Serie Klassenstrijd - Inleiding

Kapitaal - constant, variabel en surplus

Sjarrel Massop

De crises die vele samenlevingen treffen, stapelen zich op. Geen enkele samenleving is gevrijwaard van de problemen die wel beschouwd, veroorzaakt worden door het politieke, economische systeem dat we kapitalisme noemen. Telkens wordt er naar de overheid gekeken die niet in staat is om werkelijk iets aan een afzonderlijke crisis te doen, laat staan aan crises die zich in combinatie met andere problemen voordoen.

Bijna alle overheden staan machteloos, omdat ze niet willen of niet in staat zijn met het kapitalisme te breken. Velen in de samenleving zien ook niet dat juist het kapitalisme de oorzaak is. Hoewel langzaam maar zeker het besef begint te ontstaan dat er echt grenzen aan de groei zijn. Dat geldt niet alleen voor Nederland, dit is een internationaal vraagstuk. De diverse politieke stromingen, conservatieven, liberalen en sociaaldemocraten moeten de antwoorden schuldig blijven. Maatschappelijke bewegingen - klimaat-, milieu-, vredes-, boerenbeweging, de gele hesjes en de internationale vakbeweging - doen hun best, maar zijn op de overheid gericht. Zij komen ook zelden op de gedachte hun strijd aan elkaar te verbinden.

Wenkend perspectief

Volgens Francis Fukuyama was met het vallen van de Berlijnse muur, het einde van de geschiedenis aangebroken. Hij bedoelde daarmee dat het systeem van vertegenwoordigende democratie, het marktdenken, kortom het politiek-economische systeem van het kapitalistische Westen de superioriteit had aangetoond. Ruim dertig jaar later komt aan deze gedachte schoorvoetend een einde. De vertegenwoordigende, parlementaire democratie is niet in staat het kapitalisme aan banden te leggen. De neoliberale politiek heeft geen antwoorden op de economische problemen waarmee het kapitalisme de samenlevingen opzadelt. De vanzelfsprekendheid van het kapitalisme is echter hardnekkig, de samenhang met de aaneenschakeling van talloze crises wordt niet of nauwelijks gezien.

De arbeidersklasse is in omvang gegroeid en blijft groeien, maar is als tegenmacht ten opzichte van de kapitalisten verzwakt. Dit is een somber beeld voor het socialisme om de dreigende barbarij het hoofd te bieden. De internationale solidariteit zoekt echter een wenkend perspectief, een positief toekomstbeeld. Daarvoor is het nodig te weten hoe het kapitalisme zich de laatste decennia heeft ontwikkeld. Met welk kapitalisme hebben we van doen? Dat is mede van belang om er achter te komen hoe de tegenhanger van het kapitaal - de arbeid - zich ontwikkeld heeft.

Een nieuwe serie

Kapitaal en arbeid hebben bijna 150 jaar na Karl Marx niet in hun ontwikkeling stilgestaan. De serie die Solidariteit eerder over de heropleving van Karl Marx publiceerde, kende als doel het oorspronkelijke gedachtegoed van deze onderzoeker van het Kapitaal uit het stof te halen, te reanimeren (Dossiers/heropleving). Maar aan een actualisering van de verhouding Kapitaal en Arbeid is deze serie niet toe gekomen. Dat is een volgende ambitieuze stap die gezet zal worden. En wel met een nieuw project: Klassenstrijd. Centraal in deze actualisering staat het 'eenvoudige reproductiesysteem van het kapitaal'. Constant kapitaal en variabel kapitaal moeten om te reproduceren, betaald worden en wat er over blijft, het surplus, is gedeeltelijk voor de consumptie van de kapitalisten en gedeeltelijk voor de uitbreiding en vernieuwing van het kapitalistische productiesysteem. Eenvoudige reproductie, het schema voor de individuele kapitalist die zijn machines moet betalen, net als zijn grondstoffen en de lonen, bestaat niet meer. Het kapitalisme is een vervlechting van vele reproductieschema's. Marx heeft voor zijn schema's twee afdelingen gemaakt. Eén van de productiemiddelen en één van de consumptiegoederen. Dit nieuwe project richt zich op die twee afdelingen en breidt ze als volgt uit:
1) de reproductieschema's van Marx en Rosa Luxemburg,
2) nieuwe schema's
3) de vraag hoe greep te krijgen op het surplus.

Eerst even een werkdefinitie van het kapitaal: al die middelen die in productieprocessen ingezet worden om ermee meer kapitaal te maken. Zo'n proces is als zodanig niet verwerpelijk zolang de samenleving als geheel er duurzaam van kan profiteren en het gebruikt wordt om, niemand uitgezonderd, een prettig en goed leven te kunnen garanderen. Wat dat is, maken mensen zelf uit. Maar ter inleiding eerst aandacht voor het constant en het variabel kapitaal.

Samenstelling kapitaal

Het constant kapitaal bevat alle middelen die niet van menselijke aard zijn. Allereerst, de arbeidsmiddelen, de gebouwen, de machines, de gereedschappen: het vaste kapitaal. Dan zijn er de grondstoffen en de halffabricaten. Zij worden het vlottende of flexibele kapitaal genoemd. Geld als zodanig is geen kapitaal, het kan gebruikt worden om kapitaalgoederen te kopen. In dit project zullen verschillende thema's aan de orde komen om het begrip 'constant kapitaal' te actualiseren en om inzicht te bieden in de ontwikkeling van het kapitalisme. Bijvoorbeeld: de machinerie, de accumulatie, de reproductieschema's van het kapitaal, het surplus, het geld, de aanpassing van de (re)productieschema's aan onze tijd en het idee van de economische ongelijke en gecombineerde ontwikkeling. Wat betreft het surplus, dat wordt gedeeltelijk omgezet in nieuw kapitaal en gedeeltelijk opgepot, op de bank gezet.

Het variabel kapitaal bestaat uit menselijke arbeid. Mensen worden in productieprocessen ingezet en maken daar de producten. Dat doen ze vaak, maar niet noodzakelijk met behulp van arbeidsmiddelen. De arbeid zelf is een proces. Dat kan een individuele, maar ook een collectieve activiteit zijn. Kapitalisten kunnen constant kapitaal kopen, een machine bijvoorbeeld. Kapitalisten kunnen geen arbeid kopen. De arbeid is een onvervreemdbaar eigendom van de mens als arbeider/ster. Wat de kapitalist wel kan kopen, is het vermogen van de mens om arbeid te verrichten. De prijs van dit arbeidsvermogen is het loon van de arbeidende mens. In alle productieprocessen is er een verhouding tussen constant en variabel kapitaal en tussen de arbeidsmiddelen en de levende arbeid. Deze verhouding wordt, naar Marx, de organische samenstelling van het kapitaal genoemd.

foto
Kapitaal en Arbeid

Vervolg

De veranderende verhoudingen tussen kapitaal en arbeid werken door in de verhoudingen tussen kapitalisten en arbeiders/sters. Die verhoudingen vormen de klassenstrijd. Voor dit ''project Klassenstrijd'' zal de ontwikkeling van het variabele kapitaal ook onderzocht moeten worden. Met als aandachtspunten: de vervreemding van de arbeid, de onderschikking van de arbeid aan het constante kapitaal en de 'arbeidswaardeleer'.

Daarna kan duidelijk worden hoe het constante en het variabele kapitaal zich in onze tijd ontwikkelen. Zo ook hoe de vertegenwoordigers daarvan, de kapitalisten en de arbeiders/sters, zich tot elkaar verhouden. En dan hebben we het over de actuele klassenstrijd. Als we vervolgens de nieuwe reproductieschema's kennen, dan is te zien hoe het surplus tot stand komt en hoe de uitbuiting in onze tijd werkt. Het project wordt afgerond door nieuwe strijdperspectieven en hoe deze te organiseren zijn.

S symbool