Kruisraketten
Veertig jaar Solidariteit (14)
Jan Taat
Solidariteit is opgericht op 9 oktober 1982, bijna aan jaar na de 'grote' kruisraket demonstratie in Amsterdam (21 november 1981). De vredesbeweging was al aan het eind van de jaren zeventig jaren opgeleefd met protesten tegen de kernbewapening (Interkerkelijke Vredesberaad, alle kernwapens de wereld uit) en tegen de Neutronenbom (Stop de N-bom).
Het plan om kruisraketten in Nederland te plaatsen, stuitte op breed en groeiend verzet. De maatschappelijke beweging ging de FNV niet voorbij. De Federatieraad nam op 3 mei 1982 de nota FNV-beleidsuitgangspunten inzake vrede en ontwapening aan waarmee de basis was gelegd om het onderwerp binnen de vakbeweging aan de orde te stellen. Hoe dat gebeurde is goed te volgen in de papieren uitgaven van Solidariteit. We gaan er in vogelvlucht doorheen.
Vakbondsleden tegen kernwapens
Nummer 1 (mei 1983) meldt de aanwezigheid van een groep vakbondsleden op een bijeenkomst van het samenwerkingsverband Vlaardingen tegen Kernwapens. Het standpunt van de FNV is duidelijk, de vraag is hoe daar handen en voeten aan te geven. Het idee is om een groep Vakbondsleden tegen Kernwapens op te richten, bijvoorbeeld onder auspiciën van de organisatie in Vlaardingen.
De groep Vakbondsleden tegen Kernwapens (uit diverse plaatsten) roept in nummer 2 (september 1983) met een uitgebreide argumentatie op om vakbondsleden te organiseren voor de demonstratie 29 oktober in Den Haag.
Wim Baltussen (FNV-Werkgroep Vrede en Ontwapening Eindhoven) pleit in 'een ingezonden' in nummer 3 (november 1983) ervoor te werken als erkende FNV-werkgroep. Dat geeft toegang tot middelen en gemakkelijker contact met bonden en leden. De redactie erkent dat deze methode van organiseren voordelen heeft, maar waarschuwt voor het niet geheel denkbeeldig gevaar, namelijk dat de leiding van de FNV, of van de aangesloten bonden, op een kritiek moment zal proberen greep te krijgen op activiteiten en publicaties van de werkgroep en daarbij de erkenning als wapen zal gebruiken. In de praktijk vormden vakbondsleden die actief waren in de vredesbeweging, in vele plaatsen FNV-werkgroepen. Persoonlijke banden garandeerden de samenwerking tussen FNV-afdeling en de plaatselijke vredesplatforms.
Werkonderbreking en Volkspetitionnement
De succesvolle demonstratie in Den Haag bleek niet voldoende om de regering van plaatsing af te laten zien. Het Komitee Kruisraketten Nee (KKN) besloot in mei 1984 een landelijke actieweek te houden. Plaatselijke acties moesten de breedheid van het verzet zichtbaar maken. De FNV had hierin een belangrijke taak: een werkonderbreking van 11.45 tot 12.00 op 10 mei. In onze opvatting bedoeld als schot voor de boeg – als de plaatsing doorgaat, kan je meer werkonderbrekingen verwachten. Wim Baltussen geeft in nummer 6 (mei 1984) aanbevelingen hoe de werkonderbreking te organiseren.
De werkonderbreking is in veel plaatsen en bedrijven uitgevoerd via bedrijfsledengroepen en maakte de activiteiten van de FNV-werkgroepen concreter. Lau Koobs (FNV-werkgroep Vrede en Veiligheid Den Haag) bespreekt in nummer 9 (november 1984) het lokale vredeswerk in de FNV en de werkonderbreking. Eveneens komt een scala van actievormen aan de orde, van zacht naar hard, met als slot een aankondiging van het Volkspetitionnement (VP).
De discussie over de uitvoering van het VP liet de scheuren in de vredesbeweging zien. Sommigen zien het VP als een laatste poging om regering en parlement onder druk te zetten, anderen als een stap naar verdergaande actie. Volgens Jeroen Zonneveld in nummer 15 (oktober 1985) horen het KKN en het FNV-bestuur bij de eerste groep met een groot vertrouwen in ontwapeningsonderhandelingen. Handtekeningen voor het VP in bedrijven verzamelen is prima, maar daar moet het bij blijven. De aanbieding van het VP aan premier Lubbers in de Houtrusthallen in Den Haag loopt uit op een demonstratie waarbij activisten uit protest Lubbers de rug toekeren.
Vier FNV-bonden
Na het plaatsingsbesluit legt het KKN zich te rusten en de FNV-federatieraad besluit geen oproep uit te laten gaan om acties te voeren die de plaatsing van de raketten kunnen verhinderen (nummer 17, februari 1986). Sommige bonden gaan evenwel hun eigen gang. De campagne Doe niet mee aan Woensdrecht probeert een bouwboycot op te zetten en de vaart erin te houden. "Bonk in bedrijf" voert eveneens een boycot en probeert bedrijven besmet te verklaren, zodat deze andere opdrachten missen.
Vermeldenswaard is de scholierenstaking van 1 november 1985 met 150.000 deelneem(st)ers.
Het redactioneel van nummer 18 (april 1986) is gewijd aan "Doe niet mee". Doel is een maatschappelijk klimaat op te bouwen, waarin elke vorm van medewerking aan de bouw van de rakettenbasis als onfatsoenlijk wordt beschouwd. Een concrete actie is de omsingeling van de basis in Woensdrecht op 17 mei.
Een groep bonden (Kunstenbond FNV, Voedingsbond FNV, Vrouwenbond FNV en later ABOP) maakt deel uit van het Breed Initiatief voor Verdergaande Akties tegen Kruisraketten (BIVAK). Dit samenwerkingsverband ontwikkelt nieuwe activiteiten na de omsingeling van Woensdrecht (nummer 19, juni 1986). Hans Boot, redacteur van Solidariteit, treedt op als vertegenwoordiger van de vier bonden in BIVAK. De Voedingsbond FNV werkt aan erkenning van gewetensbezwaarden bij de bouw van Woensdrecht. Onderzoek naar en besmetverklaring van bedrijven die in Woensdrecht werken, is een tweede benadering. Omdat het KKN slaapt, bereidt het BIVAK najaarsacties voor.
Dienstplichtigen aan beide zijden van het hek rond Woensdrecht, 17 mei 1986, nummer 19.
Foto Piet den Blanken.
BIVAK toont kracht
Hoogtepunt in de najaarsacties is een demonstratie in Amsterdam op 1 november 1986, een jaar na het plaatsingsbesluit. Binnen de FNV bonden en afdelingen vindt een levendige discussie plaats over verzet tegen de kruisraket (nummer 21, oktober 1986). Een jaar later, op 31 oktober 1987 vindt een vervolgdemonstratie plaats op het Malieveld in Den Haag en de BIVAK-bonden organiseren een 'interbondsdag' over de kruisraketten (nummer 25, september 1987). Het BIVAK bestaat dan uit een groot aantal groepen uit de vredesbeweging (behalve InterKerkelijke Vredesberaad en Pax Christi), de 'linkse' politieke partijen (behalve de PvdA) en diverse plaatselijke en actiegroepen:
Vrouwen voor Vrede, Vrouwen tegen Kernwapens, Stop de Wapenwedloop, Humanistisch Vredesberaad, IKV-Amsterdam, Bonk, Atoomvrijstaat, Platform voor Radikale Vredesgroepen, 't Kan Anders, Jongeren tegen Kernwapens, Juristen voor de Vrede, Kerk en Vrede (waarnemend), Gezondheidswerkers tegen Kernwapens, Vereniging Dienstweigeraars, 50+ tegen Kerngeweld, Liga voor de Rechten van de Mens, AMOK, Zwaarden tot Ploegscharen, 17 Mei Overleg/Samenwerkende Vredesplatforms, Betaal Niet Mee, ANJV, JS, Rebel, Jongerenbeweging FNV, Voedingsbond FNV, Kunstenbond FNV, Vrouwenbond FNV, ABOP, Solidariteit, FNV-werkgroep Den Haag, FNV-Gouda, Kaderleden FNV-bonden, Stop Starwars, NCEVS, CPN, EVP, PPR, PSP, SAP, VCN.
Ondertussen verlopen de onderhandelingen tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie voorspoedig en op 8 december 1987 wordt het Intermediate-Range Nuclear Forces (INF)verdrag getekend. Daarmee zijn de kruisraketten in Nederland van de baan. Enno Molenaar analyseert in nummer 26 (december 1987) de situatie. BIVAK heeft bewezen op eigen kracht (zonder de grote KKN organisaties) te kunnen organiseren en mobiliseren. Dat is ook na het INF van belang, want de andere kernwapens staan er nog, ook in Nederland: Het akkoord tussen Gorbatsjov en Reagan over de Europese kernwapens van korte en middellange afstand, ter land, moet een episode afsluiten en een nieuwe fase inluiden. Namelijk de verdergaande strijd voor kernontwapening.
Frans van der Vlugt
De nieuwe fase komt echter moeilijk van de grond. Op 19 maart 1988 organiseert het BIVAK een goedbezochte (200 deelnemers) discussiedag over toekomstige activiteiten, maar een aantal organisaties haakt om diverse redenen af (nummer 28, mei 1988).
De FNV houdt op 4 en 5 juni 1988 de conferentie Kruisraketten vermeden; FNV teVREDEn? (nummer 29, juni 1988). Honderdvijftig vakbondsleden praten over vredesactiviteiten binnen de vakbeweging. Ideeën zijn er genoeg. De relatie tussen bezuinigingen en defensie-uitgaven bijvoorbeeld. Of een typische vakbondsonderwerp: werknemersbelangen bij beëindiging van de wapenproductie en nieuwe werkgelegenheid met nuttige producten (conversie). Terugkijkend zijn de mogelijkheden blijven liggen en was de vraag 'FNV tevreden?' retorisch bedoeld.
Tot slot komt Frans van der Vlugt – onlangs overleden, destijds voorzitter van het Haags Vredesplatform – aan het woord (nummer 41, oktober 1990):
Het hoogtepunt in mijn bestaan als vakbondsaktivist was de nationale werkonderbreking tegen de kruisraketten op 10 mei 1984. Als medeoprichter van de FNV-werkgroep Vrede en Ontwapening in Den Haag, heb ik er veel aan gedaan om die werkonderbreking van de grond te krijgen. Dat was taai werk, omdat we vooral in het begin veel twijfel en onwilligheid van bestuurders moesten overwinnen. Maar uiteindelijk is het toch gelukt.
In wezen ging het in 1985 al om een demobilisatie van de beweging tegen de kruisraketten. Op dat moment was nog lang niet duidelijk dat die kruisraketten er niet zouden komen. In 1985 was er nog voldoende aanleiding verdergaande en massale akties te organiseren. Maar toen de Tweede Kamer in datzelfde jaar besliste de kruisraketten in Nederland te plaatsen, legde de FNV-leiding zich daar zonder meer bij neer. De Vrouwenbond, de Kunstenbond, de Voedingsbond en later ook de ABOP deden dat niet en sloten zich aan bij het Breed Initiatief voor Verdergaande Akties tegen Kruisraketten (BIVAK). Dat was zeer moedig! Bovendien was het een breuk met de traditie die tot dan toe in de FNV heerste. Op terreinen van algemeen belang, zoals de kruisraketten, trok de federatieraad altijd één lijn.
Voor zover ik weet, was het rond de kruisraketten de eerste keer dat die traditie werd doorbroken. Het blijkt dus mogelijk te zijn om verder te gaan! En het heeft ook beslist niet kontra-produktief gewerkt. Het diskussie-klimaat binnen de FNV ligt veel meer open dan hiervoor.