welkom
extra
Solidariteit

Project "Door kritiek nieuwe perspectieven ontwikkelen"

Het mercantiele kapitaal (3) - meerwaarde en winst 1

Sjarrel Massop

In de vorige ronde (352 - extra 2, 1-04-2018) hebben we besproken dat door geld de kapitalistische handel een extra impuls kreeg. We vervolgen onze serie met de verhouding tussen productie en reproductie. Te zien zal zijn dat de ontwikkeling van de kapitalistische productie op meerdere manieren het systeem in problemen brengt. De reproductie kan dat nog enigszins verbloemen, maar het gehele kapitalistische systeem krijgt het moeilijker en moeilijker.

Het kapitalistische productieproces betreft de productie van 'waren' of producten. Hier waren met een ruilwaarde die op de markt bij de verkoop een winst opleveren. Wellicht heeft de waar ook een nuttige waarde die voorziet in een behoefte van mensen, een gebruikswaarde, maar dat is in de kapitalistische productie niet bij voorbaat het doel.

Reproductie van kapitaal

Eerder hebben we vastgesteld dat arbeid de enige bron van de waarde van een waar is. Die bron bestaat uit het verschil tussen de geleverde arbeid en de arbeid die voor de arbeider noodzakelijk is om in zijn of haar onderhoud te kunnen voorzien. Dat levert een surplusarbeid op die tot een 'extra' of meerwaarde leidt die geobjectiveerd is in het product. Dat wil niets anders zeggen dan dat de totale geleverde arbeid opgesloten zit in het concreet geproduceerde product, een tafel, een computer, een encyclopedie.

Verkoper aan het verkopen (cartoon) Die geobjectiveerde waarde moet vervolgens gerealiseerd worden. De eigenaar van de geproduceerde waar, de kapitalist, gaat met het product naar de markt. Door de verkoop ervan krijgt hij er geld voor dat eerst wordt gebruikt voor de reproductie van het geïnvesteerde kapitaal. De kapitalist heeft namelijk grondstoffen gekocht en machines die gedeeltelijk afgeschreven moeten worden. Dit zijn kosten die hij moet betalen - dit noemt Marx de reproductie van het constante kapitaal. De kapitalist moet ook de arbeiders betalen - dit noemt Marx de reproductie van het variabele kapitaal. Daarna blijft nog de meerwaarde over, dat wil zeggen de waarde die in het product zit vanwege het onbetaalde loon van de arbeiders. Omdat het product geheel verkocht is, is ook deze meerwaarde in geld omgezet.

Verdeling meerwaarde

Wanneer de kapitalist zelf naar de markt gaat, kan hij niet produceren. Het proces kan zich niet herhalen. Sterker nog, hij kan pas verder produceren wanneer hij weer geld heeft na de verkoop van het product. Daarmee kan hij weer grondstoffen kopen, productiemiddelen en arbeidsvermogen en zijn productieproces vervolgen. Het tijdrovende werk van de verkoop en de gang van de producten naar de markt kan de productieve kapitalist uitbesteden. Hij verkoopt zijn producten aan de handelaar die over 'mercantiel kapitaal' beschikt. Deze handelaar koopt de ruilwaarden van de producent voor geld en verkoopt de producten op de markt voor meer geld. Waar de producent het reproductieschema W-G-W volgt in zijn transactie met de handelaar, volgt de handelaar het schema G-W-G'.
Uit het schema G-W-G' komt ook de meerwaarde van de producent, maar dat betreft dan de productie en niet de genoemde transactie. De handelaar volgt dus geen productieschema en kan dus uit zijn activiteiten geen meerwaarde realiseren. Zijn winst (G') verkrijgt hij, doordat de producent in de verkoop van de waar niet zijn gehele meerwaarde opstrijkt. Dit restant meerwaarde blijft in het product zitten en komt er uit als winst voor de handelaar ('mercantilist'), wanneer hij het product op de markt verkoopt. De handelaar voegt dus aan het product geen waarde toe, hij produceert immers niet. In de termen van Marx, wanneer het gaat om de economische arbeid, is hier sprake van onproductieve arbeid.

De meerwaarde die de producent realiseert in zijn productieproces wordt dus in het gehele productie- en reproductieproces verdeeld onder de producent en de handelaar. Het kan zijn dat de handelaar zijn activiteiten niet alleen af kan. Hij heeft vervoerders en boekhouders nodig, arbeiders die in zijn magazijnen werken, zoals bijvoorbeeld de distributiecentra van de grootgrutters. Dat betekent dat hij ook geld moet inzetten om arbeidskrachten hun loon te kunnen betalen en constant kapitaal nodig heeft om zijn transportmiddelen en gebouwen te kopen en te onderhouden. De kosten van deze mercantiele kapitalist gaan ten koste van de meerwaarde die de producent in zijn productieproces maakt. Dit toont de kwetsbaarheid van de Nederlandse economie, waarin de verhouding tussen productie en handel verstoord is, dat wil zeggen dat 'wij' veel minder meerwaarde produceren dan winst door middel van handel realiseren.

Dalende grafiek achtervolgt mannetje

Kwetsbaar systeem

Dit hele proces - een ontwikkelingsfase van het kapitalisme - dat zich verder en verder doorzet met globalisering en internationale arbeidsverdeling, maakt het systeem erg kwetsbaar. De isolationistische politiek van Donald Trump met zijn 'America First' en de dreigende handelsoorlogen zetten het systeem, waarbij hij zweert, dus nog veel meer onder druk. Wil het systeem zich handhaven, dan betekent deze druk dat de producerende kapitalisten meer en meer meerwaarde moeten produceren om het gehele systeem te laten functioneren.

Meer exploitatie of uitbuiting is nodig. Dat wil zeggen flexibilisering van de arbeid. Meer uitbesteding. Terugdringing van de arbeid - als kostenpost - uit het productieproces. Verhoging van de productiviteit in de arbeidsprocessen. Voortdurende opvoering van de productieniveaus. Dit alles gedragen door de steeds maar weer uitgevente noodzaak tot onbegrensde economische groei. En dan nog daar gelaten de als maar stijgende behoefte aan grondstoffen en energie. Het is duidelijk dat verdere crises wachten en uiteindelijk ook de economische onhoudbaarheid zal blijken van het systeem dat kapitalisme heet.

Stagnatie

Er zijn nog andere problemen die steeds manifester worden. Waar we constateerden dat slechts de arbeid de bron van de meerwaarde is en tegelijk de arbeid meer en meer uit de productieprocessen verdwijnt, is er geen andere conclusie mogelijk dan dat de meerwaardevorming gaat stagneren. Samen te vatten als het proces van de tendentieel dalende winstvoet dat steeds sterker optreedt. Ter toelichting: de winst is de verhouding tussen de meerwaarde en het totaal geïnvesteerde kapitaal. In een formule: p=m/(c+v). Daarbij staat 'p' (profit) voor de winstvoet, 'm' voor de meerwaarde, 'c' voor constant en 'v' voor variabel kapitaal. Omdat het breukdeel (c+v) absoluut stijgt ten opzichte van m, de meerwaarde, daalt p, de winstvoet. Daarbij aangetekend dat door de technologie het constant kapitaal 'c' in verhouding harder stijgt dan het variabel kapitaal 'v'.

Het eerste grote probleem daarbij is dat de arbeid zich slechter kan reproduceren. Dat wil zeggen dat er van de 'meerwaardekoek' die de arbeid voortbrengt alsmaar minder overblijft voor de arbeid zelf. De armen worden armer en de rijken worden steeds rijker.
De meerwaarde kan zich nog enigszins handhaven, doordat de arbeidsverdeling internationaal wordt. De i phone wordt in goedkope productielanden voor enkele euro's productiekosten geproduceerd (China) en voor honderden euro's elders verkocht. Van de vele andere voorbeelden: textiel en data in India, sportschoenen, auto's in Mexico en Tsjechië.
Er is echter nog een ander probleem: terug investeren van de winsten in de productie rendeert niet meer. Marx noemt dit terugbrengen van kapitaal in productieprocessen (de refluxbeweging van het kapitaal), een thema waarop we nog terug zullen komen. De gedachte is dat de winst die de producenten en vooral de handelskapitalisten maken, niet of nauwelijks meer renderen in de producerende industrie en de dienstverlening. Dat kapitaal moet dus op zoek naar andere wegen om te kunnen groeien, te accumuleren.

Terug naar af

Voorkant boek No Logo Het handelskapitaal bestond al voordat het kapitalisme als systeem tot ontwikkeling kwam. Door de tussenkomst van dit kapitaal heeft het een revolutionaire ontwikkeling kunnen doormaken en werden massaproductie en massaconsumptie mogelijk. Zo werd de productie de dominante, economische factor in het kapitalistische systeem. Door de technologisering, automatisering en robotisering verliest echter het productiekapitaal aan betekenis. Het (nieuwe) mercantiele kapitaal is terug van weggeweest.

Dat handelskapitaal drukt zijn neus weer sterk aan het venster. Een proces dat Naomi Klein voortreffelijk heeft beschreven. 2 Met daarbij als kanttekening dat zij de 'mercantilisering' onvoldoende belicht ten opzichte van de ontwikkeling van het kapitalisme als systeem.


1 Karl Marx, Zur Kritik der politischen Ökonomie, Manuskript 1861-1863, www.marxists.org - marx-engels - 1861 - manuscripten Het mercantiele kapitaal betreft het vijfde deel van de Manuscripten. (terug)
2 Naomi Klein, No Logo, de strijd tegen de dwang van de wereldmerken, de Geus, 2014. (terug)