welkom
extra
Solidariteit

Zeventien tegenstellingen en het einde van het kapitalisme - David Harvey 1

Tegenstelling 16 - Relatie kapitaal/natuur

Sjarrel Massop 2

Het kapitaal is volledig afhankelijk van de natuur. Hoewel de sociale verhoudingen alsmaar meer denkbeeldig worden, blijft de materiële basis onvermijdelijk belangrijk voor het kapitalisme als politiek economisch systeem. De aardse natuur is de voornaamste bron voor deze materiële basis, ze levert de grondstoffen voor de kapitalistische productie.

In de termen van Karl Marx vormen de grondstoffen de arbeidsobjecten voor het kapitalistische productieproces. Samen met de arbeidsmiddelen, die overigens ook geproduceerd moeten worden en daarom hun oorsprong in de natuur vinden, vormen deze twee componenten het constante deel van het kapitaal. De natuur is voor het kapitaal dus belangrijk en neemt in belang toe, omdat de verhouding in de productieprocessen tussen het constante deel van het kapitaal en het variabele deel, de levende arbeid, verschuiven in de richting van de eerste. Terecht dus dat David Harvey aandacht schenkt aan de relatie van het kapitaal met de natuur.

Niet fataal

Volgens Harvey is het een wijd verspreide gedachte dat het kapitaal een fatale tegenstelling tegemoet gaat in de confrontatie met het milieu en de natuur. Hij geeft daar vier redenen voor, ze geven aanknopingspunten voor een weloverwogen analyse van deze tegenstelling.
1) Het is belangrijk in het achterhoofd te houden dat het kapitaal een geweldige veerkracht heeft en vaak in staat is ogenschijnlijk fatale bedreigingen in eigen voordeel om te buigen:

Het kapitaal heeft een lange historie van succesvolle oplossingen van zijn ecologische problemen. Ongeacht of deze tegemoetkomen aan het gebruik van 'natuurlijke bronnen', het vermogen om vervuilers te absorberen of te dealen met de verloedering van woongebieden, het verlies aan biodiversiteit en de afnemende kwaliteit van lucht, aarde en water. (p. 246)

Veel voorspelde catastrofes zijn tot dusverre niet uitgekomen. Dat neemt niet weg dat de situatie alsmaar bedreigender wordt en dat er veel consensus is over de achteruitgang van de aarde en het milieu.

2) Omgekeerd ten opzichte van de eerste reden:

De natuur, waarvan verondersteld wordt dat we die uitbuiten en uitputten, lijkt duidelijk grenzen te stellen of neemt wraak op ons en wordt feitelijk opgenomen in de circulatie en groei van het kapitaal. Kapitaal is een werkend en ontwikkelend, ecologisch systeem, waarin zowel de natuur als het kapitaal constant produceert en gereproduceerd wordt. (p. 247)

De vraag is eigenlijk hoe dit werkt en of we in staat zijn een meer menselijke natuur in stand te houden. 'Iets' waartoe het kapitaal bij voorbaat niet in staat is, vanwege de wezenlijke noodzaak om winst te maken. Ten koste van alles.

3) In het verlengde van de tweede reden maakt het kapitaal, als het even kan, heel opportunistisch , gebruik van de mogelijkheid om te anticiperen op de problemen met de natuur en er gewoon een slaatje uit te slaan.

Het kapitaal heeft milieuproblemen omgevormd in 'big business'. Milieutechnologie vormt nu een goede ingang naar de wereld van de aandelen. De natuur biedt een kapitalistische groeistrategie. Er is een levendige handel in CO2 emissierechten. Nieuwe medicijnen met bijwerkingen vragen nieuwe medicijnen met bijwerkingen. Voor zijn eigen winst, zoekt het kapitaal - om de dialectiek te overwinnen - hoe we onszelf kunnen veranderen door de wereld te veranderen. (p. 248)

4) Het kapitaal is er een lugubere meester in om als ramptoerist op te treden.

Het is misschien de meest oncomfortabele gedachte van allemaal. Het is heel goed mogelijk voor het kapitaal om door te gaan met de handel en de groei te midden van grote milieu catastrofes. Milieurampen bieden een overvloed aan gelegenheden voor een ‘rampen kapitalisme’, om handig te profiteren. Dood door honger, kwetsbare bevolkingsgroepen en massale vernietiging van woongebieden zullen niet noodzakelijk het kapitaal problemen opleveren. Tenzij dit rebellie en revolutie oproept. Vooral ook, omdat veel mensen overtollig zijn en in alle gevallen vervangbaar. Het kapitaal is nooit teruggeschrokken van de vernietiging van mensen om eigen winst na te streven. (p. 248)

De eigen natuur van het kapitaal

Het werkelijke probleem is te onderzoeken hoe de tegenstelling tussen kapitaal en natuur werkt, of wellicht beter gezegd, wat de werkelijke motor is in de relatie tussen kapitaal en arbeid. Daarvoor is het belangrijk te kijken wat de natuur is.
Harvey citeert Heidegger als deze zegt dat de natuur één groot benzinestation is, een onuitputtelijke bron van energie. Echter ook een objectieve bron. Dat wil zeggen dat de natuur wel een eigen dynamiek heeft, maar buiten aanpassingen niet in staat is te veranderen en richting te geven.
Het kapitaal daarentegen is een menselijke uitvinding. Een ontwikkeld instrument dat wel in staat is onder controle van de mens veranderingen door te voeren. Daarbij is van belang hoe die controle plaatsvindt en wat de drijfveer is voor de inzet van veranderingen; wetend dat het kapitaal in handen is van een beperkt aantal mensen.

Natuurlijke gebruikswaarden worden in geld omgezet, in ruilwaarden, worden gekapitaliseerd. Slechts dan kan de economische rationaliteit opgelegd worden aan de wereld. De natuur is in delen gesplitst in de vorm van privé bezit, in rechten die gegarandeerd worden door de staat. Privé eigendom omvat ook de toe-eigening van een gemeenschappelijke natuur. Zij het dat sommige aspecten van de natuur, zoals de lucht die we inademen en de oceanen waarin we vissen, moeilijk in bezit zijn te nemen. Een variatie aan kunstmatige technieken worden ontwikkeld, gewoonlijk met behulp van de staat, om alle aspecten van de gemeenschappelijke natuur te gelde te maken en er handel mee te drijven. (p. 250)

Dat is de grootste bedreiging voor de natuur. Ze wordt onderschikt, Marx zou zeggen subsumiert of onder het kapitaal gebracht. De norm die het kapitaal stelt - winst maken - wordt dwingend opgelegd aan de natuur. Deze volstrekt amorele, onmenselijke houding, eigen aan het systeem van het kapitalisme, maakt onze leefgemeenschappen onveilig.
Harvey stelt dat natuurrampen geen onvermijdelijk onderdeel zijn van de natuur, maar veroorzaakt worden door de sociale constructie die we als mensen onderling met elkaar zijn aangegaan. Met andere woorden: de vernietiging van de natuur komt voort uit de sociale verhoudingen die ontstaan zijn uit het kapitalisme als politiek economisch systeem. Daarin is de kenmerkende eigen natuur een eigenschap van het kapitaal. Harvey geeft een omvangrijke opsomming van gebeurtenissen die dit verschijnsel onderbouwen en vat deze als volgt samen:

Er is niets natuurlijks aan de zogenaamde natuurrampen. De mensheid weet genoeg om de bedreiging van milieu catastrofes op te vangen of te sturen. Het is echter onwaarschijnlijk dat het kapitaal zonder strijd de noodzakelijke acties zal nemen. Strijd tussen de strubbelende en andere fracties, samengaand met de stijgende kosten die er zo ongemakkelijk het gevolg van zijn. De redenen dat problemen blijven bestaan zijn politiek, institutioneel en ideologisch en zijn niet te wijten aan de grenzen van de natuur.(p. 259)

Oplossingen

Een lang citaat over eerdere stromingen die zochten naar antikapitalistische revoltes:

Al eerder is er een esthetische revolte geweest, geleid door de romantische beweging, die zich stelde tegenover een puur wetenschappelijke benadering van de kapitalistische moderniteit. In een diepe ecologische benadering bood deze revolte een methodiek, zonder de mens als middelpunt, waarmee we onszelf kunnen verhouden tot de wereld om ons heen. In een sociale, politieke ecologie ontwierp die benadering diverse kritische vormen van een antikapitalistische analyse.
In het kritische werk van de Frankfurter Schule is er gepionierd met een meer ecologisch gevoelig Marxisme, waarin de dialectiek en de revolte van de natuur groots geduid werden. Het is in werkelijkheid een opstand door onze menselijke natuur tegen hoe we geworden zijn in een ecosysteem dat het kapitaal noodzakelijkerwijze opbouwt. Het zaad is uitgestrooid voor een menselijke revolte tegen de veronderstelde onmenselijkheid als gevolg van de reductie van de natuur en de menselijke natuur tot de pure vorm van een handelswaar. De vervreemding van de natuur is de vervreemding van onze eigen soort.
Dit bewustzijn zorgt voor het vrijkomen van de opstandige geest, waarin woorden als waardigheid, respect, compassie, zorg en liefde revolutionaire slogans worden, terwijl waarden als waarheid en vertrouwen het oude rationeel berekenen van de sociale arbeid vervangen. (p. 263)



1 David Harvey, Seventeen contradictions and the end of capitalism, 2014. London, Profile Books. (terug)
2 Zie voor eerdere besprekingen:
tegenstelling 1 - gebruikswaarde en ruilwaarde - extra 272-2, 22 maart 2015;
tegenstelling 2 - sociale waarde van arbeid en geld - extra 276-2, 17 mei 2015;
tegenstelling 3 - privé eigendom en kapitalistische staat - extra 278-3, 14 juni 2015;
tegenstelling 4 - private toe-eigening en maatschappelijke welvaart - extra 284-2, 6 september 2015;
tegenstelling 5 - kapitaal en arbeid - extra 287-3, 18 oktober 2015;
tegenstelling 6 - kapitaal als proces of als ding - extra 288-2, 1 november 2015;
tegenstelling 7(a) - de eenheid van productie en realisatie - extra 290-4, 29 november 2015;
tegenstelling 7(b) - in de eenheid van productie en realisatie - extra 295-2, 7 februari 2016;
tegenstelling 8 - technologie, arbeid en menselijke overbodigheid - extra 296-2, 21 februari 2016;
tegenstelling 9(a) - (Ver)deling van de arbeid - extra 298-3, 20 maart 2016;
tegenstelling 9(b) - (ver)deling van de arbeid (2)extra 299-2, 3 april 2016;
grondstelling - Sociaal bewegen, goed voor de geest extra 300-1, 17 april 2016;
tegenstelling 10 - Monopolie/competitie - centralisatie/decentralisatie extra 301-1, 1 mei 2016;
tegenstelling 11 - Ongelijke Geografische ontwikkeling en de productie van ruimte extra 303-2, 29 mei 2016;
tegenstelling 12 - Verschil tussen inkomen en rijkdom - extra 305-3, 26 juni 2016;
tegenstelling 13 - Sociale reproductie - extra 307-2, 24 juli 2016;
tegenstelling 14 - Vrijheid en overheersing - extra 309-1, 21 augustus 2016;
tegenstelling 15 - Samengestelde accumulatie - extra 311-2, 18 september 2016. (terug)