welkom
extra
Solidariteit

Timmerman, metselaar, schilder, stukadoor, opperman, koppensneller

Mooie beroepen in de bouw

Harry Peer

Mijn vader was timmerman van beroep. Bij dat vak kan iedereen zich wel wat voorstellen. De Amerikaanse arbeidssocioloog Richard Sennett begint zijn veel geprezen studie De Ambachtsman (2008), een briljante cultuurgeschiedenis over onze verhouding tot ons werk, meteen met een nostalgische passage over de vakman in problemen.

Sennet neemt de timmerman als voorbeeld:

Het woord 'vakman' roept onmiddellijk een beeld op. Je gluurt door een raampje van een timmermanszaak en ziet een oudere man omringd door zijn leerlingen en zijn gereedschap. Binnen heerst orde, stoelonderdelen zijn keurig vastgeklemd, in het vertrek hangt de geur van vers houtschaafsel, de timmerman buigt zich over zijn werkbank om een nauwkeurige incisie te maken voor het inlegwerk. De zaak wordt in zijn bestaan bedreigd door een meubelfabriek even verderop.

Arbeidsverhoudingen in de bouw. Arbeider werkt, baas kijkt toe.
Timmerman Th. Peer.
 

Mijn vader had geen leerlingen, behalve misschien zijn kinderen. Evenmin een eigen bedrijf, maar verder herken ik dit beeld volledig. Ik kan er nog iets aan toevoegen wat eigen was aan de generatie ambachtslieden die de crisis van de jaren dertig en de oorlog hadden meegemaakt. Ze waren zuinig. Er mocht niets aan materiaal verloren gaan. Mijn vader was zo precies dat hij zelfs kromme spijkers recht sloeg om ze te kunnen hergebruiken.

De vakman

En de collectieve arbeidsovereenkomst (cao)? Deze is na te lezen op lonen en werktijden, maar ook op andere interessante zaken. Neem de cao Bouwbedrijf uit 1969-1970 (zie mijn commentaar 331, 11 juni 2017). Deze gold ook voor mijn vader destijds. Boeiend is de omschrijving van de tientallen in de bouwsector voorkomende beroepen. Neem de timmerman. Ga er even voor zitten:

Onder timmerman wordt verstaan een werknemer, die belast is met het volgens tekening stellen van profielen, kozijnen, formelen, balklagen, kappen, het aanbrengen van trappen, bebordingen, beschoten kappen, dakgoten, het construeren van eenvoudige kapspanten, het verrichten van werkzaamheden voor aftimmering, waaronder het beplaten van plafonds, het afhangen van deuren en ramen, de afmontering en het behulpzaam zijn bij het uitzetten van bouwwerken, alsmede de werknemer, die belast is met het vervaardigen van de meest voorkomende houtconstructies en bij zijn werkzaamheden gebruik maakt van verschillende houtbewerkingsmachines en zo nodig het verrichten van voorkomende bekistingswerkzaamheden.

Dat is niet mis. Een vakbekwame timmerman is zo te herkennen. Naast de vereiste kennis over materialen en gereedschap, beschikt hij/zij over bepaalde eigenschappen: nauwkeurigheid, zorgvuldigheid, ruimtelijk inzicht, goede handvaardigheid, kwaliteitsbewustzijn. Bij timmerlieden van de oudere generatie kon je er geheid van op aan dat ze net als mijn vader een stuk van een vinger of een duim misten.

De duizendpoter

Een ander veel voorkomend beroep in de bouw:

Onder metselaar wordt verstaan een werknemer, die belast is met het verrichten van alle voorkomende metselwerk in de nieuwbouw zoals funderingen, muren, gevels, schoorstenen, vloeren, stoepen, lekdorpels, putten en dergelijke en in voorkomende gevallen eenvoudig voegwerk en eenvoudig raapwerk op wanden.

Pannenleggen
Metselaar Gijs Rijsdijk, legt even pannen; later vakbondsbestuurder bij de Bouw- en Houtbond FNV.

Een metselaar bouwt aan een woning, een gebouw dat wel eeuwen mee kan gaan. Een zichtbaar en tastbaar resultaat dus, wat lang niet voor alle banen geldt. Zeker bij kundig restauratiewerk een prestatie om trots op te zijn. Maar de metselaar tilt wel gemiddeld 1.100 stenen per dag. 'Duizendpoter' heeft hij als bijnaam, hoofdzakelijk te vinden bij grote bouwprojecten met veel en grote oppervlakten metselwerk. Maak maar eens een optelsom van ruim 1000 stenen per dag voor een week, een jaar of een heel arbeidsleven. Dan zijn, net als bij andere beroepen in de bouw, de klachten aan het houdings- en bewegingsapparaat wel voor te stellen: aan knieën, rug, nek, schouders, handen, tenniselleboog, artrose. Maar ook lawaaidoofheid en psychosociale arbeidsbelasting, een belangrijke voorbode van werkstress.

Kunstenaars

Foto gebrandschilderd kerkraam
Jozef en zijn beroemde zoon in de werkplaats.
Tijdens de presentatie van "Onder dak! Uit de geschiedenis van de Bouw- en Houtbond FNV/FNV Bouw in de periode 1982-2015" op 7 juni jongstleden, kwam ik een oude bekende tegen uit de ondernemingsraad van een groot aannemingsbedrijf. De man heeft altijd met grote inzet en plezier gewerkt, maar had na dertig jaar in de bouw versleten rugwervels gekregen. Zeer pijnlijk dus. Het bedrijf zegt geen plaats meer voor hem te hebben en probeert hem er uit te werken. Het is een geschiedenis van alle tijden, maar nemen we de vrome praatjes over duurzame inzetbaarheid serieus, zou er eerst een ontslagverbod moeten komen. Dan pas is er daadwerkelijk handen en voeten te geven aan een beleid van duurzame inzetbaarheid in een onderneming.

De beroepen van timmerman en metselaar zijn het object van kunstenaars door de eeuwen heen. Wie weer eens in de kerk of in een klooster komt: kijk opzij omhoog naar de gebrandschilderde ramen. Misschien is daar Jozef achter de werkbank te signaleren, soms in het gezelschap van zijn door een stralenkrans omgeven beroemde zoon. Denk ook aan de verbeelding van de timmerman door Johannes en Caspaares Luiken in "Het Menselyk Bedryf" uit 1694. Jozef is de patroonheilige van de vroegere R.K. Bond van Timmerlieden. Met zijn gereedschap om hem heen gedrapeerd, staat timmerman Jozef op vlaggen en vaandels van de vakbond. De metselaar is vanzelfsprekend eveneens opgenomen bij de honderd verbeeldingen van ambachten van vader en zoon Luiken. Metselaar is een fysiek zwaar beroep en het ongeval loert om de hoek. Onlangs zag ik in het Museum voor Schone Kunsten in Gent het levensgrote schilderij "de Metselaar van Goya" (1746-1828), twee arbeiders op een steiger vervoeren een gewonde kameraad.

Allround

Foto met ladder op balkon
Schilder Willem van de Berg op zijn laatste werkdag op vrijdag 17 juli 2015.

De schilder wordt vaak in één adem genoemd met de timmerman en metselaar. Hier dus ook. Maar de schilder heeft al wel van oudsher een eigen cao. Hiervoor raadplegen we de cao voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf in Nederland 2016-2019. Het boekje telt 103 bladzijden. Er worden 36 referentiefuncties genoemd, waarvan er vier betrekking hebben op de schilders, namelijk Schilder 1, Schilder 2, Allround Schilder en Specialistschilder/restauratieschilder.
Wat wordt zo al vereist van de allround schilder? Kennis van schilderen op MBO 3 niveau, van alle relevante verftechnieken, van wet- en regelgeving over milieu en veiligheid, van instructies en werkmethoden van het bedrijf. De persoon beschikt over sociale vaardigheden om effectief met klanten en collega’s te kunnen communiceren, moet uitdrukkingsvaardigheid hebben voor het opstellen van rapportages en vanzelfsprekend manuele vaardigheid voor het uitvoeren van schilderwerk. De bezwarende werkomstandigheden worden precies genoemd. Er is fysiek risico door het tillen van zware voorwerpen, het werken in een inspannende houding, het inademen van vuil, stof en chemische dampen in een risicovolle werkomgeving. Voorts moet de schilder ingesteld zijn op hinder door het werken onder uiteenlopende weersomstandigheden. Het is duidelijk dat de schilder goed betaald mag worden en recht heeft op een goede cao. En dat is dus de reden dat Vakbond FNV zich niet kon vinden in het onderhandelingsresultaat en er niet voor heeft getekend.
De schilder versterkt en verfraait houtwerk en muren. Wanneer dat afbladdert besef je een beunhaas en geen vakman in dienst te hebben genomen. De schilder bij de Luikens zit met palet en kwast in de hand voor een schildersezel met doek. Soms evolueert een gewone huisschilder tot kunstschilder.

Voor alle hier beschreven ambachten geldt dat de op school geleerde kennis en vaardigheden een goede start bieden, maar de echte fijne kneepjes van het vak worden pas eigen maakt door jarenlange, soms tientallen jarenlange uitoefening ervan. Daarvoor is een functieclassificatie ontwikkeld met onder andere een honorering naar ervaring. Het is dan ook ongepast, noem het indien gewenst asociaal, dat sommige werkgevers, politici en personeelsfunctionarissen de laatste tijd proefballonnetjes opgooien om oudere werknemers financieel 'af te bouwen'.

Proza

Ieder die wel eens thuis een muur heeft aangesmeerd, weet dat het resultaat niet zal kunnen evenaren met dat van een echte ervaren stukadoor. Een korte omschrijving van dit werk:

Een stukadoor, een stuc-, plak- of pleisterwerker is een vakman die een afwerklaag van stucwerk aanbrengt op muren en plafonds in het interieur van een gebouw en op gevels aan de buitenzijde. De werknemer gebruikt daarbij materialen als kalk, zand, cement, natuurlijke en chemische hand- en spuitgipsen en andere soorten bindmiddel.

Foto
Stukadoors Bertus en John Rijsdijk. Bertus (links) was de laatste voorzitter van FNV Bouw, afdeling Dordrecht.

De stukadoor werkt op bouwprojecten, maar zeker ook bij particulieren. Kijk eens naar een stukadoor en stel de vraag hoe lang en soepel zijn bewegingen tijdens het werk zijn na te doen. Besef dan dat de kans groot is dat hij bij het ouder worden reumatische klachten krijgt net als bij een schilder die vaak boven zijn hoofd heeft moet werken.
De lopende cao "Afbouw 2015-2017" laat zien dat de aangeduide werkzaamheden veel meer behelzen. Ze omvat 198 bladzijden, waarvan de laatste zes blanco voor te maken notities, en telt 85 artikelen, 13 bijlagen, een trefwoordenregister, enzovoort. Wat is de werkingssfeer van deze cao?

De bepalingen van de cao zijn van toepassing op alle werkgevers, die werkzaamheden verrichten of doen verrichten in ondernemingen op het gebied van het stukadoors- en afwerkbedrijf, het plafond- en wandbedrijf, het vloerenbedrijf, het terrazzobedrijf en het blokkenstellers-bedrijf.

Het personeel van de bouwplaats is dit uiteraard bekend. Zelfs van de lagere school herinner ik me dat een kwajongen wel eens uittestte wie vertrouwd was met het milieu van bouwvakkers. En heus een opperman is niet een soort baas op een bouwproject. Nee, hij heeft een dienende functie. Opnieuw een lange uitleg:

Een opperman is een werknemer, die belast is met het maken van metselspecie, het aanvoeren van stenen en specie, en het plaatsen casu quo verplaatsen en afbreken van een schraagsteiger op zodanige wijze, dat geen stagnaties in de werkzaamheden van de metselaars optreden wegens gebrek aan materiaal.

Bij het horen van het woord koppensneller ontstaat waarschijnlijk een heel akelig beeld, maar het is zelfs niet uitgesloten dat de buurman er één is. De cao is echter geruststellend:

Onder koppensneller wordt verstaan een werknemer, die belast is met het op de juiste hoogte afkappen en eventueel afvoeren, casu quo verdelen van overtollige einden van betonpalen en daarbij al dan niet gebruik maakt van eenvoudig mechanisch gereedschap en snijbranders.

Ja, zo wordt zelfs een cao een boeiend stukje proza.