welkom
extra
Solidariteit

Bijeenkomst Sneevliet Herdenkingscomité -16 september 2017 Amsterdam

Na 75 jaar

Dick de Winter

In 2017 is de moord op een groep leden van het Marx-Lenin-Luxemburg Front door de Duitse bezetters 75 jaar geleden. Voor het Sneevliet Herdenkingscomité alle reden op 16 september 2017 een bijeenkomst in Amsterdam te organiseren.

Foto grafsteen Sneevliet

Hier volgt het welkomstwoord door de voorzitter van het comité, Dick de Winter. Behalve de aanwezigen, de inleiders en het koor Melange Rood begroette hij speciaal Yuzhen die vertelde over de tentoonstelling ''Sneevliet in China'' die aanstaande november in Canton georganiseerd wordt.

Herdenken

We zijn hier bij elkaar om na 75 jaar de gevallenen van het ondergrondse Marx-Lenin-Luxemburg-Front, het MLL-Front, te herdenken. Het is trouwens dit jaar ook honderd jaar geleden dat de Russische revolutie plaatsvond.
Op Westerveld waar onze jaarlijkse herdenking plaatsvindt, staan op het monument de volgende namen: Henk Sneevliet, Willem Dolleman, Ab Menist, Rein Witteveen, Jan Koeslag, Jan Edel, en Jan Schriefer. Zij werden even buiten kamp Amersfoort op 13 april 1942 door de nazi's vermoord. De naam Cor Gerritsen staat ook op het monument. Hij had na dapper verzet bij de verhoren al eerder in de gevangenis een eind aan zijn leven gemaakt. Verder staan er op het monument de namen van Johan Roebers en Aaldert IJmkers. Zij werden op 16 oktober 1942, omdat ze gegijzeld waren, in de bossen bij Austerlitz geëxecuteerd.

Vanaf 1951 hebben velen zich met volle overtuiging voor het Herdenkingscomité ingezet. Hier moet ik zeker de namen van Marie de Jong-Lagerwaard, die van mijn moeder Hennie de Winter-van Tilborg, Ellen Santen, Pien Visser-Menist en Frans Dolleman noemen. Op 13 april 1952 vond de eerste herdenking plaats. Elk jaar komen er altijd nog zo'n veertig belangstellenden naar Westerveld. Ik vind dat bijzonder en wordt daar elke keer weer door ontroerd.

Comité

Als eerste van de gevallenen noemde ik Henk Sneevliet. Hij is nu eenmaal zowel nationaal als internationaal de politiek meest bekende, belangrijke en invloedrijke. Ron Blom zal met zijn lezing ingaan op Sneevliets rol tijdens het Congres van de Volken in het Verre Oosten.
Jaren terug heeft het comité nog eens een andere naam gehad: ''Herdenkingscomité 13 april-1942-16 oktober''. Niemand snapte waar dat comité voor stond. Daarom werd weer overgegaan op de naam ''Sneevliet Herdenkingscomité''. Dat doet, zeg ik met nadruk, niks af aan de betekenis van alle anderen die we hier gedenken.
In de literatuur kom ik de kwalificatie ''Sneevliet Groep'', of ''Sneevliet Partij'' tegen als het gaat om de Revolutionair Socialistische Partij (RSP), of vanaf 1935 de Revolutionair Socialistische Arbeiders Partij (RSAP). Ik begrijp dat wel, maar juist vind ik het niet. Als het om de RSP of de RSAP gaat, noem dan gewoon die naam. En op herdenkingen heb ik ook altijd bewust over anderen. dan de meest bekenden als Sneevliet, Dolleman en Menist, verteld.
Wat wel opvalt: het gaat vaak over mannen. Maar er was ook een vrouw lid van de Centrale Leiding van het MLL-Front, Trien de Haan-Zwagerman. Ook zij is opgepakt en werd samen met Jeltje Witteveen, Janny Schriefer en Mien Sneevliet in het concentratiekamp Ravensbrück opgesloten. Haar leven en betekenis worden vanmiddag door Bart Lankester in zijn lezing geschetst.

Degenen die wij vandaag herdenken, zijn niet de enigen die het leven verloren. Laten we niet vergeten dat er andere leden van het MLL-Front zijn opgepakt en in concentratiekampen zijn vermoord. Gelukkig zijn er die het overleefd hebben. En breder nog: laten we vandaag ook diegenen herdenken die geen lid waren van partij of MLL-Front: de familieleden, buren, kennissen die hulp boden en daardoor in problemen zijn gekomen en dat soms met hun leven hebben moeten bekopen. En dan heb ik het nog niet over de psychische schade die ook na de oorlog werd geleden.

Uitgangspunten

In de twee gedenkboeken ''Voor Vrijheid en Socialisme'' en ''Wij moesten door …'' en het kleinere ''Internationaal Socialisme'' die door ons Herdenkingscomité zijn uitgegeven, wordt uitgebreid ingegaan op de achterliggende politieke uitgangspunten van de RSP en RSAP. Wat opvalt, is de vaste internationalistische overtuiging, gekoppeld aan de idealistische maar noodzakelijke opvatting dat een socialistische maatschappij het einddoel moet zijn, een wereld zonder onderdrukking en geweld.
Ook al blijkt het kapitalisme, als economisch, politiek, sociaal en mentaal systeem met zijn periodiek stagnerende groei, zijn optredende bubbels en openlijk financieel gegraai, zijn schuldenlasten, corruptie, egoïsme, uitbuiting en conflicten, vernietiging van de natuur voor gewin, oorlog en oorlogsvoorbereiding, racisme en groeiende economische ongelijkheid …. al blijkt dat kapitalisme, ondanks alles, als systeem weerbarstig complex, maar nog wel steeds overeind.

Foto demonstratie
Amsterdam, 10 november 1945, stoet via standbeeld Domela Nieuwenhuis naar crematie in Westerveld.
 

Met de vaste antikapitalistische overtuiging zetten RSP, RSAP en de revolutionaire vakbeweging, het Nationaal Arbeids-Secretariaat (NAS) zich, als tegenbeweging, ook af tegen die sociaaldemocraten die steeds meer binnen de kapitalistische maatschappij opereerden en waarbij het socialistische einddoel gaandeweg achter de horizon verdween. We kennen na al die jaren allemaal de resultaten van het gevoerde neoliberale regeringsbeleid waaraan ook de PvdA meewerkte, en waarbij werd gedereguleerd, de marktwerking heilig verklaard, onnodig bezuinigd en de sociale zekerheid afgebroken.
Sneevliet en kameraden in RSP, RSAP en NAS zijn, hoe klein ze ook getalsmatig waren, de zo noodzakelijke sociaal-economische en politieke strijd nooit uit de weg gegaan. Ze zijn 'kleurecht', zei mijn vader Tinus de Winter altijd. De organisaties waren ook niet wereldvreemd, altijd zijn deelprogramma's voorgesteld die in de praktijk verbeteringen moesten brengen. Klassensolidariteit en versterking van een socialistisch bewustzijn, gevoed door Marx en Lenin, stonden hoog in het vaandel.

Vrede, Vrijheid en Gelijkheid

Alhoewel ontstaan vanuit de communistische beweging, keerden RSP, RSAP en NAS zich ook met volle overtuiging tegen het brute stalinisme waardoor een goedwillend socialisme dat wilde strijden voor Vrede, Vrijheid en Gelijkheid in een kwaad daglicht kwam te staan. De partij werd juist in de jaren dertig geconfronteerd met aanslagen en moord. Denk maar aan de aanslag van communisten (CPN'ers) op RSP-raadslid en lid van de Provinciale Staten Ab Menist in Rotterdam en op Sneevliet die speciaal enkele potige bewakers meekreeg om veilig thuis te kunnen komen. De moord op Trotski en vele andere oppositionelen in de communistische wereld staat in ieders geheugen gegrift.

Ook nu nog, jaren na de Tweede Wereldoorlog, heeft dat het socialistisch gedachtegoed een slechte naam bezorgd. Zogeheten socialistische staten als onder andere de vroegere Sovjet Unie, het huidige China en Noord Korea, met hun minachting voor mensenrechten en democratie, spelen daarbij een funeste rol.

Jaren dertig

De jaren dertig waren zware jaren. Ewald Engelen zal daar in zijn lezing ongetwijfeld op terug komen. Sneevliets zetel in de Tweede Kamer ging in 1937 voor de RSP/RSAP verloren. Politieke meningsverschillen, maar ook de fatale rol van de stalinistische spion Marc Zborowski, maakten dat Trotski zich geheel ten onrechte van Sneevliet afkeerde en dat heeft zeker nadelig gewerkt. Bovendien, de overheid vaardigde in de jaren dertig een ambtenarenverbod uit, hetgeen inhield dat ambtenaren geen lid van zogenaamde extremistische organisatie mochten zijn.

Dat scheelde leden, ook in de revolutionaire vakbeweging, het NAS. Dat alles maakte het niet gemakkelijk voor partij en vakbeweging in een steeds complexer samenleving met armoede, geweld, opkomend fascisme en oorlogsdreiging.

Tweede Wereldoorlog

Het MLL-Front, de illegale voortzetting van de RSAP, keerde zich in de Tweede Wereldoorlog tegen de imperialistische oorlog, wilde niet de belangen van de heersende klasse verdedigen en daarmee de klassenverhoudingen in stand laten ('de vijand staat in eigen land' werd gezegd), en bestreed fascisme en nazisme. Het MLL-Front mikte op revolutionaire omstandigheden en een opstandig proletariaat na de oorlog net als dat bij de Eerste Wereldoorlog het geval was geweest, en wilde samenbundeling van proletarische krachten in het Internationaal Arbeiders Front. Politiek theoretisch was dat alles vergelijkbaar met de opvattingen van Karl Liebknecht en Rosa Luxemburg tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Het heeft niet zo mogen zijn. Na verraad werd het MLL-Front opgerold en de leidende krachten gefusilleerd. Dat is nu 75 jaar geleden. Maar hun ideeën en overtuiging leven voort. Laten we nu als eerbetoon en herinnering aan de gevallenen 1 minuut stil zijn.