welkom
extra
Solidariteit

Project "Door kritiek nieuwe perspectieven ontwikkelen"

Arbeid en Technologie 3 – De twee componenten samengebracht 1

Sjarrel Massop

Arbeid en technologie zijn in deze serie als economische categorie aan de orde gekomen. Arbeid: de economische motor voor het kapitalisme als systeem, de enige bron voor economische waarde. Technologie: de brandstof voor de motor. De accumulatie of groei van het kapitaal wordt door de toepassing van de techniek enorm versneld. In deze bijdrage brengen we de twee componenten arbeid en technologie bijeen.

De functie van de technologie als toegepaste techniek is om samen met de arbeid in het kapitalistische productieproces, ‘waren’ voort te brengen. In het beginstadium van het systeem ligt de nadruk op de productie van gebruikswaarden, hoewel de productie van ruilwaarden al op gang komt. De zich vernieuwende productiewijze is immers een kapitalistische en dat betekent groei van het kapitaal.

Arbeid wordt kapitaal

Het gildesysteem kende een sterke regulering van de arbeid. De verhouding tussen meester en leerling of gezel was in dat systeem vrij nauwkeurig vastgelegd. Dat werd ook niet bij voorbaat bepaald door een economische verhouding. Het grote belang van deze wijze van produceren was de vaardigheid en het vakmanschap van de arbeid. Om kapitalistisch te kunnen produceren was het noodzakelijk om de arbeid te ontdoen van deze strakke ordening en regelgeving. Dat ging geleidelijk. De verhouding tussen meester en gezel veranderde. Dat kon, omdat ook de eerste machines al nauwkeuriger en sneller arbeiders in staat stelden om te produceren. Het vakmanschap werd langzaam, maar gestaag, geobjectiveerd in de machinerie. Dat wil zeggen dat vaardig en snel produceren minder en minder afhankelijk werd van het vakmanschap van de arbeiders, en meer en meer onderdeel uit ging maken van de machinerie.

Prent van werkende mensen

Dat hield ook in dat de verhouding tussen meester en gezel 'economisch' werd. Het was niet langer noodzakelijk dat de meester veel nadruk legde op de vakbekwaamheid van de arbeiders. Het accent kwam meer en meer te liggen op de uitbreiding van de productie. De arbeiders werden uitwisselbaar, hun vermogen om arbeid te verrichten werd meer en meer onafhankelijk van hun intellectuele kwaliteiten. Met andere woorden de arbeid ontwikkelde zich in de richting ook kapitaal te worden. Variabele kapitaal weliswaar, omdat slechts de arbeid als autonome productiefactor in staat was economische waarde voort te brengen; om ruilwaarden te produceren. Dit in tegenstelling tot het constante kapitaal dat niet op zichzelf in staat is om waarde te scheppen. Eenvoudig gezegd, een machinerie werkt niet als er geen menselijke handelingen zijn die haar in werking zetten.

Machinerie

Zowel arbeid en kapitaal, variabel en constant kapitaal, moeten zich reproduceren. Beide factoren zijn aangekocht. Arbeid op de arbeidsmarkt, machinerie op de markt voor machines. En ook hier ontstaat een verschil. De reproductie van de arbeid vereist een bepaalde hoeveelheid verrichte arbeid, uitgedrukt in noodzakelijke arbeidstijd. Na bijvoorbeeld zes uur arbeid, heeft de arbeider of arbeidster voldoende geproduceerd om zich te onderhouden. Een dergelijke maatstaf is voor de machinerie ondenkbaar. Er is een constante hoeveelheid benzine nodig om een motor te laten lopen. Wanneer de benzine op is, stopt de motor.

Het is wel zo dat de machinerie verbeterd kan worden. Let wel, dit is altijd het resultaat van menselijk handelen, dus door de inzet van variabel kapitaal. De actieradius van een machine kan met andere woorden aangepast worden. Slechts door menselijk handelen, kan een machine meer rendement opleveren. Dit betekent in een specifiek productieproces dat daardoor menselijke arbeid overbodig gaat worden. Kortom, in elk productieproces is er een specifieke verhouding tussen de hoeveelheid constant en variabel kapitaal. Het cultiveren van een stuk land gebeurde bijvoorbeeld door de grond om te spitten en te egaliseren. Dat was een arbeidsintensieve aangelegenheid. Met de uitvinding van de ploeg en de eg kon dit werk eenvoudiger en sneller uitgevoerd worden.

Organische samenstelling kapitaal

De verhouding tussen het constante en het variabele deel van het kapitaal noemt Marx de organische samenstelling van het kapitaal. In de woordkeuze 'organisch' zit de ontwikkeling van die verhouding opgesloten die daarmee een dialectische is. In de afzonderlijke kapitalistische productieprocessen verandert de samenstelling van het kapitaal voortdurend. Logisch, dat daaraan economische gevolgen verbonden zijn. We laten de geobjectiveerde arbeid in de machinerie dan maar even buiten beschouwing.

Animatie van robots achter computer

Meer constant en minder variabel kapitaal, betekent verhoudingsgewijs dat economische waardevorming, immers slechts door de levende arbeid voortgebracht, stagneert. Een complex verschijnsel dat later in deze serie zal terugkomen, In de tijd, ruim twintig jaar, dat ik bij de Hoogovens werkte, zijn veel productieprocessen in elkaar geschoven, met het verlies van het aantal arbeidsplaatsen als gevolg. De totale productie is echter door die verbeterde arbeidsproductiviteit toegenomen. Door de andere organische samenstelling van het kapitaal in het staalbedrijf kan het niet anders zijn dan dat de waardevorming van de stalen ruilwaarde gedaald moet zijn. Maar daarover later dus meer.

Formele onderschikking van arbeid aan kapitaal

De ontwikkeling van de machinerie heeft niet alleen kwantitatief, maar ook kwalitatief grote effecten op de arbeid. Kwantitatief, omdat de verdere ontwikkeling van de machinerie de kapitalisten in staat stelt met minder arbeidsvermogen hun productieprocessen voort te zetten. Kwalitatief, omdat de arbeiders met de nieuwe machines in staat zijn nauwkeuriger en sneller te werken.
In dit beginstadium van de industriële revolutie is echter de arbeid nog altijd de dominantie productiefactor in het productieproces. De arbeidsdeling in de opeenvolgende arbeidshandelingen is nog beperkt en overzichtelijk. Veel productieprocessen zijn nog volledig geïntegreerd, dat wil zeggen dat vanaf de grondstof tot gereed product, de afzonderlijke arbeid(st)ers de regie over het arbeidsproces heeft. De machinerie bestaat hoofdzakelijk uit werktuigen die de arbeid van de arbeider vereenvoudigen. Het is nog lang niet zo ver dat mensloos produceren denkbeeldig is. De arbeidsdeling is nog zeer beperkt en daarmee ook de vervreemding.

De trendbreuk is duidelijk. De arbeid concentreert zich in fabrieken. Constant kapitaal wordt in grotere hoeveelheden samengebracht. De productieniveaus breiden zich uit. Marx noemt deze ontwikkeling de formele onderschikking van de arbeid aan het kapitaal.


1 Karl Marx, Zur Kritik der politischen Ökonomie, Manuskript 1861-1863 https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1861/manuscripten/index.htm
Arbeid en Technologie wordt door Marx in de manuscripten behandeld aan het eind van deel 1 en vervolgens in deel 6. (terug)