Ontdekkingsreizigers en toneelschrijvers in 1616
Een bijzondere wending aan het leven
Harry Peer
We staan op de schouders van onze voorouders, waar ze ook leefden en werkten en voor welke uitdagingen ze ook stonden. In het kader van de reeks over "het jaar 16 door de eeuwen heen", deze keer aandacht voor enkele personen die de wereld in 1616 geografisch groter maakten en geestelijk onze blik verruimden.
Vanaf het eind van de vijftiende eeuw zoeken ontdekkingsreizigers de grenzen van de aardbol op. Bartolomeus Dias, Vasco da Gama, Christopher Columbus, Ferdinand Magellaan, Francis Drake, Ferdinand en Frederick de Houtman, Willem Barentsz, Jacob van Heemskerk en andere vermetele mannen moesten tijdens hun tochten overzee ongekende gevaren trotseren.
Kaap Hoorn, 29 januari 1616
 |
Kaap Hoorn. |
Op 29 januari 1616 werd de wereld weer iets groter. Op die dag voeren onze landgenoten, de schippers Jacob Le Maire en Willem Schouten met hun bemanning, als eersten onder Zuid-Amerika door. Ze verbonden de Atlantische Oceaan met de Stille Oceaan. De kaap die ze rondden, vernoemden ze naar de thuishaven Hoorn. Ze zochten een nieuwe zeeroute naar Azië met als gewenste einddoelen Indië en Terra Australis, het rijke Zuidland. De route 'om de noord' naar Indië was achttien jaar eerder stuk gelopen in de overwintering op Nova Zembla, maar de alternatieve route 'om de zuid' (naast die om Kaap de Goede Hoop) was gevonden.
Onderweg werden de avonturiers met onverwachte tegenslagen geconfronteerd. Om te beginnen ging het schip de Hoorn al gauw verloren door een brand waarna zijn bemanning overstapte op de Eendracht. De expeditie slaagde echter niet. De zeevaarders mochten al blij zijn dat ze het avontuur overleefden en uiteindelijk na een lange zwerftocht overzee enkele maanden later langs Nieuw-Guinea varend de Molukken bereikten. Korte tijd later werd de Eendracht in Batavia door nota bene plaatsgenoot Jan Pietersz. Coen in beslag genomen. Hij handelde op orders van de VOC die zich het alleenrecht toe-eigende op de vaart naar Indië, eraan voorbijgaand dat dit alleen was afgesproken voor de route langs de zuidpunt van Afrika.
In de Gouden Eeuw voeren de schepen van Hoorn over de hele wereld. De handel met verre oorden bracht grote rijkdom. De initiatiefnemer van wat een historische reis zou worden was Isaac Le Maire, de vader van schipper Jacob. Hij zette de tocht om buiten de VOC, waarmee hij ruzie had gekregen. Pijnlijk voor hem was dat zoon Jacob op de terugweg van Indië naar Nederland overleed en daarna de ontdekking van Kaap Hoorn op naam van alleen Willem Schouten kwam te staan.1
Nederland en Chili hebben de handen ineengeslagen om de ontdekking van Kaap Hoorn, 400 jaar geleden, niet ongemerkt voorbij te laten gaan. Zowel in Nederland als in Chili is het gevierd. Met als hoogtepunt de aanwezigheid van de burgemeester van Hoorn met Chileense en andere Nederlandse autoriteiten op de officiële herdenking, 29 januari 2016, op Kaap Hoorn. Dichterbij huis zijn er in Hoorn vele evenementen waaronder de tentoonstelling Kaap in Kaart in het West-Fries Museum.
Miguel de Cervantes (1547-1616)
Wat verder door het jaar 1616: op 23 april 1616 overleed Miguel de Cervantes in Madrid, 68 jaar oud. Door velen beschouwd als de belangrijkste roman- en toneelschrijver uit de Spaanse literatuur. Hij heeft een avontuurlijk leven geleid. Na een omstreden duel vluchtte Cervantes in 1569 naar Italië. Na een korte periode in Rome voor een geestelijke te hebben gewerkt die daarna kardinaal werd, ging Cervantes als vrijwilliger in militaire dienst. Zo nam hij deel aan de beroemde Slag van Lepanto op 7 oktober 1571, waarin de Ottomaanse vloot werd verslagen. Daarbij werd zijn linkerhand zo verwond dat zijn arm verlamd raakte. In 1575 durfde Cervantes het wel weer aan terug te gaan naar Spanje. Hij had naam gemaakt als een dappere soldaat.
Zijn broer Rodrigo (beroepssoldaat die bij de Slag bij Nieuwpoort in 1600 om het leven kwam) vergezelde hem op de terugweg. In het zicht van de haven van Barcelona werd hun schip geënterd door Algerijnse piraten. De bemanning werd gevangengezet en in Algiers verkocht als slaaf. Vijf jaar lang zat Cervantes daar vast, zijn spectaculaire ontsnappingspogingen riepen de bewondering van ieder op, maar mislukten steeds. Als eerste werd Rodrigo vrijgekocht, die daarna zijn uiterste best deed voor Miguel. Met losgeld van zijn ouders en de Trinitariërs, een specifieke groep christenen, lukte dat uiteindelijk in 1580. Later schreef Cervantes een toneelstuk over het gevangenisleven in Algiers. Enkele regels hieruit: "Vuile christendief! /Jij niet betalen, jij niet vrij. /Don Juan niet komen. /Jij hier sterven, hond, sterf hier!". Mogelijk hebben die eeuwig durende jaren als krijgsgevangene ook wel geleid tot Cervantes' vaak aangehaalde wijze verzuchting "Geduld is een pleister voor alle wonden".
 |
Madrid, Cervantes met Don Quichot en Sancho Panza - foto: Harry Peer. |
Terug in Spanje kreeg Cervantes een dochter, Isabel, uit een relatie met Ana de Villafranca. In 1584 trouwde hij met Catalina de Palacio, half zo oud als hij. Cervantes schreef een twintigtal toneelwerken, maakte naam met La Galatea (1585), Novelas Ejemplares (1613) en Persilas en Sigismunde (1616). Maar Cervantes verwierf eeuwige roem met El ingenioso hidalgo Don Quixote de la Mancha, gepubliceerd in twee delen, waarvan de eerste in 1605. Het boek is een uiterst vermakelijke parodie van de bekende middeleeuwse ridderverhalen. Het wordt beschouwd als de eerste moderne Europese roman. De eerste Nederlandse vertaling kwam uit in 1657. Zelf heb ik genoten van de voortreffelijke vertaling van Barber van de Pol uit 2012, De vernuftige edelman. Don Quichot van La Mancha (Amsterdam, 2012). Met de 1.117 bladzijden ben je wel een tijdje zoet.
Cervantes schreef het grootste deel van zijn tweede leven in Spanje naast een veeleisend beroep, onder meer als commissionair belast met de invordering van olijfolie, tarwe en gerst ter voorbereiding van de oorlog met Engeland. Met terugwerkende kracht allemaal vergeefs werk. Want de vloot van Philips II, de Armada - 137 schepen met 30.000 man aan boord - ging begin augustus 1588 in het Kanaal smadelijk ten onder tegen de Engelsen en de Hollanders. Een hevige storm dreef de geteisterde schepen de Noordzee op. Slechts een derde van de bemanning keerde in Spanje terug.
Daarna verdiende Cervantes nog de kost door achterstallige belasting te innen voor het koninkrijk Granada. Cervantes voerde zijn ondankbare taak zo schappelijk mogelijk uit, ook al moest hij soms lang wachten op bezoldiging door de vorst. Bovendien deden nogal wat boze aangeslagen personen Cervantes een proces aan dat hem een enkele keer (ten onrechte) in de gevangenis deed belanden.
Voor dit werk doorkruiste Cervantes het hele land en leerde hij het alledaagse leven goed kennen. Zijn ervaringen verwerkte hij in zijn toneelstukken en ze maken Don Quichot en zijn schildknaap Sancho Panza tot zulke levendige figuren. "Moeilijkheden en tegenslagen louterden hem tot een man vol liefde en mededogen voor zijn medemensen. Wie van allen die beweren dat hij parels van onschatbare waarde heeft geproduceerd, beseffen in wat voor troebele wateren hij zich moest begeven om ze boven te halen?", schrijft biograaf Donald McCrory in Cervantes. De schepper van Don Quichot (Amsterdam, 2005) aan het slot van zijn boek. Cervantes' laatste rustplaats is onbekend.
William Shakespeare (1564-1616)
 |
Cervantes en Shakespeare, boekhandel Salamanca - foto: Harry Peer. |
"Vrome geesten mogen aannemen dat de hemel in één klap twee luisterrijke zielen opnam", noteert McCrory. Met één ziel hebben we net kennis gemaakt, de andere is William Shakespeare. Hij overleed net als Cervantes op 23 april 1616. Shakespeare is in Stratford-upon-Avon geboren en gestorven en precies 52 jaar geworden. Tussentijds woonde hij zo'n 25 jaar in Londen of trok hij met een toneelgezelschap door het land. Het ligt voor de hand dat Cervantes en Shakespeare die wat theater en literatuur betreft zoveel met elkaar gemeen hebben, vier eeuwen na hun dood niet alleen afzonderlijk, maar ook samen in beeld worden gebracht. Zie bijgaande foto, genomen in een boekhandel in Salamanca.
Cervantes en Shakespeare zijn sterk beïnvloed door en putten rijkelijk uit de geschiedenis, de mythische verhalen uit het verleden en mensen en bijzondere voorvallen uit het dagelijks leven van hun tijd. Ze maakten beiden deel uit van een machtig rijk, met Spanje onder leiding van de streng katholieke vorst Philips II (1555-1598) en het opkomende Engeland met de protestantse koningin Elisabeth I (1558-1603) aan het hoofd.
Philips had achting voor zijn vader Karel V. Elisabeth daarentegen zal haar vader Hendrik VIII hebben gehaat. Hij onthoofde zijn tweede echtgenote, Elisabeths moeder Anna Boleyn. Hendrik wilde van haar af, omdat ze hem geen mannelijke nakomeling kon schenken. Mogelijk heeft Elisabeth om die verachtelijke, gruwelijke daad van haar vader nooit een man als echtgenoot naast zich geduld. Zelf is Elisabeth op haart beurt overigens verantwoordelijk voor de executie van troonpretendent Mary Stuart in 1587. De ironie van de geschiedenis wil dat Mary's protestantse zoon James Elisabeth na haar dood zou opvolgen.
 |
William Shakespeare. |
Het Tijdperk van Elisabeth was in veel opzichten één van de spannendste en meest creatieve uit de Engelse geschiedenis. Tegen die achtergrond kon de in 1564 geboren Shakespeare zich ontwikkelen en als toneelschrijver ongekend expressieve, menselijke stukken schrijven. Shakespeare trouwde op zijn negentiende met de acht jaar oudere Anne Hathaway met wie hij twee dochters en een zoon kreeg. Hij vestigde zich in 1588-1589 in Londen, maakte als acteur deel uit van toneelgezelschappen en ging zelf stukken schrijven. Shakespeares talenten werden opgemerkt en hij werd al gauw een beroemd en rijk man.
Zijn stukken werden vooral opgevoerd in het Globe Theater. Shakespeare schreef in totaal 38 toneelstukken, waarvan komedies (A Midsummer Night's Dream, The Merchant of Venice, As You Like It, enzovoort) - historische stukken genoemd naar koningen als John, Richard I en II, Henry IV, V, VI en VIII - tragedies (Romeo en Julia, Macbeth, Hamlet, King Lear, Othello, enzovoort) en gedichten en sonnetten. Onlangs zijn op het Shakespeares Sonnettenfestival in Felix Meritis in Amsterdam alle 154 sonnetten van Shakespeare voorgelezen. En in het najaar zal het Nationale Theater alle toneelstukken van Shakespeare in één stuk samenbrengen.
 |
Romeo en Juliet. |
Shakespeare heeft een grote invloed gehad op de Engelse taal. Veel woorden, citaten en uitdrukkingen zijn door hem bedacht. Hoe mooi klinkt toch: "Shall I compare thee to a summers day? Thou art more lovely and more temperate."
Koningin Elisabeth was een groot liefhebber en ondersteuner van het theater. Zij verdedigde haar acteurs tegen de aanvallen van puriteinen. Over Shakespeare en zijn werk zijn bibliotheken vol geschreven. Ik heb genoten van Shakespeares Engeland van Louis B. Wright en In search of Shakespeare van biograaf Michael Wood: "In de tijd van zijn ouders was Engeland een traditionele maatschappij, een land van koorhekken en vrouwelijke heiligen, heilige bronnen en betoverende magie, kerkbier en geschilderde duivel. Als velen van zijn generatie kende Shakespeare die verloren wereld via zijn ouders. Zijn verhalen zijn van een diepgaand psychologisch niveau, boven de taal uitstijgend in hun beschrijving van karakter, liefde en vriendschap, macht en lijden. Dwars door culturen brengen ze het vermaak en de wijze lessen van de sprookjes die er vaak achter verborgen liggen."
Andreas Gryphius (1616-1664)
Andreas Gryphius (in het Duits Greiff) werd op 2 oktober 1616 geboren in Silezië, nu het Poolse Glogau. Gryphius, de belangrijkste toneelschrijver uit de barok, sterft op 16 juli 1664. Hij is internationaal niet doorgebroken zoals Cervantes en Shakespeare, of Goethe en Schiller twee eeuwen later, maar wel zeer bekend in het Duitse taalgebied. Gryphius is de grondlegger van het kunstdrama en tevens de vervolmaker van de barokke dramatische kunst. Al op 21-jarige leeftijd komt hij met een verzameling sonnetten uit die hem in één klap tot een gerespecteerd dichter maken. Zijn belangrijkste vijf werken: Es ist alles eitel, Tränen des Vaterlands anno 1636, Was sind wir Menschen doch, Ebenbild unseres Leben en Leo Armenius oder Fürstenmord.
Zijn werken zijn somber en tonen de vergankelijkheid en ijdelheid van het aardse leven. Niet verrassend in het besef Gryphius leefde ten tijde van de Dertigjarige Oorlog (1618-1648). In die periode kwamen zo'n tien miljoen mensen om het leven, soms een derde tot de helft van delen van Zuid-Duitsland en aangrenzende gebieden. Als huisleraar van de rechtsgeleerde en graaf Georg Ritter zu Schönborn begeleidt Gryphius diens zonen naar het Hollandse Leiden, waar hij zelf ook talen studeert en colleges geeft.
 |
Andreas Gryphius, Duits toneelschrijver. |
Theaterervaringen opgedaan in Holland, Frankrijk en Italië verwerkt Gryphius in dramastukken en treurspelen. Aan Joost van den Vondel ontleende hij bijvoorbeeld de indeling van het drama in vijf bedrijven. In 1649 trouwt Gryphius met Rosina Deutschländer met wie hij een gelukkig huwelijk heeft en zeven kinderen krijgt; vier daarvan sterven op jonge leeftijd. Ter afsluiting, een strofe uit twee lange gedichten:
Die Türme stehn in Glut, die Kirch ist umgekehret,
Das Rathaus liegt im Graus, die Starken sind zerhaun,
Die Jungfraun sind geschänd't, und wo wir hin nu schaun,
Ist Feuer, Fest und Tod, der Herz und Geist durchfähret.
(Uit: Tränen des Vaterlands anno 1636)
Was sind wir Menschen doch!
Ein Wohnhaus grimmer Schmerzen,
Ein Ball des falschen Glücks, eind Iirlicht dieser Zeit,
Ein Schauplatz herber Angst, besetzt mit scharfem Leid,
Ein halb verschmelzter Schnee und abgebrannte Kerzen.
(Uit: Was sind wir Menschen doch!)
Ontdekking Westkust Australië, oktober 1616
De in Amsterdam geboren Dirk Hartogh was een zeeman en ontdekkingsreiziger die als eerste Europeaan de westkust van Australië ontdekte en in kaart bracht. Hartogh werd gedoopt op 30 oktober 1580 in de Oude Kerk. Op 26 februari 1611 trouwde hij daar met de 18-jarige Meynsgen Abels. Zij had te maken met perioden van langdurige afwezigheid van Dirk en werd tien jaar later weduwe. Het echtpaar kreeg voor zover bekend geen kinderen.
 |
Herdenkingspostzegel ontdekking West-Australië in 1616. |
Hartogh had al veel gevaren op de Oostzee en de Middellandse Zee, voordat hij de reis naar Indië ondernam. De reis van Dirk Hartogh is goed te reconstrueren. Zijn schip dat net als bij Schouten en Le Maire de Eendracht heette, vertrok in een konvooi van zes schepen van Texel op 23 januari 1616. Het bereikte Kaap de Goede Hoop op 15 augustus en zeilde op 27 augustus verder oostwaarts de Indische Oceaan op. De Eendracht verloor de andere schepen uit het oog. Hartogh besloot toen een andere dan de voorgenomen route te nemen.
Eerder in dit artikel kwamen Le Maire en Schouten ter sprake die doelbewust op zoek waren naar onder andere Australië en het niet vonden. Dirk Hartogh raakte op weg naar Indië uit koers en kwam er wel terecht. Op 25 oktober 1616 ankerde de Eendracht bij 'de onbekende eilanden' aan de westkust van Australië, nu de Sharkbaai. Hartog klom een klif op, nu Cape Inscription genoemd, zette een houten paal stevig in een rotsspleet en nagelde daar een tinnen schotel aan met een kort verslag van zijn reis met de namen van de schipper, opperkoopman, onderkoopman en de eerste stuurman.
Die plaat werd 81 jaar later in 1697 herontdekt door een andere VOC-kapitein, Willem de Vlamingh, die het meenam naar Nederland. Dit bijzondere object is te bezichtigen in het Rijksmuseum, al is het dit jaar voor enkele maanden uitgeleend aan Australië. Het is het oudste bekende fysieke voorwerp van de Australisch/Europese geschiedenis. Het eiland daar is naar Dirk Hartog genoemd en nu een nationaal park, het staat op Australia's National Heritage List. Het "Dirk Hartog 400th Anniversary Committee" heeft ter viering van deze historische gebeurtenis allerlei festiviteiten gepland voor de maand oktober 2016, waar ook de Nederlandse en Australische regering aan meewerken. Een hoogtepunt hiervan is de reis van de Duyfken, een replica van een zeventiende-eeuws VOC-schip, van Bunbury naar Durham.
 |
Kaart van West-Australië. |
De Duyfken is een toepasselijke naam voor een schip bij deze feestelijke herdenking. Ter verduidelijking. Hartogh was weliswaar de eerste Europeaan die voet aan wal zette in West-Australië, maar niet de eerste op het continent Australië; dat was Willem Jansz, kapitein van de Duyfken die op zoek naar Nieuw-Guinea in 1606 in Noord Australië aan land ging bij wat nu Cape York heet. Hij vond het gebied te onherbergzaam en ontoegankelijk om het veilig te verkennen.
Wie weet hoe de geschiedenis van Australië zou zijn verlopen, indien Hartogh verder naar het zuiden was gevaren en het vruchtbare zuidoosten van het continent zou hebben ontdekt. Mogelijk zouden Hollandse kolonisten zich er 170 jaar voor de komst van de Engelsen hebben gevestigd. In ieder geval zijn de feitelijke gebeurtenissen van die tijd goed geboekstaafd en maken ze zowel deel uit van de geschiedenis van Australië als Nederland.
Hartogh's ontdekking veranderde de cartografie van de wereld. Het mythische land werd niet langer meer gezien als een aanhangsel van Nieuw-Guinea en kreeg de aanduiding: "t Landt van Eendracht". Latere ontdekkingen langs de kust leidden tot de naam Hollandia Nova. Het Engelse Australia heeft het gewonnen.
Hartogh wendde de steven en bereikte, 14 december 1616, met een bemanning van nog tweehonderd man Makassar op Celebes. Daar leidde een confrontatie met lokale bewoners tot de dood van vijftien bemanningsleden. De Eendracht verliet Bantam een jaar later op 17 december 1617, volgeladen met benzoin (een aromatische wax, gebruikt voor medische doeleinden), zijde en andere goederen. Na een reis van bijna drie jaar zette de bemanning op 16 oktober 1618 in Zeeland weer voet aan wal op vaderlandse bodem. Hartogh nam ontslag bij de VOC en ging weer varen op de Oostzee en de Middellandse Zee. Hij overleed in Amsterdam en is daar op 11 oktober 1621 in de Nieuwe Kerk bijgezet. In de Zeeheldenbuurt in de hoofdstad is een straat naar hem genoemd. Na Hartogh zouden nog meer Nederlanders de kust van Australië verkennen, van wie Abel Tasman de bekendste is. Tijdens zijn reis van 1642-1644 ontdekte hij het later naar hem genoemde Tasmanië, Nieuw-Zeeland en Tongatapu.
Woorden als 'ontdekkingsreiziger' maken overigens deel uit van het westerse 'culturele archief'. Want wat werd er ontdekt? Er woonden meestal al mensen op de plaatsen die de Europeanen aandeden. Afgezien van Tongatapu werd Tasman niet erg vriendelijk ontvangen door de oorspronkelijke bewoners. Ze voelden wel aan, ze voorzagen kennelijk dat ze heel wat te stellen zouden krijgen met deze vreemde gasten.
Meedoen met de verre vieringen van de Nederlandse helden uit 1616 is een spannende gedachte. Het is niet uitgesloten dat ik Australië nog zal bezoeken in 2016. Kaap Hoorn in Zuid-Amerika zal niet lukken, maar een bezoek aan de mooie stad Hoorn in de provincie Noord-Holland staat op het programma.
1 |
Zie ook: Paul van der Steen, De tragedie van Kaap Hoorn, Historisch Nieuwsblad, nr. 3, maart 2016, pp. 39-43. (terug)
|
|