welkom
extra
Solidariteit

Project "Door kritiek nieuwe perspectieven ontwikkelen"

Het mercantiele kapitaal (7) - schulden (c) 1

Sjarrel Massop

Het kapitalistische politieke, economische systeem heeft een overvloedige neiging tot groei, een zelfvernietigende tendens die alle risico's veronachtzaamt. De bijna vanzelfsprekende noodzaak van economische groei kent een eigen legitimatie. Het kapitaal wil ons doen geloven dat zonder groei welvaart en vooruitgang onmogelijk is. De praktijk is echter anders. De groei zal uiteindelijk leiden tot de ineenstorting van het kapitalisme. Als mensen het tij niet keren, zal het systeem bezwijken aan overgewicht, aan overaccumulatie.

Voor het zover is, zal het onbeteugelde kapitaal de destructieve groeidwang voortzetten. Omdat de accumulatie niet meer door de exploitatie van de arbeid kan plaatsvinden, zal dat op een andere manier gebeuren. Zoals we eerder zagen, kan de accumulatie voortgaan door de globalisering van de arbeids(ver)deling. 2 Maar de uitbuiting kan ook anders. Niet door de arbeid in het productieproces, maar in het consumptieproces te exploiteren. Marx heeft deze vorm aangegeven als de geldcirculatie G - G'. De gedachte erachter is dat het oorspronkelijke kapitaal niet rechtstreeks terugstroomt (reflux) naar het productieproces, maar dat het functioneert als krediet.

Jagers met berg buffelschedels

Krediet

Voor de producerende kapitalist is krediet zelf nog wel lucratief. Door de versnelling van de refluxbeweging hoeft de kapitalist niet te wachten tot hij de geproduceerde waren op de markt verkocht heeft. Met het krediet kan hij weer nieuwe grondstoffen, arbeidsmiddelen en arbeidsvermogen kopen en zo het productieproces opnieuw starten. Hij kan dan later, wanneer de producten uit het eerste proces daadwerkelijk verkocht zijn, aan de kredietverstrekker zijn schuld terugbetalen. Maar dan is er voor de afzonderlijke kredietverstrekker nog geen accumulatie ontstaan.
Een voorbeeld. Wanneer een boer een krediet of een lening nodig heeft voor de aankoop van een nieuwe trekker, dan wil de betreffende bank niet alleen het geld terug dat hij uitgeleend heeft, maar daarover ook rente ontvangen. En op dat moment wordt de circulatie G - G' gerealiseerd en verdient de bank door de renteverstrekking aan de transactie. Het aan de boer geleende geld wordt voor de bank 'meergeld', doordat de boer rente betaalt.

Deze constructie vergt nog wel enige verduidelijking, omdat het lijkt of de bank zo een surpluswaarde realiseert (een waarde omzet in de geldvorm, bijvoorbeeld door verkoop, feitelijk de beweging G - G'). Dat is echter niet het geval, want uiteindelijk realiseert de producerende kapitalist in zijn productieproces het surplus, waarvan hij een deel besteedt aan de betaling van de rente aan de bank. Feitelijk exploiteert ook de bank de arbeid, zij het indirect, omdat de producerende kapitalist de surplusarbeid - en de daaruit voortvloeiende surpluswaarde - realiseert.
Maar er is voor de producerende kapitalist een tweede reden om met krediet te werken. Hij hoeft niet op een tweede productiecyclus te wachten tot de 'waren' op de markt verkocht zijn, want het krediet stelt hem in staat sneller achter elkaar te produceren en dus ook sneller de arbeid te exploiteren.

Politieke factor

Voorkant boek Harvey 17 tegenstellingen Schulden zijn niet nieuw, krediet is uiteindelijk niets anders dan een schuld van de producent aan de kapitaalverstrekker. Ze bestaan al zo lang als het particulier eigendom en volgens David Graeber is dat al ruim vijfduizend jaar. 3 Hij geeft het begrip schuld ook een belangrijke, politieke dimensie. Immers er ontstaat een afhankelijkheidssituatie. De boer moet op straffe van uiteindelijk faillissement, deurwaarders, incassobureaus de rente betalen, anders komt hij in de problemen.

Nieuw is wel de schaal waarop dit kredietsysteem en de ontkoppeling aan de directe productie functioneren. David Harvey heeft dit de accumulation by dispossession genoemd, groei door onteigening. 4 Vroeger moest of kon de arbeider een huis huren van de fabriekseigenaar. Dat leek een sociaal en lucratief aanbod, maar het is natuurlijk een sigaar uit eigen doos. Tegenwoordig verstrekt de bank een hypotheek aan de arbeider, waarvoor hij zoveel rente moet betalen dat hij zijn huis vaak dubbel betaalt. Bovendien propageert de bank een aflossingsvrije hypotheek, zodat de rentebetaling in stand blijft. In feite hetzelfde systeem, alleen is nu de bank de exploitant en één op grotere schaal, en niet de producerende kapitalist.

In publieke sector

Thatcher Reagan karikaturen

Met de komst van het neoliberalisme is er voor het geld of het financiële kapitaal nog een zeer welkome en lucratieve inkomstenbron ontstaan volgens het schema G - G'. Vooral door Reagan en Thatcher zijn de belastingen voor vermogen, omzet en dividend drastisch verlaagd. Dit, terwijl de overheidsuitgaven dramatisch zijn gestegen. De financiering daarvan verliep door middel van obligaties en staatspapieren. De overheid leende enorm veel geld van financiële instellingen, vaak tegen hoge rente, waardoor de overheidsschulden dramatisch stegen. Voor het financiële kapitaal zeer aantrekkelijk, omdat in principe een overheid niet failliet kan gaan.

De hypotheekschuld van Nederland loopt weer op, in 2017 naar 670 miljard euro. De actuele overheidsschuld blijft ook stijgen. In 2015: 458 miljard. In 2016: 466 miljard. In 2017 een tijdelijke breuk: 416 miljard en vandaag is het weer naar 480 miljard euro. Dat is ondanks dat de crisis zogenaamd voorbij is, opgeteld momenteel: 1.150 miljard (670+480). 5 Tegen een rente van zeg 3 procent (beslist niet geflatteerd) is dat dus 33 miljard per jaar: gratis accumulatie voor het kapitaal, alleen al in Nederland. En nog eens benadrukt: indirect opgebracht door de arbeid waar het de staatsschuld betreft, en direct als we de rente voor ons huis ermee moeten betalen.
Tijdens de recente financiële crisis werd dit kredietsysteem het kapitaal bijna noodlottig. Er is nog weinig veranderd, de hypotheek- en staatsschuld nemen weer toe. De tijdbom blijft tikken, geheel volgens Marx' analyse.


1 Karl Marx, Zur Kritik der politischen Ökonomie, Manuskript 1861-1863, www.marxists.org - marx-engels - 1861 - manuscripten Het mercantiele kapitaal betreft het vijfde deel van de Manuscripten. (terug)
2 Zie: Het mercantiele kapitaal (6) - tendentieel dalende winstvoet (b), Extra 536-3, 27 mei 2018 (terug)
3 David Graeber, Schuld, de eerste 5000 jaar, Schoonhoven, Business Contact, 2012. Zie voor een bespreking: Extra 302-2, 19 februari 2017. (terug)
4 Zie: Tegenstelling 12 - Verschil tussen inkomen en rijkdom, Extra 305-3, 26 juni 2016 en Tegenstelling 15 - Samengestelde accumulatie, Extra 311-2, 18 september 2016. (terug)
5 Zie: www.destaatsschuldmeter.nl (terug)