welkom
extra
Solidariteit

Project "Door kritiek nieuwe perspectieven ontwikkelen"

Het mercantiele kapitaal (4) - refluxbewegingen 1

Sjarrel Massop

Het kapitaal zoekt telkens weer naar mogelijkheden om het proces van groei of accumulatie te herhalen. De noodzaak van groei is een eigen leven gaan krijgen, met welhaast mythische betekenis. Het economische adagium is dat het zonder groei zeer snel bergafwaarts zal gaan. Maar de groei kent geen eerlijke verdeling en is niet oneindig. Elke groeiperiode wordt op een zeker moment afgelost door een economische crisis die altijd het gevolg is van overinvestering en overcapaciteit, de voorwaarden voor de overproductie.

Met het vraagstuk van de herinvestering van gegroeid kapitaal zetten we onze serie voort: de zogenoemde refluxbewegingen, het terugvloeien. Marx spreekt in de Manuscripten over de refluxbewegingen van het geld in de kapitalistische reproductie. Dat heeft alles te maken met de reproductieschema's van kapitaal en arbeid. Daarom eerst de drie belangrijkste schema’s nog even in herinnering gebracht.

Reproductie complexer

Reproductie betekent feitelijk niets anders dan dat de investeringen in constant kapitaal, arbeidsmiddelen, grondstoffen, gebouwen en machines - voor het verbruik ervan, wanneer het dus kosten zijn - betaald moeten worden. Dat geldt natuurlijk ook voor het variabele kapitaal, de levende arbeid moet betaald worden in de vorm van arbeidsloon. Deze reproductie kan in schema's omgezet worden. De producent koopt met zijn geld arbeidsvermogen dat hij consumeert in het productieproces en het resultaat (product of waar) weer verkoopt voor geld. In schema: G-W-G.
Daar hoort een tweede schema bij. De producent heeft een product dat hij voor geld verkoopt, waarmee hij vervolgens bijvoorbeeld arbeidsvermogen of machines koopt, in schema: W-G-W. De handelaar kan hiertussen gaan zitten, doordat hij met zijn geld de waren van de producent weer verkoopt voor geld. Met de waren die hij heeft, kan hij naar de markt gaan en ze omzetten in geld, om dan weer nieuwe waren van de producent te kopen. De schema’s zijn dan hetzelfde. Het is daarmee duidelijk waarom bij Marx hier het geld een centrale rol speelt.

Foto van eieren die met grote grijper worden weggegooid

Deze (trans)acties hebben echter slechts zin, wanneer zowel de producent als de handelaar aan het einde van de handeling er wat aan overhouden, meer dan dat ze geïnvesteerd hebben. Deze meerwaarde kan in geld of in waren uitgedrukt worden volgens de schema' s W-G-W’ en G-W-G’. Daarbij vertegenwoordigen W’ en G’, in product of geld uitgedrukt, meer waarde dan dat de producent kapitalist of handelskapitalist geïnvesteerd heeft. Deze meerwaarde of winst is het verschil tussen de verkochte waar en de totale gemaakte kosten.
De reproductie betekent dus dat de gemaakte kosten betaald worden. Van de meerwaarde moeten de afzonderlijke kapitalisten zelf nog leven, eten kopen en hypotheek betalen. Maar dan blijft er nog een rest in de vorm van geld over. De kapitalisten kunnen dit oppotten, schatvorming noemt Marx dit, en dat kan bijvoorbeeld vandaag tot in de Kaaiman eilanden (Brits gebied in de Caraïbische Zee). Ze kunnen ook het overschot aan surpluswaarde opnieuw in een willekeurig productieproces steken, door bijvoorbeeld kredietverstrekking of door aandelen te kopen. Hiervoor ontvangen ze dan weer meer geld in de vorm van rente of een dividenduitkering. Daarmee is er een derde reproductieschema van het kapitaal ontstaan: G-G’, van geld meer geld maken zonder tussenkomst van producten of waren. Zo zien we dat met de ontwikkeling van het kapitalisme de reproductie van het kapitaal complexer wordt.

Loerende overproductie

Reflux is niets anders dan het terugstromen van surpluskapitaal dat voortkomt uit productie in nieuwe of herhalingen van oude productieprocessen. Met als doel: weer meer geld of producten te krijgen dan dat er geïnvesteerd zijn. Dit terugvloeien van kapitaal in oude of nieuwe processen laat dus het kapitaal extra groeien en is daarom voor de kapitalisten een lucratieve aangelegenheid. Hetgeen vaak tot uitbreiding van de productie leidt. Met de surpluswaarde worden extra machines gekocht en extra arbeiders aangesteld die natuurlijk wel weer betaald, gekocht en gereproduceerd moeten worden - met aan het slot van het proces weer meer resultaat.

Spotprent over afschaffing dividendbelasting

Dit is een continu proces van groei of accumulatie dat geen rekening houdt met de vraag of er aan de geproduceerde waren behoefte is. Daarmee loert de overproductie voortdurend. Ook omdat de refluxbewegingen geen gesloten proces zijn, dat wil zeggen dat niet alleen de producerende kapitalisten winst willen maken, maar ook de handelaren, de mercantiele kapitalisten en de financiële kapitalisten. Ook zij willen er meer dan een graantje van meepikken.
Kabinet Rutte 3 vindt dat allemaal best, zoals blijkt uit de afschaffing van de dividendbelasting die immers de refluxbewegingen stimuleert.

Reeks van gevolgen

Marx onderkende dit proces nadrukkelijk. In de ontwikkeling van het systeem van kapitalistische productie en bijbehorende handel zullen meer kapers op de kust komen om de winsten in nog meer winsten om te zetten. En daarom moeten de productieprocessen efficiënter en de productiekosten lager. En daarin speelt de refluxbeweging een uitermate belangrijk rol.
Met het surpluskapitaal dat terugvloeit naar de productieprocessen worden deze verder gerationaliseerd, gemechaniseerd, geautomatiseerd. Een belangrijke verklaring voor het feit dat economische groei niet - zonder meer - leidt tot meer werk en hogere lonen. Met het terugstromende surpluskapitaal worden de arbeidsprocessen gestandaardiseerd en geflexibiliseerd, waardoor de arbeid goedkoper wordt. Met hetzelfde terugvloeiende surpluskapitaal worden de arbeidsprocessen ook geautomatiseerd, neemt de arbeidsproductiviteit toe en gaat de verdeling van het surplus meer naar het kapitaal dan in verhouding naar de arbeid, de zogenoemde Gini coëfficiënt die dit uitdrukt, stijgt.

Bij deze wezenlijke ongelijkheden sleept dit systeem van refluxbewegingen nog een reeks van andere crises mee. Kort samengevat: de overproductie, de uitputting van de aarde door de vraag naar grondstoffen, de exponentieel stijgende vraag naar energie om de processen op gang te houden met als gevolg milieuverontreiniging en opwarming van de aarde. Plus wat in deze serie eerder betoogd is: de ongeremde uitbreiding van de marktwerking naar sectoren die eigenlijk wel in balans waren met de eigen reproductieschema’s, maar die nu dus ook surpluskapitaal moeten opwekken, waardoor ook daar refluxbewegingen ontstaan. Bewegingen die zich niet beperken tot de eigen sectoren. Door de bemiddeling, of beter gezegd de tussenkomst van het geld, kunnen de terugstromende euro's in de kapitalistische (re)productie over de sectoren plaatsvinden.


1 Karl Marx, Zur Kritik der politischen Ökonomie, Manuskript 1861-1863, www.marxists.org - marx-engels - 1861 - manuscripten Het mercantiele kapitaal betreft het vijfde deel van de Manuscripten. (terug)