Van een socialistische democratie was geen sprake
Kapitalistisch China, een nieuwe wereldmacht
Maurice Ferares
Half maart 2017 publiceerde Amnesty International het bericht dat er in China vorig jaar meer mensen zijn geëxecuteerd dan in alle andere landen in de wereld samen. Aantallen bleven echter uit. In China worden de executies geheimgehouden, wereldwijd kwam Amnesty over het jaar 2016 tot het aantal van 1.032.
In China zijn vrij snel na de stichting van de Volksrepubliek op 1 oktober 1949 miljoenen mensen omgekomen. Dat gebeurde tijdens de zogenaamde Grote Sprong Voorwaarts. Een door de voorzitter van de Communistische Partij, president van China Mao Tse-Tung, bedachte campagne om het land binnen korte tijd te industrialiseren die miljoenen levens kostte. Eén van de belangrijkste oorzaken van die massale sterfte was dat de boeren verplicht werden in plaats van voedsel te verbouwen, ijzer te smelten in een oven op het land. Volgens sommige waarnemers stierven twee miljoen mensen de hongerdood, anderen schatten twintig miljoen.
Culturele revolutie
Mao werd afgezet als president en in 1959 vervangen door Liu Shaoqi. Drie jaar later nam Mao wraak. Onder de slogan "Het volk weer aan de macht" begon hij deze keer een campagne om de verloren macht terug te winnen. Het was een merkwaardige leuze, omdat ze de erkenning inhield dat het volk de macht niet bezat in het land waar de Communistische Partij regeerde met Mao als hoogste baas. Met die leuze speelde hij heel slim in op de haat van het volk tegen de bureaucratie van partij en staat. Een nieuwe revolutie was nodig, een culturele volgens Mao.
De landloze boeren die in de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog de communistische partijleiders naar de macht hadden gedragen door de succesvolle agrarische revolutie tegen de grootgrondbezitters, vertrouwden Mao. Ze geloofden dat hij de bureaucraten zou uitschakelen en volgden hem in de verwachting dat China echt een volksrepubliek zou worden, waarin het volk de macht uitoefende.
Tijdens de Culturele Revolutie gebeurde de meest afschuwelijk dingen. Zo kwam het voor dat kinderen hun ouders en onderwijzers, omdat ze niet voldoende eer aan Mao zouden betuigen, aanbrachten bij de Rode Garde (communistische, bewapende jongeren die het land af zochten naar 'contrarevolutionairen'). In openbare bijeenkomsten werden die 'contrarevolutionairen' gedwongen hun misdaden te bekennen waarna een zware straf volgde.
Protest neergeslagen
Op 7 september 1968 verklaarde de partijleiding dat de macht weer in handen van het volk was en eindigde de Culturele Revolutie. Maar daarmee waren de geschillen tussen de verschillende fracties in de bureaucratie geenszins opgelost en zouden er nog heel wat afrekeningen volgen. Steeds opnieuw vielen talrijke doden, maar dat Mao 180 miljoen mensenlevens op zijn geweten heeft, zoals een statistiek uit Taiwan meldt, lijkt toch erg overdreven.
Toen Mao in 1976 overleed, volgde Deng Xiaoping hem op, een man waarmee Mao tientallen jaren overhoop had gelegen. Er werden enige economische hervormingen doorgevoerd, maar politiek veranderde er uiterst weinig. Door Deng werd het protest tegen zijn regiem in 1989 op het Tiananmen Plein (Plein van de hemelse vrede) in Peking met tanks van het leger neergeslagen. Ook nadien was geen sprake van socialistische democratie in China.
Markteconomie
China is op weg naar het kapitalisme. De Communistische Partij telt al vele kapitalisten onder haar leden. Marx en Lenin draaien zich om in hun graven. Uitspraken van belangrijke Chinese persoonlijkheden wijzen op de nieuwe koers van de Communistische Partij.1 Deng Zhenglai, hoogleraar aan de Fudan Universiteit te Shanghai, verklaarde onlangs het volgende:
China is een immens groot land. Zijn bevolking is zeer talrijk. Met alleen politieke verklaringen kan de situatie niet veranderen. De economische hervorming kan niet overal tegelijk in het land worden doorgevoerd. Het is een bepaalde wijsheid die de Chinezen hebben. We moeten geduldig zijn. Dat betekent dat we, indien nodig, op het verleden terug moeten kunnen grijpen.
De politicus Liqiang zei niet zo lang geleden:
Alvorens het stemrecht voor iedereen te kunnen invoeren, is een moderne staat nodig, een markteconomie, een beetje meer individuele vrijheid voor de burgers. Het is een eerste etappe, voordat meer ambitieuze hervormingen kunnen worden ingevoerd. Dat laatste komt niet overeen met de moderne Westerse economie, omdat onze zware tradities dat niet toestaan. Eén van de in het buitenland bekendste Chinese liberalen Yu Keping vergeleek de democratie met 'goed beheer door eerlijke technocraten'.
Dat zijn slechts enkele uitspraken uit meerdere in het Franse maandblad Le Monde Diplomatique. Er kan worden aangenomen dat ze niet in strijd zijn met de lijn die momenteel door de leiders van de Communistische Partij wordt gevolgd. Anders zouden zou ze nooit bekend zijn geworden.
Ook de activiteiten van Chinese kapitalisten in het buitenland (in Europa en Amerika), waar grote aankopen worden gedaan van vooral vastgoed, bewijzen die fundamentele verandering. Het is een ongelooflijke ontwikkeling in een land waar het volk zo massaal zo'n succesrijke revolutie heeft gevoerd tegen de klasse van grootgrondbezitters. Het was toch dat volk dat de strijd heeft gevoerd, zonder die zogenaamde moderne Westerse democratie en zonder die markteconomie die de huidige communistische leiders zo aanbidden.
Kapitalisme overslaan
Niet uitgesloten moet worden dat al die verhalen van geleerde heren over geleidelijke invoering van het algemeen stemrecht en een markteconomie niet gemeend zijn en alleen ten doel hebben de verrijking van veel bureaucraten een rechtvaardiging te geven. Het lijkt op wat er gebeurde bij de oprichting van de Kuomintang, de nationalistische partij van de grootgrondbezitters in 1911. Toen zei Soen Yat-sen, de oprichter van de partij, dat China het kapitalisme zou kunnen overslaan.
Jarenlang daarna hebben de legers van de Kuomintang tegen het Rode Boerenleger strijd gevoerd. Om onder bevel van de beruchte generaal Tsjang Kai-Sjek de bezette grond weer aan de arme boeren te ontnemen. De uitkomst van die strijd is bekend. Tsjang Kai-Sjek moest met zijn leger vluchten naar Taiwan om het vege lijf te redden, de boeren wonnen opnieuw en in 1949 werd de Volksrepubliek China opgericht. Ook een bezoek van de Kuomintang leiders aan Stalin had geen resultaat, omdat de Chinese boeren zich niets van hem aantrokken ook al was de Communistische Partij wel bereid met Tsjang Kai-Sjek een coalitieregering te vormen.
Opbouw van socialisme is geen doelstelling van de Chinese leiders. Of ze dat ooit van plan zijn geweest, blijft een vraag. De communistische bureaucraten hebben de plaats ingenomen van de vroegere grootgrondbezitters. Of het Chinese volk zich bij die ontwikkeling zonder strijd zal neerleggen, moet worden afgewacht.
1 |
Gegevens ontleend aan Le Monde Diplomatique, maart 2017. (terug)
|
|