Een opdracht aan Buskers 25.000 kaderleden
Een strijdprogramma voor de vakbeweging
Maurice Ferares
Wie op 29 april jongstleden in het televisie-programma Buitenhof de voorzitter van de FNV, Han Busker, hoorde praten over het offensief van de vakbond tegen wat hij noemde 'de doorgeschoten flexibiliteit', zal zich hebben afgevraagd wat hij bedoelde. Busker vertelde dat deze dagen 25.000 kaderleden van de bond het land in gaan, maar wat ze gaan doen zei hij niet.
Misschien ging het hier over. Op 1 februari 2018 publiceerde De Nederlandsche Bank een studie, waarin onder meer stond: Volgens het Centraal Planbureau was de Arbeidsinkomensquote voor de marktsector 2017 72,4 procent. Dat betekent dat 27,6 procent van de verdiensten in de marktsector terechtkwam bij het kapitaal. In 1995 ging nog 81 procent naar arbeidsinkomen.
Achterblijvende loongroei
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek zijn sedert 2003 477.000 vaste banen verdwenen en kwamen er 424.000 zzp'ers bij. In het genoemde rapport van De Nederlandsche Bank concludeerde directeur Knot: Bij flexibilisering van de arbeid blijft de loongroei achter. De werkende is de dupe, terwijl de winsten stijgen. Dat is dus de situatie.
Het beeld is niet abnormaal. De ondernemers grijpen wat ze grijpen kunnen in de huidige maatschappij. Daar vindt immers productie plaats om winst te maken en niet voor de bevrediging van de behoeften van de mensen. De steeds verdergaande automatisering is geen vreemde ontwikkeling, want ook die is zo oud als de mensheid. En steeds zijn de mensen die hun brood moeten verdienen met de verkoop van hun arbeidskracht het kind van de rekening geweest. Er is dus geen sprake van doorgeschoten flexibiliteit. Ook dat is een bekend verschijnsel in de kapitalistische manier van produceren: alles doen om de winst de vergroten.
Het gebeurt niet alleen in Nederland. In Frankrijk probeert Macron de hele arbeidswetgeving te vernietigen. Massale stakingen is het antwoord van de arbeiders. In Duitsland hebben de ondernemers iets anders bedacht. De vakbond voor de metaal- en elektrotechnische industrie vroeg vorig jaar bij de cao-onderhandelingen een verlaging van de wekelijkse arbeidstijd met het argument dat dit makkelijk kon gezien de geweldige automatisering. Wat kwam er uit de onderhandelingen? De werkers die onder de cao vallen, mogen hun arbeidstijd verminderen gedurende maximaal twee jaar tot 25 uur per week; uiteraard zonder behoud van het loon voor 40 uur. Zo besparen de ondernemers heel wat loonkosten en krijgen zij de volledige productie die zij wensen.
Geen utopie
Miljoenen mensen brodeloos maken, is geen probleem voor de ondernemers. De vraag is uiteraard: hoe kunnen de werkers zich daartegen beschermen. Wat is de taak van de vakbeweging daarbij?
Onderhandelen met de ondernemers dat er wat minder mensen worden ontslagen, ietsje minder flexibiliteit, is geen oplossing voor dat grote probleem. Het gaat om een heel principieel gevecht, want het is een gevecht.
Automatisering is vooruitgang, die kan en mag niet gestopt worden. De winst die de mechanisering oplevert, dient ten goede te komen aan de hele maatschappij en niet alleen aan een paar op winst uit zijnde kapitaalbezitters. Aan die opvatting zal de vakbeweging moeten wennen en dan hebben die 25.000 kaderleden van de FNV de mensen ook wat te vertellen en bedanken ze niet meer en masse voor het lidmaatschap.
Geen massaontslagen meer, maar verdeling van de arbeid over alle beschikbare werkers. Vermindering van de arbeidstijd met behoud van het volle loon. Ja, dat gaat ten koste van de winst van de investeerders, maar komt de hele maatschappij ten goede. Dan wordt het voordeel van geautomatiseerde productie dat de werkers aan meer ontwikkeling kunnen doen, aan alles wat het leven beter maakt. Ook zal het de productie ten goede komen. Dat is het actieprogram, geen utopie, maar een strijdprogram voor de vakbeweging.
|