Het offensief van de FNV
Geen afbraak van de vakbeweging
Maurice Ferares
Dat het bestuur van de FNV met een plan zou komen om het enorme ledenverlies te stoppen, was te verwachten. In december 2017 werd een eerste ontwerp aan het Ledenparlement, 105 kaderleden, voorgelegd. Een belangrijk deel van dat parlement beschuldigde het dagelijks bestuur het plan te hebben voorgekookt zonder serieuze inspraak van de bedrijfssectoren. Zeven fracties dienden een motie in, waarin ze waarschuwden voor een gebrek aan draagvlak. Ze vreesden dat de top zijn wil zou opleggen om daarna los gezongen van de achterban te kunnen polderen in Den Haag.
Aldus het Financieele Dagblad van 12 januari 2018. Het plan werd afgewezen. Maar: Het plan blijft om de vakbondsagenda terug te zien in een volgend regeerakkoord en de verkiezingen van 2021 te domineren. Een citaat uit de gewijzigde tekst van het vierjarenplan dat Het Offensief heet en dat het Ledenparlement in januari 2018 goedkeurde.
Een mislukking
Het Ledenparlement heeft zich in het ootje laten nemen. Een vakbondsoffensief dat vier jaar duurt met een plan waarvan verwacht wordt dat het in het volgende regeerakkoord terechtkomt, is je reinste kolder. Alleen al de verwachting dat een plan voor vakbondsactiviteiten in de huidige politieke verhoudingen een regeringsprogram zal bereiken, is pure demagogie. Het is typerend voor de huidige vakbondstop te suggereren dat zonder vakbondsactie in een regeerakkoord een plaats vrijgemaakt zou worden voor de in te willigen eisen.
De suggestie betekent dat de vakbondsleiding niet van plan is leiding te geven aan de zo noodzakelijke, harde strijd voor de belangen van de leden. Het betekent tevens dat er geen sprake van een offensief zal zijn. De eisen van de werkende mensen voor een redelijk bestaan kunnen alleen binnengehaald worden door strijd tegen de ondernemers in de bedrijven, tegen hun regeringen en tegen hun staat.
Er zal dus helemaal geen kwestie zijn van een werkelijk offensief en strijd van de FNV. Verder ledenverlies van de vakbond kan niet door de demagogische frasen van de bestuurders gestopt worden, ook niet als ze door het Ledenparlement voor zoete koek geslikt worden. Een plan op papier zonder plan van actie om de gestelde doelen te bereiken of om ze op z'n minst voor een deel te realiseren, is een mislukking. Het plan van de FNV-top en het Ledenparlement is loos. Het zal het verlies van leden niet tegenhouden, maar juist vergroten doordat teleurgestelde leden die geen van de eisen van het Offensief gerealiseerd hebben gezien, de bond zullen verlaten.
De vijf procent loonsverhoging
Eén van de eisen in het zogenaamde FNV Offensief is een loonsverhoging van vijf procent. Laten we daar eens wat preciezer naar kijken.
- In 2018 zette de FNV in met een looneis van 3,5 procent. De jaarlijkse loonstijging in de cao 's die de FNV heeft afgesloten in dat jaar was gemiddeld slechts 2,3 procent.
- FNV-bestuurslid Zakaria Boufangacha die de cao-onderhandelingen coördineert, heeft in juni 2018 gezegd dat de vakbond de grootste moeite moet doen om stevige loonsverhogingen af te spreken (9 november 2018, NOS Teletekst).
- Het was deze Boufangancha die 17 september jongstleden bekendmaakte bij "EenVandaag" dat de FNV een algemene looneis voor 2019 stelde van vijf procent, de hoogste in dertig jaar.
Enkele voorbeelden uit de realiteit van vandaag.
- In de cao voor klein metaal en elektrotechniek die loopt van 31 mei 2017 tot en met 31 mei 2019 heeft de FNV de volgende salarisverhogingen afgesproken:
- - 1 augustus 2017: 1,75 procent,
- - 1 januari 2018: 0,35 procent,
- - 1 juli 2018: 1,75 procent,
- - 1 januari 2019: 0,31 procent.
Niet bepaald een geweldige prestatie die salarisverhogingen van in totaal 4,2 procent verdeeld over twee jaar.
Het kan erger.
- De cao voor ziekenhuizen loopt van 1 december 2017 tot 31 maart 2019: een loonsverhoging van 2 procent op 1 juli 2018.
- De cao grootmetaal van 1 mei 2018 tot 1 mei 2019: een loonsverhoging op 1 juni 2018 van 3,5 procent.
- De cao tandtechniek, looptijd achttien maanden, juli 2018 tot 31 december 2019: een loonsverhoging op 1 januari 2019 van 1 procent.
- De cao van de bouw loopt 21 maanden van 1 februari 2017 tot 31 december 2019, met in 2018: een loonsverhoging op 1 augustus van 2,35 procent en op 1 juli 2019 van 3 procent.
Een totaal ander plan
Peter De Waard schreef in De Volkskrant van 18 januari 2016:
Twee en zestig mensen in de wereld zijn samen net zo rijk als 6,5 miljard andere wereldburgers. Dat blijkt uit een rapport van Oxfam International ('Wealth-having it all and wanting more) dat aan de vooravond van het World Economic Forum in Davos is gepubliceerd. (...). Vermogen levert meer geld op dan arbeid, zo citeert Oxfam de Franse econoom Thomas Piketty. De baten van de economische groei stromen via dividenden naar het rijkste deel, terwijl de lonen stagneren. Of zoals Warren Buffet (Amerikaans investeerder) stelt: Ik betaal minder belasting dan mijn secretaresse en schoonmaakster. Daarnaast nemen ook de salarisverschillen tussen de top verdieners en mensen met een minimumloon toe.
Met de eisen die in het plan Offensief worden gesteld, zoals 5 procent loonsverhoging voor iedereen, een 36-urige werkweek en 40 procent meer loon voor de flexwerkers in vergelijking met de lonen van mensen met een vaste baan, bedriegen de FNV top en het Ledenparlement de leden van de vakbond. Door het stellen van die eisen willen ze het doen voorkomen dat de bond zich zal inzetten voor de verlangens die bij de mensen leven. Daarmee denken ze tevens de aandacht af te leiden van het feit dat ze in gebreke zijn gebleven leiding te geven aan acties voor verbetering van de arbeidsvoorwaarden van de leden.
De FNV heeft meer nodig dan één offensief op papier. Namelijk, ten eerste, een plan om de organisatie te reinigen van de volslagen incompetente en parasitaire top. En ten tweede, een plan tegen de ondernemers die met stevige acties gedwongen moeten worden om van hun geweldige winsten een groot deel af te staan voor de verbetering van het leven van degenen die de bazen helpen die winsten te maken.
De bazen maken zich geen zorgen
Ook in Nederland hebben de ondernemers geen probleem als het gaat om het maken van winst, namelijk jaarlijks gemiddeld 14 procent op het geïnvesteerde kapitaal. Niet alleen beleven heel veel bedrijven gouden tijden, bij de banken is het ook feest. Het Financieele Dagblad, 15-09-2018:
Uit cijfers van DNB [De Nederlandsche Bank] blijkt dat de Nederlandse banken als sector gezamenlijk een dubbelcijferig rendement behaalden op eigen vermogen van 12,7 procent in 2017. Daarmee behoort de Nederlandse bankensector tot de Europese voorhoede. Twee jaar geleden bedroeg dit cijfer voor Nederland nog 10,8 procent. ABN AMRO, de bank die deels in staatshanden is, boekte over 2017 met een 'return on equity' [rendement op eigen vermogen] van 13,4 procent voor eenmalige opbrengsten, veruit het hoogste rendement van de grote Nederlandse banken. Maar ook ING, NIBC en BNG boeken rendementen boven de 10 procent.
Naar de verwachte, gemiddelde loonstijging in 2019 van werknemers in 520 grote bedrijven in Nederland, in totaal 320.000, heeft de Amerikaanse organisatieadviseur Korn/Ferry een onderzoek ingesteld. In het Financieele Dagblad van 19 november 2018 schreef Johan Leupen over het resultaat van dat onderzoek:
De bedrijven verwachten in 2019 een gemiddelde reële loonstijging van slechts 0,7 procent (exclusief inflatie). Daarmee zou de groei iets lager uitvallen dan de 1,1 procent over 2018.
Dat de vakbeweging flink aan de slag zal gaan om de positie van de werkers te verbeteren, gelooft Korn/Ferry ook niet, hetgeen blijkt uit de constatering:
Dat de algemene loonontwikkeling zo achter blijft bij de economische groei is tegen het zere been van de vakbeweging die moet toezien hoe werknemers een steeds kleiner deel van het nationaal inkomen naar zich toehalen, terwijl de economie op volle toeren draait en de arbeidsmarkt almaar krapper wordt.
De vakbeweging heeft tot nu toe weinig laten merken dat het achterblijven van de lonen reden is geweest voor grootscheepse actie tegen de ondernemers die steeds meer en grotere winsten maken en de werkers in hun bedrijven daar niet van laten meeprofiteren.
|