welkom
extra
Solidariteit

Leesgroep "Heropleving Karl Marx" - sleutelbegrippen en nieuwe interpretaties, deel 1

Het kapitalisme 1

Sjarrel Massop

Karl Marx hield niet van 'ismen'. Communisme, marxisme en ook niet van de term kapitalisme. De reden is dat op deze manier het politieke economische systeem als afgebakend wordt voorgesteld, terwijl het wezenlijke kenmerk van de inrichting van samenlevingen juist is dat het open systemen zijn, volop ontwikkelend en telkens aanpassend aan historische processen. Het resultaat is niet 'ideaaltypisch', er zijn vele mengvormen van kapitalistisch produceren die samenhangen met de verschillende ontwikkelingsstadia. Dat geldt voor 'het socialisme' of 'communisme' en zeker voor 'het kapitalisme'.

Toch staat Marx bekend als de grootste criticaster van het kapitalisme Hoe luidt dan die kritiek en wat doen we ermee? En belangrijker: hoe kunnen en moeten we samenlevingsvormen veranderen om ze rechtvaardiger en humaner te maken. Om uitsluiting, in welke vorm dan ook, te vermijden.

Basisbegrippen

Hier een citaat van Michael Krätke (MK):

Marx gebruikte in al zijn geschriften het woord kapitalisme niet meer dan vijf keer. In zijn nooit gepubliceerde Economische Manuscripten van 1861-1863 slechts eenmaal. Het kan daarbij begrepen worden als het grenzeloze streven van kapitalisten zichzelf te verrijken door nog meer kapitaal te maken èn als het totale proces van het kapitaal om te accumuleren [groeien]. Het is duidelijk wat hij hiermee bedoelde: het streven van het kapitalisme is niets anders als de neiging van kapitalisten om het/hun kapitaal te accumuleren - voorbij alle limieten. Het is een neiging om alsmaar grotere hoeveelheden kapitaal te scheppen, om zo het productieniveau uit te breiden en de arbeidsproductiviteit te laten toenemen. Het leidt potentieel tot een steeds grotere overproductie van commodities [waren].

Kapitalisme is dus altijd een benadering van wat er werkelijk speelt in samenlevingen. Elke samenleving heeft dus ook een andere vorm van schikking van de begrippen die voor het kapitalisme kunnen gelden.

MK: De basiscategorieën van de kapitalistische wijze van produceren zijn: commodity, ruil, geld, markten, handel, kapitaal zelf, en loonarbeid alsook landeigendom, onroerend goed, krediet en banken.

Al deze categorieën zijn in verschillende mate en samenstelling en een andere betekenis in een samenleving aanwezig.

MK: Voor Marx kunnen al deze categorieën en tendensen slechts algemeen zijn in de betekenis dat ze geldig zouden zijn voor alle soorten kapitalisme, binnen de kapitalistische wereldeconomie, zowel door het verleden als voor zolang het kapitalistische tijdperk zich voortzet. De algemene wetten van de kapitalistische economische orde blijven daarmee historische wetten, in tegenstelling tot de natuurwetten.

Basiskenmerken

Krätke houdt consequent vast aan de term 'kapitalisme'. Maar hoe zijn de basisbegrippen aan elkaar verbonden, wat zijn hun kenmerken?

MK: het eerste kenmerk dat Marx benadrukt, is dat alle productie commodities voortbrengt. In het laatste hoofdstuk van het eerste ontwerp voor Het Kapitaal, legt Marx de specifieke kenmerken uit van de kapitalistische productie.

Maar de productie van waren was ook al bekend voor de tijd van kapitalistische samenlevingen. Wat is dan het verschil?

MK: Dergelijke commodities zijn verschillend:

1. ze betreffen massaproducten, geen enkele producten, maar duidelijk het resultaat van sociaal georganiseerde arbeid op grote schaal;
2. ze zijn geproduceerd voor een massamarkt, niet voor afzonderlijke klanten;
3. ze vertegenwoordigen de waarde van het kapitaal dat gebruikt is in hun productie (zowel het constante als het variabele deel) plus een surpluswaarde dat in hetzelfde deel geschapen is.

Een bijkomend verschil is dat de commodificatie onbeperkt is. In vroege kapitalistische verhoudingen waren er producten die zich konden onttrekken aan de kapitalistische wijze van produceren: industriële producten. Een kenmerk van het moderne kapitalisme is dat geen enkel product of dienst zich meer aan een kapitalistische productiewijze kan onttrekken. Denk aan zorg, onderwijs, kunst, cultuur, water, huisvesting. Dat betekent dat de gehele samenleving onderworpen wordt aan de kapitalistische wijze van produceren.

MK: Marx vatte zijn concept van het kapitaal kort samen als een historisch specifieke relatie van produceren. Kapitaal, zoals hij het benadrukte in zijn hoofdwerk, is niet een ding, maar een sociale relatie tussen personen die wordt bemiddeld door dingen. De enige relatie tussen personen die Marx opriep in zijn samenvatting was de relatie tussen kapitaal en loonarbeid. De relatie tussen kapitalisten als dragers en eigenaren van kapitaal en arbeiders als dragers van de loonarbeid en daarmee de dragers van hun eigen commodity, hun arbeidskracht!

Kapitaal, om kapitaal te worden en te blijven, moet een waardevormingsproces ondergaan, de waarde moet worden vergroot, zijn hoeveelheid moet groeien. Dus, kapitaal moet niet begrepen worden als een ding, maar als een altijd doorgaand proces in tijd en ruimte, het proces van surpluswaarde productie en toe-eigening, van de voortbrenging van surpluswaarde en van de accumulatie van kapitaal. Dit is gelijk aan de omvorming van surpluswaarde in nieuw kapitaal (uitbreiding van de reproductie van het kapitaal op een sociale schaal). De reproductie van loonarbeiders is een noodzakelijk onderdeel van deze allesomvattende productie.

Wetmatigheden

De kapitalistische wijze van produceren is dus in de ogen van Marx een alsmaar doorgaande ontwikkeling, niets en niemand ontziend, mens noch natuur. De verworvenheden van deze productiewijze bracht bij Marx bewondering voor het systeem voort, maar zou in zijn ogen een onhoudbare kwestie worden – dat is het moment dat we vandaag als mensheid benaderen.

MK: In deel 1 van Het Kapitaal waren dit wetmatigheden en tendensen van industriële ontwikkeling, dat hoort bij de moderne werkplaatsen en de massaproductie van het fabriekssysteem. Als gevolg daarop formuleerde Marx verschillende wetten en tendensen voor kapitalistische accumulatie.

Maar zijn kritiek op het kapitalisme functioneerde op een ander niveau. Het sterkste argument in zijn algemene theorie is dat van de innerlijke logica van de kapitalistische productiewijze, als een economisch systeem dat aanzet tot verzwakking, tot ondermijning, en uiteindelijk tot vernietiging van alle voorwaarden van het eigen (kapitalistische) bestaan. Kapitalisme zal aan zijn einde komen als gevolg van zijn inherente tendensen van zelfdestructie.
Marx was hier behoorlijk zeker van, hoewel hij zich nooit vergreep aan speculaties hoe het einde zou komen. Nooit heeft hij een voorstelling gemaakt van de ineenstorting die bij het systeem behoort. Zoals hij het zei: 'kapitalistische productie ontwikkelt slechts de techniek en de mate van combinaties van sociale productieprocessen door gelijktijdige ondermijning van de originele bronnen van alle welvaart, de aarde en de arbeider'.

Deze ondermijning beperkt zich allang niet meer tot de productie van de waren, ze omvat alle aspecten van de samenleving, de mensheid als geheel komt naast de natuur in het geding.

Discussie

Francis Fukuyama heeft ongelijk gekregen met de voorspelling dat met de ineenstorting van het Sovjet imperium de geschiedenis tot een einde is gekomen. Het is slechts een markering geweest dat de kapitalistische productiewijze als geheel heeft blootgelegd. Het is de opmaat geworden tot een nog veel meer ongebreideld kapitalisme, waaraan alle samenlevingen blootgesteld worden. De gevolgen worden zeer manifest, de crises van het systeem volgen elkaar sterk op. Niet alleen in ongelijkheid, maar ook in uitsluiting en onmenselijke bureaucratische bejegening, in de afbraak van het leefmilieu, in een onverantwoorde exploitatie van de aarde en haar bewoners, in het verwoesten van het klimaat.

Jurgen Kocka definieert het kapitalisme via drie kenmerken: (de)centralisatie, commodificatie en accumulatie. 2
Mensen in alle samenlevingen kunnen niet meer wachten op de inherente (aan het systeem verbonden) en zelfdestructieve tendensen van het kapitaal. De schade die het verkeerd inzetten van het kapitaal veroorzaakt, is daarvoor te groot geworden. Dus: ingrijpen langs de kenmerken van Kocka:

Het is revolutionair nodig nu te handelen om de afbraak tegen te gaan, we kunnen niet afwachten tot het vanzelf ineenstort – proletariërs alles landen verenigt u! U heeft niets te verliezen dan uw ketenen, er is een wereld te winnen.

Hoe .....?


1 Thema: Capitalism door Michael Krätke, hoogleraar sociologie aan de Lancaster Universiteit, Engeland.
Aanvullende literatuur
* Harvey, David (2015), Seventeen Contradictions and the End of Capitalism, Londen, Profile Books
* Solidariteit extra nummers; 272-2, 276-2, 278-3, 284-2, 287-3, 288-2, 290-4, 295-2, 296-2, 298, 301-1, 303-2, 305-3, 309-1, 311-2, 313-2, 315-2. (terug)
2 Kocka, Jürgen (2016), Capitalism: A Short History, Princeton, NJ, Princeton University Press. (terug)
S symbool