De Zaanse losse ploegen – een serie in 37 delen
Een zoektocht naar hun (voor)geschiedenis
Hans Boot
In de periode oktober 2018/juni 2020 verscheen een serie van 37 delen bij webzine Solidariteit over de Zaanse losse ploegen. Aangevuld met een drietal elders gepubliceerde artikelen zijn ze hier samengevoegd en is het zoeken naar onze website niet meer nodig. Ze droegen de naam 'extra', omdat Solidariteit oorspronkelijk na een papieren uitgave van 1983 tot 2004 slechts een veertiendaags commentaar uitbracht. Wat er later aan artikelen bijkwam, heette 'extra'.
Zoals gezegd, gaat het om een serie, meestal om de veertien dagen, en waren al of niet samenvattende herhalingen onvermijdelijk, evenals enkele illustraties. Overigens zonder hinderlijk te zijn.
De 'losse ploegen' zijn een 'ploeg' met een lidmaatschap van individuele 'sjouwers' met een zelfgeorganiseerde werkverdeling op basis van een nummerstelsel. Het hoogste nummer eerst. De term 'los' verwijst naar hun arbeidsverhouding die geen 'vaste' relatie (afspraak of contract) met één ondernemer kent. Ze werken tijdelijk – 'ingeleend' – bij een bedrijf, dus zijn werkzaam bij verschillende bedrijven. De afspraken met een werkgever of diens vertegenwoordiger worden gemaakt door een meewerkend voorman, ook wel 'eerste man' genoemd, die over een hoog nummer beschikt en coördinerend optreedt. De aanduiding Zaans kan gelezen worden als 'in de Zaanstreek', hoewel de bekendste "Kappie" in Zaandam 'gehuisvest' was.
 |
Aan de Veerdijk Wormer, ergens tussen 1920 en 1950. Gemeentearchief Zaanstad. |
Een eigen baan
Tijdens mijn onderzoek naar de losse arbeid in de Amsterdamse haven, kwam ik de mannen van Kappie tegen die daar in de periode 1984-1995 werkzaam waren. 1 Hoewel ze het niet zo nauw namen met de arbeidstijden in de cao, werden ze door hun 'vaste' collega's in de haven gewaardeerd vanwege hun deelname en steun aan acties en stakingen. Solidaire jongens die hun eigen baan gingen. Mijn belangstelling groeide, toen er in de Zaanstreek meer losse ploegen bleken te (hebben) bestaan (onder andere Koog aan de Zaan, Wormer, Wormerveer) en er weinig over geschreven was. Ploegen die vanaf de tweede helft van de negentiende zware en 'ongeschoolde' arbeid verrichtten en maatschappelijk gezien een lage sociale status toebedeeld kregen die zij omzetten in een ongebondenheid. Een zelfstandigheid die samenhing met hun 'losse' positie en een eigenwijze, interne verdeling van het aangeboden werk. Een verdeling die lange tijd plaatsvond op een vrijdagavond op een vaste plek, de beurs geheten.
Ze deden denken aan de vroegere gilden in het transport, zoals zakkendragers die kennelijk geen leertijd nodig hadden en zonder gildemeester op zichzelf aangewezen waren en in de lokale economie een onmisbare functie vervulden. De interesse in hun geschiedenis nam toe door het feit dat in de Zaanstreek nauwelijks gilden hebben bestaan, terwijl een relatie onmiskenbaar was. Hoe zat dat? Een vraag die zich ook stelde door de opvallende verwantschap met de 'oude' poldergasten, sociaal gemarginaliseerd, zware fysieke arbeid en eigen organisatievormen.
Deze duik in de geschiedenis was slechts mogelijk na een reeks inspirerende interviews met leden van verschillende losse ploegen en enkele 'voorlieden'. Dat was in de tijd dat de ploegen verdwenen waren en in aantal gevallen overgingen naar een uitzendbedrijf en later een 'zelfstandige onderneming'.
Met een groot genoegen heb ik hun voor een deel verzwegen geschiedenis kunnen vastleggen, overigens in het besef dat er (onbedoeld) beslist het één en ander onbesproken is gebleven. Hoe dan ook de 37 delen zijn handzaam digitaal bijeengebracht: Zaanse losse ploegen (pdf, 4 Mb).
1 |
Resultaat: Opstandig volk. Neergang en terugkeer van losse havenarbeid, 2011 Amsterdam, Solidariteit.
|
|