welkom
extra
Solidariteit

Project "Door kritiek nieuwe perspectieven ontwikkelen"

Marktwerking (7) - commodificatieproces in de praktijk, deel B

Sjarrel Massop

Veertien dagen geleden - 345-1 extra, 24 december 2017 – ging het over de ''ronkende economie''. Terwijl met zo'n economie alles weer goed lijkt te gaan, wordt veel verhuld. Het kapitalisme als systeem is structureel ernstig in de problemen gekomen: de waardevorming stagneert. Traditionele oplossingen als meer investeren en rommelen met de rente werken niet meer. Het systeem moet op zoek naar telkens weer nieuwe bronnen om de gebruikswaarden om te zetten in ruilwaarden.

Er komen echter in de praktijk ook tegenbewegingen op. Zoals bijvoorbeeld allerlei 'collectieven' die zich bezighouden met de productie van gebruikswaarden op soms verrassende plekken, zoals de stadsvolkstuinen. Een andere illustratie bieden de initiatieven voor een 'cyclische economie', ze worden verbonden aan duurzaam produceren, uiteraard op een milieuvriendelijke manier. Een ander mooi initiatief dat ook heel goed werkt, is gebaseerd op de reproductie van het kapitaal. Het terugbrengen naar de markt van afgeschreven producten, zoals in de kringloopwinkels, waarover de VPRO een goede televisieserie heeft gemaakt. In plaats van producten te vernietigen, nodig om het productieniveau op peil te houden, worden afgedankte exemplaren aangeboden voor hergebruik en al of niet gerepareerd. Dit is zelfs commercieel wel aantrekkelijk, hoewel dat uit het oogpunt van de kapitalistische productie niet de bedoeling is.

Arbeid, geld en natuur

Mensenhoofd opgebouwd uit pillen dat nog een pil gaat slikken In 342 extra-2, 12 november 2017, bracht ik het werk van Karl Polanyi ter sprake.1 Hij behandelt onder meer het commodificatieproces en spreekt van fictieve commodificatie. Polanyi was er ongerust over dat producten omgevormd werden tot ruilwaarden en vermarkt die eerst essentieel waren in het dagelijks gebruik. We zijn er bijvoorbeeld helemaal mee vertrouwd geraakt om over de arbeidsmarkt te spreken, terwijl zoiets als arbeid heel natuurlijks was voordat het werd gecommodificeerd. De kapitalistische politieke economie heeft er grote behoefte aan om alles te vermarkten, ook waar dat volstrekt onnatuurlijk is, zoals bij arbeid, geld en de natuur.
Polanyi vreesde de verwording van de samenlevingen, wanneer zij doorgaan alles te vercommercialiseren. We hebben het al over de arbeid gehad. Ook de natuur en het geld zijn hele vanzelfsprekende producten die toch een commerciële betekenis hebben gekregen. We denken niet of nauwelijks na bij het ademhalen of water drinken, ook de onderlinge ruil van producten ging redelijk vanzelf. Neem schone lucht, drinkwater en het land waarop we leven. Alles wordt in rekening gebracht. Het bronwater wordt in plastic flesjes gestopt, de collectieve grond wordt verkocht en in eigendom gegeven. Voor de gemeentelijke overheden is het lucratief om grond te verkopen aan particulieren. Voor schone lucht die lekker moet ruiken of op de juiste temperatuur moet zijn, hebben we een luchtverfrisser en een airconditioner.

Ook het geld dat oorspronkelijk slechts de functie van ruilmiddel heeft, is een fictieve commodity geworden. Het lijkt erop dat we van geld meer geld kunnen maken door het tegen rente uit te zetten. De schijn bedriegt. De ondernemer die geld leent voor de uitbreiding van zijn of haar bedrijf, zal eerste voldoende winst moeten maken om de rente te kunnen betalen. De particulier die een hypotheek heeft lopen, zal zijn of haar arbeidsvermogen moeten verkopen om geld te verdienen om de hypotheekrente te kunnen betalen.
Overigens deel ik de zorg van Polanyi dat de commodificatie van alle denkbare producten onze samenleving ernstig aan het ontwrichten is.

Arbeids(ver)deling

Foto van demonstratie met spandoek Sociaal Werk Is Niet Te KoopEen ander voorbeeld van commodificatie is de desintegratie van productieprocessen. De Hoogovens was vroeger een zogeheten geïntegreerd staalbedrijf. Dat betekent dat allerlei bedrijfsprocessen als staal maken, intern transport, onderhoud, personeelszaken, catering, planning en verkoop ondergebracht waren in hetzelfde bedrijf. De meeste, zo niet alle, activiteiten zijn inmiddels uitbesteed. Dat wil zeggen dat zij ook allemaal afzonderlijk een commerciële betekenis kregen. Door bijvoorbeeld de dienst personeelszaken geheel of gedeeltelijk uit te besteden, kan zelfs met een dergelijke bedrijfsafdeling winst worden gemaakt.
Dit geldt voor heel veel andere bedrijfsprocessen in andere sectoren. Ook in de gezondheidszorg, bijvoorbeeld. Wie een modern ziekenhuis binnentreedt, ziet dan vaak een bonte verzameling van zelfstandige poliklinieken die soms ook voor elkaar werken. Wanneer de cardioloog een CT-scan nodig acht, moet de patiënt vaak binnen het ziekenhuis naar een andere afdeling die tot een geheel ander bedrijf kan behoren. Dat houdt dus ook in voor één cluster van behandelingen een scala van afzonderlijke rekeningen opstellen die vervolgens een verzekeringsmaatschappij verrekent na aftrek van de eigen bijdrage door de patiënt.
Deze jungle van ondoorzichtige handelingen is ingevoerd voor meer efficiëntie, om de wachtlijsten tegen te gaan en de kosten te drukken. Gezien naar het geheel, is de uitwerking precies omgekeerd. Een onbegrijpelijke bureaucratie, alles en iedereen wil eraan verdienen. Met als gevolg een grote verhoging van de kosten en een trage doorstroming van de patiënt door het oerwoud van behandelingen.
In het onderwijs steekt dit ook de kop op. Niet alleen komen er allerlei private opleidingsinstituten die een geheel of gedeelte van de onderwijsdiensten overnemen, maar wordt er meer en meer gebruikgemaakt van externe 'e-learning', van gastdocenten en van uitbesteding van onderwijstaken aan gespecialiseerde bedrijven. Een VCA, veilig werken certificaat, of een BHV, bedrijfshulpverleningscertificaat, worden buiten het 'eigen' bedrijf gehaald.

Dit hele cluster van uitbestede dienstverlening heb ik de commodificatie van de reproductie genoemd. De dienstverlening was oorspronkelijk als activiteit nauw verbonden met het productieproces zelf. Nu wordt alles verzelfstandigd en meer en meer gebruikswaarden worden getransformeerd, zoals Polanyi zegt, in ruilwaarden. Dit is voor de kapitalistische productiewijze nodig om als systeem te kunnen overleven. Op elke activiteit moet een winstmarge gezet worden. Massale vervreemding, in de productie zelf, in de dienstverlening, in de zorg, is het gevolg. Het leidt tot ongeïnteresseerdheid over de producten, onpersoonlijke willekeurige behandeling en ontwrichting van de samenlevingen. Vanuit dat oogpunt is marktwerking zeker geen zegen.


1 Karl Polanyi, The Great Transformation, the political and economic origins of our time, Boston, 1944. (terug)