vijftig miljoen niet worden teruggevonden. De gemeente en flexarbeid, wat is er aan de hand?
Zoals eerder bericht in Solidariteit (extra 292-1b, 27 december 2015), is sinds vorig jaar bij de gemeente Amsterdam een Flexwerkgroep actief, op initiatief van FNV kaderleden en gesteund door FNV Overheid. In deze groep werken gemeenteambtenaren samen met collega's die op basis van een flexcontract voor de gemeente werken. Het doel is vooral om die contracten om te zetten in vaste banen. Met als één van de eisen het recht van flexmedewerkers om op interne vacatures te kunnen solliciteren.
Daarnaast gaat het om gelijke arbeidsvoorwaarden, omdat de gemeentelijke cao veel beter is dan de uitzend-cao. Ondanks de eerder afgedwongen toezegging, bijna een jaar geleden, dat het afgelopen zou zijn met idioot korte contracten van minder dan zes maanden - zelfs een maand komt voor - is deze praktijk nog deels gaande.
 |
Acties 350 ambtenaren tegen flexcontract, 17 maart 2016, Stopera Amsterdam. Uitreiking prijs 'flextremist'. |
Verbreding
Na de succesvolle actie in 2015 op de afdeling Werk & Re-integratie, voorheen Dienst Werk en Inkomen, is besloten het gehele gemeentelijke apparaat aan te pakken. Er waren dan wel twintig flexcontracten in vast omgezet en was aan de korte 'drie maand contracten' op deze afdeling een eind gemaakt, een lange weg bleek nog te gaan. Duidelijkheid over de werkelijke omvang van de flexibele schil was nodig en de genoemde eisen moesten opgenomen worden in controleerbaar beleid, waaraan rechten ontleend kunnen worden. Dat was en is de inzet.
Om dit te realiseren zou de bestaande groep zich naar meer afdelingen moeten uitbreiden om zo voldoende kracht vanuit de werkvloer te kunnen ontwikkelen. Geen gemakkelijke opgave bij een organisatie die op tientallen locaties in de stad is gevestigd en waar het personeel van de binnendienst zo'n 75 procent van het bestand vormt. Een sector die bovendien in tegenstelling tot de buitendiensten, met name de Reiniging, nagenoeg geen actietraditie kent.
De eerste activiteit bestond uit een publicatie op intranet, waarin de eerder gevoerde eisen werden herhaald en het (flex)personeel werd opgeroepen de opgedane ervaringen door te geven via een aan het artikel gekoppeld formulier. De oproep bevatte ook de aankondiging van een bijeenkomst, 17 maart 2016 op het stadhuis, de Stopera.
Petitie
Op het mailadres van de werkgroep stroomden in enkele weken tijd honderden mails van flexmedewerkers binnen die blij waren eindelijk hun vaak schrijnende verhaal kwijt te kunnen. De rode draad was de totale en langdurige onzekerheid over werk en inkomen. Het punt dus dat mensen soms jarenlang op contracten van enkele maanden worden gezet. Zo meldde iemand van een verlenging geen plezier meer te hebben, omdat het de voortzetting van onzekerheid betekende. Een ander die mantelzorg verleende aan een inmiddels overleden partner die langdurig ongeneeslijk ziek was, ging geregeld mee naar het ziekenhuis. Zij omschreef haar situatie als één waarin het gehele bestaan onzeker was geworden. Naast het dreigende verlies van haar partner was ook onbekend of ze naast haar werk en inkomen haar huisvesting zou verliezen.
Velen gaven aan blij met het initiatief te zijn en naar de bijeenkomst te zullen komen. De respons was enorm.
De bijeenkomst was 's middags van half één tot half twee gepland in een zaal waar 130 mensen in kunnen. Het gekozen tijdstip was zowel lunch- als werktijd, een combinatie die alleen te voorkomen was door een formeel aangekondigde werkonderbreking. Dat punt is (nog) niet bereikt.
Onduidelijk was hoeveel mensen zouden komen, we hoopten op een te kleine zaal. Hetgeen het geval was. Zelfs tweemaal te klein voor ongeveer 250 aanwezige collega's. Op zo'n opkomst was eigenlijk gerekend, soepel verplaatsten we de bijeenkomst naar het zonnige plein voor de Stopera. Het programma, de sfeer en het weer konden nauwelijks beter. Uit drie verschillende afdelingen deed iemand verslag over de ongelijke en beroerde rechtspositie van de flexmedewerker en wat dit betekende voor het dagelijks bestaan.
Gemeentesecretaris Van Gils (D66) werd de eisen voorgelegd en een reactie gevraagd. Alleen een minimum van een zes maanden contract zegde hij toe. Voor de rest hield hij zich op de vlakte en schoof met name zijn verantwoordelijkheid af naar de uitzendbureaus die hij inhuurt. Kort na hem sprak een FNV kaderlid van de gemeente Nijmegen die kon vertellen dat daar wel gelijke arbeidsvoorwaarden voor uitzendkrachten zijn geregeld.
De aanwezigen werd gevraagd via hand opsteken te laten zien wie dacht de langste tijd bij de gemeenste Amsterdam op een flexcontract te werken. Vijf mensen meldden zich die elf (!) jaar op flexbasis werkten, waarvan drie bij de Reiniging. De langst werkende ontving een bokaal met het opschrift 'flextremist'.’ Een dag na deze zeer zichtbare bijeenkomst, in aanwezigheid van de pers, zouden deze vijf benaderd zijn voor een vast contract ..…
Ter afsluiting lanceerden we de start vaan een gemeentelijke petitie die inmiddels zo'n duizend handtekeningen heeft opgeleverd en binnenkort een nieuwe impuls zal krijgen.
Politiek opgeschud
De invloed van deze bijeenkomst is erg belangrijk gebleken. De Flexwerkgroep kreeg versterking uit verschillende nieuwe afdelingen en via contactpersonen. Daarnaast is het onderwerp hoog op de agenda van de Amsterdamse politiek gekomen. Dit gebeurde na het stellen van vragen door raadsleden aan verantwoordelijk wethouder voor Personeel & Organisatie, Litjens. De eerder genoemde cijfers zijn afkomstig uit zijn recente schriftelijke beantwoording op vragen van Groen Links (initiatief), PvdA en SP. Binnen de raad lijkt een consensus te zijn ontstaan: zo kan het niet niet langer met de enorme omvang van de flexibele schil, de ongelijke rechtspositie en de onzekerheid voor flexmedewerkers.
Een heel positieve ontwikkeling. In de raadscommissie Financiën die zich hiermee bezighoudt, is inmiddels tweemaal door iemand van de werkgroep ingesproken. Zo werd benadrukt wat de praktijk is en wat de gevolgen zijn voor het personeel.
Uit hun eerder reacties bleek dat raadsleden slecht geïnformeerd waren. Dat kan nu niet meer en dit lijkt mee te spelen in de houding die de raad tegenover de wethouder heeft aangenomen. Samen te vatten als: hoe zit het en wat gaat u doen om de situatie te verbeteren? Dit laatste richt zich op de terugdringing van de externe inhuur (geschat op 20 tot 30 procent!) en de verbetering van de rechtspositie van flexpersoneel. Na het zomerreces zullen er concrete beleidsvoorstellen komen.
Ook wilde de wethouder met de Flexwerkgroep in gesprek. Op 6 juni jongstleden is daarmee een begin gemaakt. Hierin heeft de werkgroep concreet aangegeven welke wantoestanden op diverse afdelingen aan de gang zijn. Benadrukt is dat het niet alleen gaat om de aanpak van schrijnende gevallen, maar om beleidswijzigingen en dat wij door zullen gaan tot de eisen zijn ingewilligd.
De wethouder is ook verzocht een oplossing te bieden voor wat de twee woordvoerders van de bijeenkomst voor de Stopera is overkomen. Eén is geïntimideerd (aantekening in het dossier) en de andere die al 4,5 jaar op flexbasis werkt, werd meegedeeld dat zij nog een 'drie maand verlenging' kreeg en dat het daarna over en uit is. Deze en andere bejegeningen zullen onderzocht worden door een jurist met kennis van arbeidsvoorwaarden. Daarna zal de gemeentesecretaris een besluit nemen.
Verslechterde dienstverlening
De Flexwerkgroep zal de komende tijd goed in de gaten houden of en zo ja wat de Amsterdamse politiek gaat doen aan alle flexellende. Er zijn afdelingen met een flexbestand van 50 procent, bijvoorbeeld de Reinigingsdienst. Hier werken mensen al jaren op uitzendbasis. Ze kunnen 's morgens gebeld worden om wel of niet te komen en dienen dagelijks beschikbaar te zijn.
Of neem de afdeling Armoedevoorzieningen: 80 procent. Hier doet universitair geschoold personeel werk op mbo niveau. Vaak komen ze uit de doelgroep waarvoor ze nu op flexbasis werken, in een aantal gevallen leven ze met gebruik van een stadspas. Op maandagochtend ontvangen ze een mail van de manager met 'op naam' een afdelingsoverzicht met de geleverde persoonlijke scores van de week daarvoor. En wat te denken van het gemeentelijk callcenter: 90 tot 100 procent flex.
Deze gegevens zijn slechts het topje van de ijsberg, zo schat onze groep dat in. De vraag is nog steeds wat de werkelijke omvang is.
Tegelijkertijd wacht de werkgroep niet af en gaat door met de petitie voor inwilliging van de eisen. Alleen maximale opvoering van de druk kan tot resultaten leiden, is de overtuiging. Ook is deelgenomen aan de 1 mei bijeenkomst op het Amsterdamse Oosterpark met een spandoek en eigen T-shirts met de tekst "FLEX-IT@Amsterdam". De omvang van de groep groeit nog steeds, zo ook het aantal vertegenwoordigende afdelingen.
Inmiddels zijn van de vier eisen in principe er twee binnengehaald, dat wil zeggen "spoedig geformaliseerd en toegepast":
* het recht op interne vacatures te kunnen solliciteren,
* de invoering van contracten met een minimale duur van zes maanden.
Behalve de besproken gevolgen voor het personeel is een belangrijk gegeven, waarvan veel voorbeelden te geven zijn, dat als gevolg van de externe inhuur en daarmee samenhangende inefficiëntie de kwaliteit van de publieke dienstverlening verslechtert.
Tenslotte is (meer) onderzoek bitter hard nodig naar de jarenlange miljoenenwinsten van de uitzendbranche. Met publiek geld gefinancierd en uiteraard mede ten koste van flexkrachten. Is de mega flex het gevolg van gemakzuchtig management, van ideologie of van belangenverstrengelingen van die de branche met de wereld van de politiek of ambtenarij?
|