welkom
extra
Solidariteit

Project "Door kritiek nieuwe perspectieven ontwikkelen"

Het mercantiele kapitaal (1) - introductie 1

Sjarrel Massop

Het doel van de kapitalistische productie is tweeledig. Eén, de productie van een surpluswaarde die tot stand komt, doordat de arbeid(st)er meer werkt dan noodzakelijk is om zijn of haar arbeid te reproduceren. Dus het loon krijgt om voldoende bestaansmiddelen te kopen. Twee, de reproductie van het kapitaal, in het gemaakte product zit naast de opgenomen extra waarde die de arbeider eraan toevoegt, ook de waarde van het door de kapitalist geïnvesteerde kapitaal, de grondstoffen en de arbeidsmiddelen. Met de verkoop van het product komt die waarde weer terug.

Mercantilisme: Rijkdom = Macht Het proces van de terugkeer van het geïnvesteerde kapitaal is deze keer in onze serie het onderwerp. Daarbij speelt het mercantiele kapitaal oftewel het handelskapitaal een grote rol. Voor dit proces en het onderhoud van het voortbestaan van de arbeider gebruikt Marx de term reproductie.

Het handelskapitaal

De kapitalist kan zelf met de voortgebrachte producten in de vorm van ruilwaarde naar de markt gaan, maar dan moet hij de productie onderbreken. Hij kan immers geen twee dingen tegelijk doen. Dat betekent dus dat zijn activiteiten stagneren om meerwaarde te vormen en om zijn geïnvesteerde kapitaal terug te krijgen. Natuurlijk kan hij mensen in dienst nemen die dat voor hem doen. Arbeiders die zijn producten naar de markt brengen, daar verkopen en het geld dat ze daarmee ontvangen, teruggeven aan de kapitalist. Dat is gedeeltelijk ook de praktijk. Elk productiebedrijf heeft afdelingen verkoop en marketing die deze activiteiten waarnemen voor de kapitalist. Er is vaak ook een transportafdeling die ervoor zorgt dat de producten op de markt of in de winkels terechtkomen, wat hetzelfde is.

Duidelijk is dat deze activiteiten ook kapitaal vergen. Anders gezegd: ze vergen middelen en arbeid om ze te kunnen uitvoeren. Transportmiddelen, kantoorfaciliteiten en mensen. Dit is wat Marx het mercantiele kapitaal noemt, het handelskapitaal.

Geld

Vooraf aan de verdere beschouwing over het mercantiele kapitaal enkele opmerkingen. Om te beginnen, een zeer belangrijke: dit kapitaal levert nauwelijks of geen bijdrage aan het waardevormingsproces. Dat betekent dat de activiteiten van het mercantiele kapitaal voor de kapitalist kosten zijn die voor rekening komen van de in het productieproces gevormde meerwaarde. Kosten die voor de producerende kapitalist een reden zijn om de meerwaardevorming zo groot mogelijk te laten zijn.
Een tweede opmerking betreft het gegeven dat de productie- en reproductieactiviteiten zich zowel gezamenlijk in één organisatie kunnen bevinden als gescheiden zijn. De boer produceert aardappelen, maar het distributiebedrijf haalt de aardappelen bij hem op en zorgt ervoor dat ze in de winkel komen.

De derde opmerking behelst het gegeven dat er transacties en omzettingen plaatsvinden. De timmerman biedt zijn geproduceerde tafel in ruil voor geld aan de verkopende handelaar. Dit geld moet een betrouwbaar equivalent zijn voor de geïnvesteerde arbeidsmiddelen en grondstoffen, de geleverde arbeid van de timmerman en de geproduceerde surpluswaarde. Met het geld kan de timmerman nieuw hout kopen, zijn gereedschap onderhouden en het loon van zijn arbeider betalen en zelf bestaansmiddelen aanschaffen. Zo is de cyclus rond en kan het productieproces voor de volgende tafel beginnen. (Over het geld en de rol ervan gaat de volgende bijdrage in deze serie.)

Cartoon markt bij de psychiater - Het probleem is dat je gek bent

Verdeling van de buit

De overeenkomst tussen de producerende ('producent') en de mercantiele ('handelaar') kapitalist is dat ze de buit van de meerwaarde, afkomstig uit het productieproces, onderling moeten verdelen. De mercantiele kapitalist kan nog wel enige waarde toevoegen, maar dit staat in geen verhouding tot de waarde die de producerende kapitalist eraan toegevoegd heeft. De handelaar kan de aardappels wassen en ze in een mooi zakje verpakken. Zijn echte winst zit hem in het duurder verkopen van de aardappels dan hij de boer betaald heeft. Marx benoemt de twee posities dan ook verschillend. De producerende kapitalist zorgt voor de surpluswaarde. De mercantiele kapitalist maakt winst, het verschil tussen de aangekochte ‘waar’ van de producent en de door hem verkochte ‘waar’ op de markt.

Daar ligt de reden waarom Marx beide bewegingen kapitaal noemt, hoewel er dus een belangrijk verschil is. De 'mercantilist' voegt geen noemenswaardige waarde aan het product toe, anders was hij vast ook een producerend kapitalist geweest.

Terugvloeien

Klanten gezocht - ervaring niet vereist Marx behandelt de bewegingen van het kapitaal uitgebreid in het vijfde deel van de Manuscripten. Dat werkt hij later uit in het tweede boek van Het Kapitaal dat daarom ook de circulatie van het kapitaal als ondertitel heeft. Marx spreekt hier van 'refluxbewegingen' - terugvloeien. Het betreft de 'terug omzetting' van geld in kapitaal. Deze bewegingen zijn niet altijd eenvoudig. Een voorbeeld. De mercantiele kapitalist houdt meer geld over dan nodig is voor de reproductie van zijn constante kapitaal (arbeidsmiddelen voornamelijk), het variabele kapitaal (arbeidslonen verkopers, boekhouders, chauffeurs, enzovoort) en zijn eigen loon. Dit braakliggende geld gaat een bestemming zoeken met als doel om te groeien. Het wordt dan een productief kapitaal.
De 'mercantilist' is echter geen producerende kapitalist. De loonarbeiders die hij in dienst heeft, verrichten in de definitie van Marx onproductieve arbeid. Dat wil zeggen dat zij in hun arbeidsproces geen of nauwelijks waarde aan het product of de ‘waar’ toevoegen. Dat betekent dat de mercantilistische kapitalist een andere manier moet vinden om zijn surplus aan geld om te zetten in kapitaal. Dat moet dan wel zo dat zijn kapitaal groeit. Dat kan alleen door aan een producerende kapitalist geld tegen rente te lenen die in staat is om het geleende geld om te zetten in kapitaal. Hij koopt er arbeidsmiddelen en grondstoffen mee en natuurlijk arbeidsvermogen.

Vervolgens wordt er in dit productieproces wel waarde en meerwaarde geproduceerd. Daarmee kan de producerende kapitalist zijn constante en variabele kapitaal reproduceren, de mercantilistische kapitalist betalen voor de geleverde verkoopdiensten en de rente voor het geleende geld dat hij in kapitaal omgezet heeft. Hij houdt ook nog iets over voor zichzelf, voor zijn eigen bestaansmiddelen en voor een kapitaaldeel dat vervolgens ook weer geïnvesteerd kan worden in het productieproces.
Twee dingen vallen op. Ten eerste is dit een redenatie die de 'arbeidswaarde wet' volledig ondersteunt en bevestigt. Waarde- en meerwaardevorming ontstaan bijna uitsluitend in het productieproces van ruilwaarden. Ten tweede, de spoeling wordt dunner voor de producerende kapitalist. Zijn meerwaarde uit het productieproces moet hij delen met zijn mercantilistische collega's. Dat betekent dat hij zal proberen zijn productie uit te breiden. Tegelijk zal hij proberen dat met meer efficiëntie en effectiviteit te doen, dus de arbeidsproductiviteit verhogen. Met als doel, de meerwaardevoet - m/v, omvang meerwaarde ten opzichte van het variabele kapitaal - te verhogen. Dit zal echter leiden tot een tendentieel dalende winstvoet (m/c+v). 2

Schulden

Al deze kwesties heeft Marx uitgewerkt volgens de ontwikkelingen van zijn tijd. De schema's voor de reproductie (W-G-W’, G-W-G’ en G-G’) kunnen geactualiseerd worden. De verhoudingen ondergaan echter veranderingen in de richting van een steeds meer stagnerende economische groei en een vermindering van de accumulatie van kapitaal. Dat is een reden om in het vervolg van deze serie aandacht te besteden aan het circulatie proces G-G’, dat wil zeggen van geld meer geld maken. De bron voor deze beweging is de rente op uitgeleend geld, de rente op schulden. Daarvoor zal het boek van David Graeber over de schulden geraadpleegd worden.3

Mijn gedachte over het geheel van het mercantilistische kapitaal is dat het huidige systeem door stagnerende uitbreidingsmogelijkheden meer en meer teruggaat naar de oorsprong van de kapitalistische productie, waar het mercantiele kapitaal een dominante rol speelde. De verhoudingen en ontwikkelingen zijn echter dermate veranderd dat het systeem als zodanig onvermijdelijk gaat vastlopen.

Titel pagina Schuld, de eerste 5000 jaar

1 Karl Marx, Zur Kritik der politischen Ökonomie, Manuskript 1861-1863, www.marxists.org - marx-engels - 1861 - manuscripten Het mercantiele kapitaal betreft het vijfde deel van de Manuscripten. (terug)
2 Zie extra 296-2, 21 februari 2016 en extra 344-2, 10 december 2017. Overigens zullen in het vervolg deze serie de 'refluxbewegingen' opnieuw aan de orde komen. (terug)
3 David Graeber, Schuld, de eerste 5000 jaar. Nederlandse vertaling bij Uitgeverij Business Contact, 2017. (terug)