Onderzoek 'losse ploegen Zaanstreek' - deel 9
Van losse ploeg naar gestructureerd uitleenbedrijf
Hans Boot
Het vorige deel in deze serie over de geschiedenis van de losse ploegen in de Zaanstreek, nummertje acht, eindigde met de oplossing van een raadsel dat oud-kappies al jaren dwars zat. Namelijk de bestemming van een forse schenking door Kappie na de opheffing. Uiteindelijk bleek via de Vervoersbond FNV het Wetenschappelijk Bureau van de vakbeweging De Burcht de bijna anoniem gebleven gelukkige te zijn. Achteraf was dat cadeau niet zo gek vanwege de intensieve samenwerking met de bond over de tewerkstelling van kappies bij de Amsterdamse havenpool SHB. Dat was in de periode 1983-1995 na de traditionele, maar incidentele 'inleen', van kappies door de SHB ten behoeve van de Amsterdamse havenbedrijven. Achteraf beschouwd, was de samenwerking een mislukte reddingspoging, in 1997 ging de SHB failliet en een jaar later sneuvelde Kappie. Dat laatste ging vooraf door een reeks veranderingen die van het informele leiderschap van de oorspronkelijke voorman ('eerste man') weinig overliet.
De samenwerking met Kappie zal het voortbestaan van de SHB gerekt hebben, anders gezegd de neergang van gereguleerde 'uitleenarbeid' vertraagd. Maar dan wel, mede dankzij de Vervoersbond FNV, met minder kosten voor de inlenende bedrijven en verregaand flexibel. De bezwaren van de ondernemingsraad die gelijkstelling van arbeidsvoorwaarden wenste van SHB'ers en kappies legden de concessies van de bond bloot. Bij nader inzien hadden ze veel weg van een noodgreep om de SHB overeind te houden die de kappies overigens dankbaar aanvaardden.
Onvrede binnen Kappie
Voor Kappie was de periode 1983-1995 vol organisatorische veranderingen. Eerst de vereniging, daarna in 1985 een eigen gebouw, twee jaar later de stichting die in 1992 een wijziging van de statuten onderging. Nadrukkelijker dan in de oorspronkelijke versie ging het om de tijdelijke terbeschikkingstelling van arbeidskrachten, fysieke krachten (met name stuwadoors) die bedrijven buiten hun eigen personeelsorganisatie wensen te houden. 1 Een wettelijk erkend uitzendbureau dus. Een positie, zonder enige associatie met een koppelbaas, die de Vervoersbond FNV deugd zal hebben gedaan.
Gegeven de algemene teruggang van het 'balenwerk', betekende deze min of meer beschermde werkgelegenheid van Kappie ook een afhankelijkheid van de samenwerking in de Amsterdamse haven. Daar lag inmiddels een groot deel van het werk. Een kwetsbaarheid die de hoofdrolspeler in al deze stappen, de voorman Cor Spaander, niet had kunnen voorkomen. Eerder had zijn plan het niet gehaald om door een besloten vennootschap het werkterrein uit te breiden, zoals de ploeg van Stam dat deed. De onvrede nam toe en de protesten tegen de gang van zaken herhaalden zich (kosten kantoor, dalende lonen, soms weken weinig werk). De verhoudingen werden grimmiger en mensen vertrokken.
Spaander raakte dus werk kwijt, maar hij zat daar niet mee, had genoeg verdiend en aan de anderen gunde hij Kappie niet. Dus kwam er een einde. Toch als een donderslag bij heldere hemel. Ik kwam op een vrijdag, vlak voor de Kerst, m'n geld halen bij de beurs, toen op 't Kalf. En daar hoorde ik, totaal verrast, 'we zijn gestopt met ingang van vandaag'. Maar ik kon direct maandag bij de Koger terecht en mijn loon schoot omhoog. 2
Vernieuwend en autoritair
 |
Zakkendrager, Nieuwe Sluisstraat Schiedam, Hans van der Plas 1987. Bron: vanderkrogt.net |
Dat was eind 1998. Het plotselinge einde verraste ook andere oud-kappies, ze deelden de conclusie dat Kappie 'de boot gemist had', niet in staat gebleken tot aansluiting bij de toenemende mechanisering van het werk. De samenwerking met de SHB zou zelfs 'uitstel van executie' zijn geweest. De, in vergelijking met andere losse ploegen, vroege overgang naar een bedrijf dat arbeidskracht uitzendt, verhinderde kennelijk de aanpassing aan de nieuwe eisen van de flexibiliserende bedrijven en de verbreding van de werkzaamheden.
De kritiek op het functioneren van Cor Spaander was niet mals. 3 Meerdere malen klonk de kwalificatie 'dictator'. Hij was bepaald geen voorbijganger. Een markante man, bekend in het (regionale) verenigingsleven, zijn familienaam en Kappie vielen bijna samen, geliefd was hij niet, wel altijd op zoek naar werk voor 'zijn' mensen die hij bij wijze van spreken van kop tot voet kende. Spraakmakend, een autoritaire man die ontzag inboezemde en afdwong. Zijn contacten met de vakbeweging en het verplichte lidmaatschap gaven de losse ploeg een erkende status en boden kappies regelmatig werk in de Amsterdamse haven.
Aanpassingen aan nieuwe ontwikkelingen, bijvoorbeeld wetgeving, schuwde hij niet, stilstaan lag hem niet, hij wilde verder. Spaander was één van de initiatiefnemers van de vereniging, vervolgens bestuurslid, ook van de latere, daaraan verantwoording verschuldigde, stichtingen. Hij zat de vergaderingen 'strak en streng' voor. De onderhandelingen over de tarieven en duur van de werkzaamheden met bedrijfsvertegenwoordigers konden met gesloten deuren rumoerig verlopen, met soms een borrel op tafel.
De stapeling van taken, zijn vrijstelling van het uitvoerende werk en de financiering van de op het kantoor aangestelde familieleden riepen in de wandelgangen en soms in vergaderingen verdachtmakingen op over bevoorrechting en 'toeschuiven van baantjes'. Critici pakte hij verbaal stevig aan - 'begrijp goed, alles wat je nu bereikt hebt, heb je te danken aan Kappie'. Sommige mensen stapten op. Maar het goede loon, het zelfstandige werk, het kerstpakket en niet te vergeten de ontmoetingsfunctie van het nieuwe gebouw, toonden als het ware de andere kant van Spaander en verzoetten het ongenoegen.
Democratische machtsuitoefening
Zijn, regelmatig ter sprake gebrachte, 'geboren leiderschap' was minder vanzelfsprekend tijdens en na de organisatorische aanpassingen die Kappie doormaakte. Niet voor niets worden die aanpassingen als breekpunt genoemd en niet voor niets hangen ze samen met de nieuwe positie die Spaander zich kon toe-eigenen.
In het algemeen stellen veranderingen een leiderschap op de proef, anderen kunnen inspireren en meenemen is bepalend, ook voor de voortzetting van een leidende positie. In het geval van Kappie maakte de overgang van de vrije losse ploeg naar een gestructureerd uitleenbedrijf een einde aan wat ik eerder een informele hiërarchie noemde. Daarvoor in de plaats kwam een formele democratie met een beslissingsbevoegde ledenvergadering. In de praktijk van het uitvoerende werk liep daar het nummerstelsel doorheen als een rangorde in de besteking, inclusief de privileges van de 'oude garde'.
Dat in zo'n organisatie bestuurders zich persoonlijke macht toe-eigenen en op weerstand stuiten bij leden, is geen ongewoon verschijnsel. Niet in sportverenigingen, noch in vakbonden. Zo lang de geuite kritiek niet uitmondt in een door de ledenvergadering gewenste gang van zaken, of in de afzetting van het bestuur of één of meer leden, ontstaan en groeien machtsposities. In zo'n (nieuwe) informele hiërarchie komt het nogal eens voor dat bestuurders steun verwerven van enkele 'gewone' leden die zich laten leiden door materiële afhankelijkheid of verkregen voorrechten. Zij het niet met deze woorden, getuigden verschillende geïnterviewden van dit type interne verhoudingen met persoonlijke machtsuitoefening door Spaander. Soms met schroom uitgesproken of voorzien van het verzoek een dergelijke 'getuigenis' anoniem te houden.
 |
Havenarbeider. Foto, 20e eeuw. Verzameling Gemeentearchief Rotterdam. |
1 |
Kamer van Koophandel Zaandam, later opgenomen in Amsterdam, Statutenwijziging Stichting Kappie, 3-11-1992, dossiernummer: HM/ms/92.3616.
(terug)
|
2 |
Han de Graaf (1962), interview 7 juni 2013. Han werkte bij Kappie van 1984 tot 1998, daarna enige jaren bij de Koger. Zijn overgrootvader werkte het laatste kwart van de negentiende eeuw bij een losse ploeg, "of die Kappie heette, weet ik niet". De grootvader (1909) van Han sloot zich na de Tweede Wereldoorlog eerst bij de Koger daarna bij Kappie aan.
(terug)
|
3 |
De schets van Cor Spaander is samengesteld uit en voor een deel een interpretatie van wat de geïnterviewden over hem vertelden. Pogingen - mondeling en schriftelijk - om met hem in contact te komen, mislukten helaas. Ook na bemiddeling door familieleden en anderen.
(terug)
|
|