welkom
extra
Solidariteit

Project "Door kritiek nieuwe perspectieven ontwikkelen"

Marktwerking, de waarheid van de waar (2)

Sjarrel Massop

De waardewet, ook wel arbeidswaardeleer, is omstreden. De burgerlijke politieke economie doet al tijden haar uiterste best deze wetmatigheid te bestrijden: het kapitaal zou waarde scheppen en die zou weer afhankelijk van de markt zijn. Door toch aan de arbeidswaardeleer vast te houden, ben ik al eens voor dogmaticus uitgemaakt. Ik koester me echter aan de rationaliteit van de wet: slechts menselijke arbeid kan economische waarde voortbrengen.

Dat lijkt een open deur, maar niet voor de burgerlijke economie. Het gaat hier echter wel om het uitgangspunt van het economische denken van de negentiende-eeuwse Marx, dus is de vraag gerechtvaardigd of deze wet ook voor de huidige tijd geldt.

Waardewet

Wat is de kern? Een eenvoudig voorbeeld. De timmerman maakt onze inmiddels befaamde tafel, waarmee hij of zij aan het hout en andere arbeidsmiddelen een grotere waarde geeft. De tafel heeft een grotere economische waarde dan het hout, doordat de timmerman er zijn arbeid aan toevoegt. De arbeid is feitelijk opgenomen in het product.
Marx formuleert dat als volgt:

De ruilwaarde van de 'waar' is de in haar gebruikswaarde 'geobjectiveerde' hoeveelheid maatschappelijke arbeid, of de hoeveelheid arbeid die daarin belichaamd is, erin opgenomen is. De grootte van deze hoeveelheid laat zich meten door de tijd, de arbeidstijd die vereist is om de gebruikswaarde te produceren, en vandaar in hem 'geobjectiveerd' is. 1

Het onderscheid tussen de gebruikswaarde en ruilwaarde van de waar komt in de volgende bijdrage van deze serie aan de orde. Hier is van belang dat de 'levende arbeid' omgezet wordt in 'dode arbeid', want dat is wat er gebeurt. De levende arbeid is het vermogen van de timmerman om de tafel in elkaar te zetten via zagen, schaven, beitelen, timmeren enzovoort. Wanneer het product klaar is, dan is de arbeid gedaan. De arbeid zit in de tafel en dus ook de waarde van de arbeid zit als 'geobjectiveerde arbeid' - dat is arbeid die een ding, een object heeft voortgebracht - als 'dode arbeid' in de tafel.

Foto kapitaal als vampier

Mythes

Dit proces gaat natuurlijk ook op voor huizen, treinen, computers, magnetrons, een gegeven les, smartphones ..., dus dat principe is sinds Marx niet veel veranderd. Er zijn grofweg twee punten van kritiek op deze waardewet.
Ten eerste, het productieproces kan niet zonder kapitaal en dus vormt ook kapitaal waarde. Afgezien van het belangrijke inzicht dat kapitaal als zodanig ook het resultaat is van de levende arbeid - machines moeten gemaakt worden - functioneert het kapitaal niet zonder 'levende arbeid'. De machine, hoe ver deze met haar automatisme ook is, moet altijd in beweging gezet worden door menselijk handelen, door arbeid. Het is mede daarom dat Marx het onderscheid maakt tussen het constante kapitaal (c) en het variabele kapitaal (v), oftewel de levende arbeid.

Als tweede kritiekpunt, er zijn heel wat producten die zonder arbeid al veel waarde hebben, een waarde die zich ook door de markt kan vermeerderen: een diamant, een fles goed gerijpte wijn, een schilderij van Van Gogh of Rembrandt. Afgezien van het gegeven dat bij de productie van deze 'objecten' terdege menselijke arbeid te pas is gekomen, speelt hier de zogenaamde grensnut theorie. Deze zegt in feite: waar veel van is, neemt de waarde af. Als diamanten zo veelvuldig waren als het water in de oceanen, of dat het maken van gerijpte wijn net zo eenvoudig is als de 'château migraine' van de goedkope winkel, dan zal de waarde van die exclusieve producten sterk dalen. De gedachte is dat de behoefte de waarde van een product bepaalt. Maar dat is niet zo. Zoiets speelt pas bij de realisatie van het product, dat wil zeggen het moment dat de prijs van een waar uiteindelijk op de markt bepaald wordt. Maar dat heeft niets te maken met de waarde die ontstaan is in de productie en is slechts de waarde die er door de levende arbeid aan toegevoegd is.

Water in de woestijn

Maatschappelijk verschijnsel

De waardetheorie is een maatschappelijk verschijnsel, hierin wijkt Marx af van de economen die hem voor gingen. Dezen keken slechts naar afzonderlijke productieprocessen en erkenden daar wel de waarde die de arbeid aan het arbeidsmiddel, de grondstof toevoegde. Marx ging een stap verder en veralgemeende de afzonderlijke waardevorming van een productieproces naar het niveau van een gehele samenleving. Daardoor kon hij ook de verhoudingen tussen de verschillende productiebranches duidelijk maken. Dat bood een totaal beeld van de kapitalistische productie en gaf ook weer dat de afzonderlijke producerende kapitalisten met elkaar rekening moeten houden bij de realisering en berekening van de winst.

Hoe verloopt het proces dat meerwaarde vormt? Ook daar zien we het voordeel van de analyse van de processen op een samengesteld niveau, het niveau van de gehele kapitalistische productie. Dat drukt zich uit in de sociaal noodzakelijke arbeidstijd. Oftewel de tijd die een arbeid(st)er moet werken om zich te kunnen reproduceren, dat wil zeggen om genoeg te verdienen om zichzelf en het gezin te kunnen onderhouden en de arbeid voort te kunnen zetten.
Stel dat een arbeid(st)er om dat onderhoud voor elkaar te krijgen, bijvoorbeeld zes uur per dag moet werken. Maar hij/zij werkt bijvoorbeeld acht uur per dag en schept zo gedurende al die uren waarde voor de kapitalist die hem/haar heeft aangenomen. Dat is dus twee uur 'extra' arbeid en de waarde die dat vertegenwoordigt, is de surpluswaarde of de meerwaarde. Dat is het doel van het kapitalistische productieproces. Zo ging het in (en voor) de tijd van Marx en is daarna in dat opzicht weinig veranderd.
Samengevat in de woorden van Marx:

Het werkelijke productieproces dat start zodra het geld zich in kapitaal heeft omgezet, het geld ruilt tegen het levende arbeidsvermogen, zo ook tegen de 'objectieve' voorwaarden voor de realisering van dit vermogen: het arbeidsmateriaal en het arbeidsmiddel - dit productieproces is de eenheid van het arbeidsproces en het waardevormingsproces. Precies zoals het resultaat van dit proces, de waar, de eenheid van gebruikswaarde en ruilwaarde is.
Kapitalistisch produceren heeft slechts zin, wanneer er winst gemaakt wordt. Winst wordt gemaakt door de levende arbeid uit te buiten. Dat is niets anders dan de arbeider meer te laten werken dan noodzakelijk is voor het onderhouden van de arbeider zelf en zijn gezin. 2


1 Karl Marx, Zur Kritik der politischen Ökonomie, Manuskript 1861-1863. Het citaat is terug te vinden via Seite 15: www.marxists.org = marx/engels manuscripten 1861. (terug)
2 Idem, Seite 49. (terug)