Kort bericht, kort commentaar
Vakbond als strijdorganisatie
Maurice Ferares
Het hoeft geen betoog dat de ondernemers het liefst organisaties van werknemers, zoals de vakbeweging, zien verdwijnen. Een illustratie van deze stelling is dat ondernemers in enkele bedrijven erin slagen de arbeidsvoorwaarden buiten de vakbonden om te regelen, direct met de mensen in het bedrijf. Oorzaak van deze ontwikkeling? De prestaties van de vakbondsleiding zijn allerbelabberdst, zie de uitermate slechte pensioenovereenkomst.
Hoe door sommige vakbondsleiders over de situatie wordt gedacht, blijkt uit een artikel in het Financieele Dagblad van 8 augustus 2019. Aan het woord is de voorzitter van vakbond de Unie, Renier Castelein. Werkgevers zien ons vaak als clubs van ouwe mannetjes die niet open staan voor vernieuwing.
Adviseur
Rik Winkel, de schrijver van het stuk, vervolgt:
De Unie had op het hoogtepunt 70.000 leden Dertien jaar later zijn er nog minder dan 40.000 over. De gemiddelde leeftijd is 59 jaar. Toch daalt ook bij de concurrentie het aantal leden. Het CNV noteert in zijn jaarverslag over 2018 een ledenverlies bij CNV Vakmensen van 3,5 procent tot bijna 138.000.
De FNV is niet scheutig met cijfers over het ledenverlies. De schatting over de laatste twintig jaar komt uit op zo'n 200.000, terwijl het ledenbestand voor ongeveer de helft bestaat uit mensen van 55 jaar en ouder.
Castelein zoekt de oorzaak van die ontwikkeling uiteraard niet bij zichzelf en zijn collega's in de andere vakbonden. Hij komt met een oplossing die neerkomt op de liquidatie van de vakbeweging:
Vakbonden kunnen alleen relevant blijven door zich rechtstreeks aan de werkgevers aan te bieden als adviseur die namens alle werknemers in het bedrijf onderhandelt over arbeidsvoorwaarden.
In die gedroomde situatie komen vakbondsbestuurders en ondernemers elkaar tegen. En een pret dat ze hebben.
Geen gepolder meer
Een dag later, 9 augustus 2019, schrijft het Financieele Dagblad over Castelein:
Castelein ziet voor de vakbonden in hun huidige vorm geen toekomst. Als ledenorganisaties geeft hij ze nog tien à vijftien jaar. Ze zijn gedoemd de worsteling met vergrijzing en leegloop te verliezen.
Dat er heel wat vakbondsleden geen vertrouwen meer in hun bondsleiding hebben bewijst het grote verloop. Een dramatische situatie waarin alleen verandering ten goede kan komen, wanneer de vakbondsbestuurders voor het blok worden gezet door de leden. Consequent opkomen voor de belangen van hun leden of ophoepelen. Dat is het recept voor een strijdbare vakbeweging. Het is ook het begin voor een drastische verbetering van het bestaan van de mensen die met hard werken een boterham moeten verdienen. Geen gepolder meer, maar actievoeren voor gerechtvaardigde eisen tot die zijn ingewilligd. Dan zijn vakbonden strijdorganisaties waar de ondernemers en hun loopjongens met hun handen van afblijven.
|