Gaza toont dag in dag uit een humanitaire ramp
Zelfs vliegers schieten
Yacov Ben Efrat 1
"Vlieger terreur", zo noemen de dagbladen de brandende vliegers die bouwgronden van de Israëlische boeren in de 'Gaza periferie' in lichterlaaie zetten. Deze nieuwe 'terreur' verving de 'tunnelterreur'; inmiddels uitgeschakeld door het Israëlische leger met een nieuw opsporingssysteem en ondergrondse versperringen tegen de tunnels die de oversteek van de Gazastrook naar Israël mogelijk maakten. Door een raketafweersysteem was ook al de 'Qassam terreur' [zelfgemaakte raket] onschadelijk gemaakt.
Kortom, jaar na jaar zien we een spel van kat en muis: Israël zet een militaire blokkade op, de Gazanen vechten met nieuwe technieken terug en Israël reageert daarop.
Wanhoop
Maar voor de vervaardiging van vliegers zijn geen geschoolde cellen van Hamas nodig. Ook geen werkplaatsen, draaibanken en explosieven. Vliegers worden bestuurd door kinderen die hun hobby hebben opgevoerd en van een toegevoegde waarde voorzien. Vliegers staan in dienst van het vader/moederland en verlichten een leven van wanhoop en vertwijfeling. 'Vlieger terreur' maakt Israël belachelijk. Niet vanwege hun twijfelachtige doelgerichtheid, maar door de totale ontkenning van de Israëlische mantra "Wij verlieten Gaza". Alsof er werkelijk een grens bestaat tussen Gaza en Israël. Wat voor soort grens kan dat zijn, als vliegers de velden van de buren in brand kunnen steken?
Om de 'vlieger terreur' aan te pakken, is het niet nodig miljarden te steken in de ontwikkeling van een geavanceerde tegenstoot. Versterking van de brandweer zou genoeg moeten zijn. Maar duizenden brandweerwagens, ondergrondse barrières en geraffineerde raketsystemen zullen de grote vuurbal die over Israël rolt niet vernietigen. Een ongekende, humanitaire crisis is in Gaza losgebarsten. Elke Israëlische luchtaanval in de Gaza Strook met een reikwijdte van vijf tot twaalf kilometer zal slechts meer verwoestingen aanbrengen en de humanitaire ramp verergeren.
Sterven van de dorst
De catastrofe is al tijden aan de gang. Gezien het wereldwijde alarm weten velen wat er gebeurt, maar toch steken ze hun kop in het zand. Gazanen zijn dorstig, terwijl Israël uitdroogt. Voor Israël is de oplossing simpel, twee minuten minder douchen. In Gaza weten ze niet eens meer wat een douche is. Zij wassen zich met flessen water die ze vullen via de publieke fonteinen.
Al jaren spreken waarnemers over 2020 als het jaartal waarin de bronnen van Gaza totaal uitgeput zijn en de Strook zal sterven van de dorst. De afgelopen zeven droge jaren hebben dit proces versneld. Gaza is al opgedroogd.
Raketten en ondergrondse slagbomen - zelfs als ze 'beveiligd' zijn - bieden geen effectief antwoord op de humanitaire crisis. Zij koesteren wel de illusie dat Israëliërs hun leven gewoon kunnen voortzetten als zij twee minuten minder de douche gebruiken. In de tussentijd leven Gazanen zonder elektriciteit en het enige geluid van water dat zij horen, is de riolering in de straatjes van de vluchtelingenkampen.
Blokkade
Israëls interesse en zorg voor de eigen bevolking verplichten het land tot een maximale daadkracht op te treden tegen de humanitaire tragedie in Gaza. Acute oplossingen voor water, elektriciteit, infrastructuur, riolering en ziekenhuizen zijn nodig. Uitgebreid met werkgelegenheid die de bevolking uit de armoede trekt en kinderen naar school doet terugkeren waar zij kunnen lezen en studeren in plaats van vliegers maken.
De Israëlische regering onder leiding van Benjamin Netanyahu en Yvette Lieberman is echter niet gevormd om zo'n humanitaire superkwestie te lijf te gaan. Kijken we naar de Israëlische 'oplossingen' voor de verkeersopstoppingen op de snelweg Ayalon in Tel Aviv, het langdurige uitstel dat de sneltram in de hoofdstad achtervolgt en het falende moderne openbare vervoer, dan is het niet moeilijk te begrijpen dat de oplossingen voor de problemen van Gaza niet van Jeruzalem zullen komen.
Bovendien is deze onmogelijke taak gecompliceerder geworden sinds Gaza gecontroleerd wordt door Hamas die in 2006 een grote meerderheid in het Palestijnse parlement haalde met een regering geleid door Ismail Haniyeh. Hamas zag in zijn overwinning een mandaat voor 'jihad'. Gewapend verzet kreeg voorrang ten opzichte van het dagelijkse leven en de welvaart van de Gazanen.
In juni 2006, vier maanden na de installatie van Haniyeh's regering, werd korporaal Gilad Shalit gekidnapt. Een jaar later regisseerde Hamas een coup tegen de Palestijnse Autoriteit in Gaza, deed afstand van de Oslo akkoorden en inspireerde tot de blokkade van Gaza die tot vandaag voortduurt. Deze blokkade was gericht op een economie gebaseerd op het tunnelvervoer. De smokkel van Sinai naar Gaza verrijkte de geldkist van Hamas en verschafte werk aan kooplieden, tunnelgravers en andere vaklieden. De militaire coup in Egypte die de eerste gekozen president Mohammed Morsi verdreef ten gunste van generaal Sisi, een gezworen tegenstander van de Moslim Broederschap en daarmee van Hamas, maakte een einde aan de 'betere tijden'.
Corrupt regiem
De groei van Hamas tijdens de verkiezingen van 2006 was geen toeval, maar een direct gevolg van de complete mislukking van de Palestijnse Autoriteit om een fatsoenlijke regering te vestigen en een economie op te bouwen in de de gebieden die onder zijn controle stonden. De problemen in Gaza begonnen niet met Hamas, maar met de komst van Arafat die beloofde van Gaza een 'Singapore' te maken. In plaats daarvan vormde hij een nieuw, corrupt Arabisch regiem zoals die tijdens de Arabische lente zijn weggevaagd.
Israël werkte samen met dit regiem. Een Israëlisch-Palestijnse alliantie dook op als paddenstoelen na een regenbui - van een casino in Jericho tot verschillende olie- en bouwmonopolies. De grensovergangen tussen Israël en Gaza waren een gemakkelijke inkomstenbron voor de bestuurders en voor de leiding van de veiligheidsdiensten, zoals Mohammed Dahlan en Jibril Rajoub die samen met Palestijnse ondernemers de vrije markt op gingen [toen respectievelijk: leider van Fatah in Gaza; leider veiligheidsmacht op de Westelijke Jordaanoever]. Anders gezegd, gedurende de tien jaar dat Fatah heerste op de Jordaanoever en Gaza, verslechterde de situatie van de Gazanen onder het waakzame oog van Israël. Hoofddoel: handhaving van de veiligheid in de bezette gebieden en daarmee de zakken vullen van de leiding van de Palestijnse veiligheidsdiensten.
Veiligheidssamenwerking
Een ramp dreigt. Het verloop hangt af van de hartslag en het immuunsysteem van de 'almachtige' Mahmud Abbas [Abu Mazen, president van de Palestijnse Autoriteit]. De regering van Netanyahu heeft besloten, daartoe aangemoedigd door Donald Trump, afstand te doen van de politieke processen. In de hoop dat economische belangen en gezamenlijke veiligheid met Israël de chaos na de dood van Abbas weten te voorkomen.
Zoals het vraagstuk van het water in Gaza en van de mondiale opwarming, is de dood van Abbas een voorbijgaande ramp, zelfs als het precieze tijdstip onbekend is. Met elk hoestje of gewichtsverlies zal het angstniveau in Israël onmiddellijk oplopen. Hij is een antisemiet, hij is geen bondgenoot, hij erkent Israël niet als Joodse staat, maar hij garandeert de veiligheidssamenwerking. In de tussentijd 'gaat alles goed': de vele doden en gewonden in Gaza hebben geen onrust in de Westoever opgeroepen en Hamas - na het verlies van geloofwaardigheid, zowel als strijdmacht als staatsmacht - verliest zijn aantrekkingskracht. Dus kan Israëlisch Rechts in de diepe sluimer wegzakken van een teruggetrokken krijger, vervuld met het gevoel dat de Palestijnen zijn verslagen.
Maar zelfs de verslagenen hebben behoefte aan water, medicijnen, voedsel, levensonderhoud en scholen voor de jeugd. Om maar niet te spreken van de al meer dan vijftig jaar geleden ontnomen vrijheid van mening, beweging en cultuur. Vanaf het moment dat de Palestijnse Autoriteit instort, met of zonder Abu Mazen, en in Gaza geen enkele organisatie het vertrouwen wint, is op voorhand bekend wie de grote winnaar in de lange strijd zal zijn. Maar deze overwinnaar zal de verantwoordelijkheid moeten dragen voor wat er gaande is in de gebieden die "we al verlaten hebben" en zal rekening moeten houden met de komst van brandende vliegers.
Eén staat
De gedachte van twee staten is dood. Eenzijdige terugtrekking is dood. Wat blijft zijn scherpschutters tegenover wanhopige jongeren, luchtaanvallen op militaire plaatsen in Gaza en vijf miljoen stateloze Palestijnen. Ze zijn er niet in geslaagd een zelfstandige staat op te bouwen, maar hebben de droom niet opgegeven van vrijheid en burgerrechten waarover de in de nabijheid levende Israëliërs beschikken. Volgens de kop van een artikel dat Shimon Shiffer 29 mei jongstleden schreef in Yerdiot Ahronol: De Joodse ondergrondse kraait victorie (verwijzend naar een groep van extreem rechtse, religieuze kolonisten die samenspannen om de Rotskoepel moskee [op de Tempelberg in Jeruzalem] op te blazen). Zijn conclusie is eenvoudig: De twee staten oplossing is niet langer uitvoerbaar. Die is voorbij.
De status quo van 'geen oplossing' is niet voor eeuwig. Paradoxaal is dat het gebrek aan een oplossing alternatieven opent binnen het kader van één staat, waar de bestaansmiddelen gelijk onder allen verdeeld zijn.
1 |
Eerder, 2 juni 2018, verschenen bij Challenge, e-magazine covering the Israel-Palestinian conflict - www.challenge-mag.com - vertaling uit het Hebreeuws: Robert Goldman, uit het Engels: Hans Boot.
(terug)
|
|