Project "Door kritiek nieuwe perspectieven ontwikkelen"
De eindiging van het kapitalisme - deel zeven b
Wolfgang Streeck/Sjarrel Massop
Een artikel van Wolfgang Streeck "Hoe het kapitalisme zal eindigen"1 is de aanleiding voor een nieuwe bijdrage aan het project "Door kritiek nieuwe perspectieven ontwikkelen".2 Dat project gaat over de actualisering van de tekst van Marx Zur Kritik, der politischen Ökonomie, Manuskripten 1861-18633 die als uitgangspunt dient voor een kritisch commentaar van Sjarrel Massop op het baanbrekende werk van Streeck.4
Gezien de lengte brengt Solidariteit het geheel uit als een feuilleton van acht extra's. Hierbij deel zeven b. De commentaren (en toelichtingen) van Sjarrel volgen de beschouwingen van Streeck en zijn herkenbaar aan een eigen lettertype en beginnen 'inspringend'.
Oligarchische herverdeling
De eerste ordeverstoring van het tegenwoordige kapitalisme was de stagnatie, besproken in 334 - extra 7a. Deze keer de resterende vier, respectievelijk: oligarchische herverdeling, plundering van het publieke domein, corruptie en wereldwijde anarchie.
We pakken de draad dus op. Dat betekent ook, en vooral, nadenken en discussiëren over een andere analyse, waarvoor Marx in zijn manuscripten de aanzet gegeven heeft. Deze analyse kan dan in een geactualiseerde vorm bijdragen aan echte werkbare oplossingen.
Als we nu overgaan naar de tweede ordeverstoring, dan is er geen aanwijzing dat op een bepaald moment de lange termijn trend naar een grotere economische ongelijkheid gebroken zal worden. Ook niet of dat ooit zal gebeuren. Onder andere in de Keynesiaanse analyse onderdrukt ongelijkheid economische groei. Het gemakkelijke geld, waarin tegenwoordig de Centrale Banken voorzien om de groei te herstellen (gemakkelijk voor het kapitaal, niet voor de arbeid), leidt echter tot een verdere ongelijkheid. Dat komt door het opblazen van de financiële sector en de uitnodiging voor speculatieve in plaats van productieve investeringen. Herverdeling aan de top wordt op deze manier oligarchisch, in plaats van dienst te doen aan de collectieve belangen zoals beloofd door de neoklassieke economie. Het draait erop uit dat bronnen onttrokken worden aan een al aftakelende samenleving. Te denken valt aan landen als Rusland en de Oekraïne, maar ook Griekenland en Spanje en in toenemende mate de Verenigde Staten.
Onder een oligarchische herverdeling zal een versobering optreden in de Keynesiaanse benadering die de winsten van de rijken verbindt aan de lonen van de armen. Met als gevolg dat het lot van de economische elites losgesneden wordt van de massa's. Dit was voorzien in door de Citibank in 2005 en 2006 verspreide, impopulaire 'plutonomie rapporten' aan een select groepje van de rijkste klanten (in een plutonomie bepalen de superrijken de economie). Met als doel deze klanten te verzekeren dat hun welvaart niet langer zou afhangen van die van de loonarbeiders.
De oligarchische herverdeling en de trend naar plutonomie, zelfs in landen die als democratieën beschouwd worden, drijven op het vertrouwen (en de nachtmerrie) van de elites dat zij het hun rijk makende, sociale systeem zullen overleven. Plutonomische kapitalisten zullen zich geen zorgen maken over de groei van de nationale economie, omdat hun wereldwijde fortuin groeit zonder de nationale economieën. Dus de uitstroom van de superrijken uit landen als Rusland en Griekenland die hun geld of dat van hun medeburgers meenemen, gaat bij voorkeur naar Zwitserland, Engeland of de Verenigde Staten. Het vooruitzicht dat de wereldwijde markt verwacht om jezelf en je familie te redden door met je bezittingen te vertrekken, biedt de rijken de sterkste mogelijkheid zich naar het eindspel te bewegen: incasseren, de schepen achter zich verbranden en niets meer achterlaten dan de uitgezogen aarde.
Plundering publieke domein
Nauw verwant met dit eindspel is de plundering van het publieke domein door tekorten aan budgetten en door privatisering. Elders heb ik [Streeck] de oorsprong opgespoord van deze tweevoudige overgang sinds de jaren zeventig: van de belastingstaat naar de schuldenstaat en de consolidatie ervan in de bezuinigingsstaat. Verreweg de krachtigste stimulans van deze overgang waren de nieuwe kansen die de wereldwijde kapitaalmarkten sinds de jaren tachtig bieden. Dat doen ze door de belastingen te ontvluchten en te ontduiken, bij belastingregimes te 'shoppen' en bij regeringen belastingvoordelen voor bedrijven af te persen.
Pogingen om publieke tekorten terug te dringen, rusten bijna exclusief op het snijden in de overheidsuitgaven, zowel in de sociale zekerheid als in de infrastructuur van de gezondheidszorg en in het menselijke kapitaal. Omdat inkomsten in toenemende mate verkleefd zijn met de top één procent, is het publieke domein van de kapitalistische economie gekrompen. Vaak dramatisch, gestorven ten gunste van de internationale rijkdom van de mobiele oligarchie. Deel van dit proces was de privatisering, doorgevoerd ongeacht de bijdragen van de publieke investeringen aan de productiviteit en sociale samenhang die het mogelijk maken economische groei en sociale gelijkheid na te streven.
Zelfs vóór 2008 werd algemeen aangenomen dat de fiscale crisis van de naoorlogse staat opgelost moest worden door lagere uitgaven, in plaats van belastingverhoging, speciaal voor de rijken. Consolidering van de publieke financiën door bezuinigingen was en is opgelegd aan samenlevingen, hoewel het aannemelijk is dat ze de groei remt. Dit kan wijzen op een volgende aanwijzing dat de economie van de oligarchen losgekoppeld is van die van de gewone mensen. Van de rijken wordt immers niet langer verwacht de prijs te betalen voor de maximalisatie van hun inkomen op kosten van de niet rijken of voor de realisatie van hun belangen op kosten van de economie als geheel.
Wat hier aan de oppervlakte komt, is de door Marx beschreven fundamentele spanning tussen de toenemende sociale aard van de productie in een geavanceerde economie en samenleving aan de ene kant. En aan de andere kant het private eigendom van de productiemiddelen. Omdat de groei van de productiviteit meer publieke voorzieningen vergt, lijkt deze onverenigbaar te worden met de private groei van de winsten. En dat dwingt de kapitalistische elites tussen de twee te kiezen. Het resultaat is wat we tegenwoordig al zien: economische stagnatie gecombineerd met oligarchische herverdeling.
Ik ben er nog niet uit of belastingverhoging het middel is om de ongelijkheid te lijf te gaan. De vanzelfsprekendheid die hierin sluipt, is de gedachte dat de staat een objectief instituut is en als een regelaar het kapitalisme kan beteugelen. Dat is de staat dus niet. De tweede vanzelfsprekendheid is dat de regeling van de veranderingen gedelegeerd wordt naar zogenaamde democratische instituties en dus ontnomen wordt aan de beïnvloeding van de burgers.
De fundamentele spanning van Marx zie ik ook niet zo goed terug. De tegenstelling en de spanning die Marx aanbrengt, is volgens mij die van de wijze waarop de productie plaatsvindt, ongeacht het type samenleving, en de toe-eigening van de productiemiddelen. De tegenstelling en de daaruit voortvloeiende ontwikkeling zijn die tussen kapitaal en arbeid, constant en variabel kapitaal in productie- en circulatieprocessen. Het kapitaal krijgt daarin kwantitatief en kwalitatief de overhand. Hetgeen leidt tot de reële onderschikking van de arbeid aan het kapitaal met een grotere ongelijkheid als gevolg, flexibilisering van de arbeidsverhoudingen en arbeidsvoorwaarden, verslechtering van de arbeidsomstandigheden, vervreemding, sociale uitsluiting en ook racisme en discriminatie.
Uitstapje naar Weber
Parallel aan de afname van de economische groei, de toenemende ongelijkheid en de overgang van het publieke domein naar het private eigenaarschap, functioneert corruptie als vierde ordeverstoring van het tegenwoordige kapitalisme. In zijn poging het systeem te rehabiliteren door de nadruk op zijn ethische grondslagen, heeft Max Weber een scherpe lijn getrokken tussen kapitalisme en hebzucht. Hij deed dat door erop te wijzen dat de oorsprong van het kapitalisme ligt in de religieuze tradities van het protestantisme.
Volgens Weber bestond hebzucht al overal en in alle tijden en was het niet kenmerkend voor het kapitalisme dat zelfs geneigd was de begerigheid te verwerpen. Het kapitalisme was niet gebaseerd op een wens rijk te worden, maar op zelfdiscipline, methodische inspanning, verantwoordelijk toezicht, sobere toewijding aan een roeping en een rationele organisatie van het leven. Weber verwachtte dat de culturele waarden van het kapitalisme zouden verdwijnen, wanneer het 'volwassen' zou zijn en zou veranderen in een ijzeren kooi. Een kooi waar bureaucratische regulering en beperkingen in de competitie de culturele ideeën verdrongen die oorspronkelijk de kapitalistische accumulatie losmaakten van zowel de hedonistische consumptie als de primitieve oppot instincten. Wat Weber echter niet kon voorzien, was de neoliberale revolutie in de laatste drie decennia van de twintigste eeuw en de onvoorziene kansen die deze bood om zeer rijk te worden.
Corruptie
We kunnen vaststellen dat fraude en corruptie altijd al de beste maten zijn geweest van het kapitalisme. Maar er zijn goede redenen te geloven dat voor beide, met de opkomst van de financiële sector als economische dominantie, geldt dat Webers ethische rechtvaardiging van het kapitalisme geconfronteerd wordt met een totaal andere wereld. Financiering is een industrie waar innovatie moeilijk te onderscheiden is van 'soepel' met de regels omgaan of die even losjes zelfs te breken. De betalingen van semilegale en illegale activiteiten zijn verbazingwekkend hoog, de expertise en de betalingen tussen firma's en reguliere autoriteiten nemen extreme vormen aan. De draaideuren tussen fraude en corruptie bieden oneindige, al of niet subtiele, mogelijkheden. De grootste bedrijven zijn niet alleen 'to big to fail', maar ook 'to big to jail', gegeven hun belang voor het nationaal economisch beleid en de belastingopbrengsten.
De grenslijn tussen private bedrijven en de staat is meer dan ook vervaagd, zoals gebleken is met de reddingspogingen in 2008 of door het enorme aantal voormalige en toekomstige werknemers van financiële firma's in de Amerikaanse regering. Na Enron en Worldcom was te zien hoe fraude en corruptie hun hoogtepunt in de economie van de Verenigde Staten bereikten.
Maar wat na 2008 aan het licht kwam, sloeg alles. De tarieven van allerlei bureaus werden betaald door producenten van giftige verzekeringen die als geschenk top beoordelingen ontvingen. Buitenlands schaduw bankieren vond plaats, evenals het witwassen van geld. De ondersteuning van belastingvlucht op grote schaal werd als een normale zaak beschouwd van de grootste banken met de beste namen. De verkoop aan onverwachte klanten van verzekeringen zijn inmiddels zo geconstrueerd dat andere klanten erop kunnen bieden. De leidende banken stelden wereldwijd frauduleuze rentes en goudprijzen vast. Enzovoort.
In de afgelopen jaren moesten verscheidene banken voor dit soort activiteiten miljarden dollars boetes betalen. Wat op het eerste gezicht toereikende sancties zijn, blijken echter nietig wanneer ze vergeleken worden met de balansen van de banken. Nog het feit daar gelaten dat dit alles regelingen betreft buiten de rechtspraak om, omdat overheden het niet waagden te procederen.
Het morele verval van het kapitalisme zal waarschijnlijk te maken hebben met zijn economisch verval. De strijd voor de laatste restanten van de mogelijkheden winst te maken, worden van dag tot dag lelijker en draaien uit op het strippen van aandelen van waarlijk gigantische proporties.
Hoe het ook zij, de publieke kijk op het kapitalisme is in hoge mate cynisch. Het hele systeem wordt algemeen opgevat als een wereld van smerige trucjes voor het zeker stellen van een verdere verrijking van degenen die al rijk zijn. Niemand gelooft meer in een morele heropleving van het kapitalisme. De poging van Weber om te voorkomen dat het samen zou gaan met hebzucht heeft uiteindelijk gefaald, het is nu meer dan ooit een synoniem geworden van corruptie.
1 |
Wolfgang Streeck, How Will Capitalism End? In: New Left Review 87, May-June 2014. Vertaling en bewerking: Sjarrel Massop.
(terug)
|
2 |
Zie voor de eerste bijdrage in het project: Solidariteit, extra 317-2, 11 december 2016.
Zie voor de eerdere delen van dit feuilleton:
eerste deel: | extra 326-1, 16 april 2017, |
tweede deel: | extra 327-2, 30 april 2017, |
derde deel: | extra 328-2, 14 mei 2017, |
vierde deel: | extra 330-2, 28 mei 2017, |
vijfde deel: | extra 331-2, 11 juni 2017, |
deel 6a: | extra 332-2, 25 juni 2017, |
deel 6b: | extra 333-2, 9 juli 2017, |
deel 7a: | extra 334-1, 23 juli 2017. |
(terug)
|
3 |
De tekst van Marx zal in stappen integraal vertaald op het Marxistisch Internet-Archief verschijnen. Het eerste stuk staat er inmiddels op - www.marxists.org
(terug)
|
4 |
Na deze serie volgt dit najaar een nieuwe die specifiek ingaat op de marktwerking en het neoliberale kapitalisme. Daarin wordt een verbinding gelegd tussen het idee van Marx over de rol van de 'waren' en de visie van Polanyi over de beperkte mogelijkheden van een verdere 'commodificatie'. Daarmee kan dan de actualiteit van Marx aangetoond worden.
(terug)
|
|