Inkomensbeleid FNV onder de loep

Bestaanszekerheid en inkomen

Sjarrel Massop (1)

Een goed initiatief van Piet van der Lende om het commentaar 492 (commentaar 492) te besteden aan de bestaanszekerheid en de verhoging van het sociaal minimum en minimumloon. Piet constateert dat het onder de huidige, politieke verhoudingen niet opschiet, zeker niet met die ellende rond de toeslagen. Het wordt dus tijd voor anders denken. Kritiek op het neoliberalisme is niet genoeg, hard nodig is een verkenning van alternatieven!

Het algemene standpunt vandaag is dat mensen met 'inkomenszekerheid' de vrije keuze hebben over de inrichting van hun eigen leven, en dus over hun bestaanszekerheid. Daar zit wel een voorwaarde aan, omschreven in de Participatiewet: er is een (arbeids)verplichting aan verbonden. Aanvullend op deze schijnzekerheid van inkomen is dat de meest schrijnende gevallen met toeslagen gecompenseerd worden. Kortom, geheel volgens het neoliberalisme is het individu verantwoordelijk voor de eigen bestaanszekerheid.
Piet van der Lende verbindt daaraan de eis van garanties voor een inkomen waarmee het bestaansminimum verzekerd is. Daarbij heeft hij in de praktijk ervaren dat de Participatiewet als compromis van liberalen en sociaaldemocraten zijn doel volledig voorbijschiet. Met als gevolg dat de overheid faalt en inkomensverschillen sterk zijn toegenomen. Een eerste conclusie is dat de gevoerde inkomenspolitiek niet leidt tot meer bestaanszekerheid voor mensen aan de onderkant van de samenleving. De voor de hand liggende vraag is: wat heeft de vakbeweging daaraan gedaan.

Albert Einstein Basisinkomen geniaal
Bron Vereniging Basisinkomen
basisinkomen

Vakbeweging en inkomensbeleid

De FNV heeft een 'meerjarenbeleid inkomen' dat ze elk jaar actualiseert met een 'jaarnota inkomensbeleid'. (2) In dat beleid staat voor de FNV het loon centraal dat ze bij voorkeur in een cao vastlegt, met als beperking dat langs deze weg een leefbaar inkomen niet gegarandeerd is. Immers, zeker 40 procent van de Nederlandse bevolking ontvangt geen loon dat onder een cao valt of ontvangt sowieso geen loon. Voor beide 'groepen' geldt dat een inkomen noodzakelijk verbonden is aan werk en niet gebaseerd is op leefbaarheid of bestaanszekerheid. Een voor het kapitalisme typerende visie op een samenleving, waarin de belangen van niet (meer) werkende mensen en hun bestaanszekerheid niet wezenlijk zijn. Een visie waartegen de FNV zich principieel dient te verzetten.

Het 'meerjarenbeleid inkomen' sluit aan bij de definitie van een leefbaar loon van de aan de OESO verbonden landen: elk mens heeft het recht om over een inkomen te beschikken waarin een werknemer zich in ieder geval eten, huur, gezondheidszorg, scholing, kleding en vervoer kan veroorloven en in staat is om te sparen.
Terecht constateert de FNV dat dit voor veel Nederlanders een illusie is, de bijna één miljoen Nederlanders die in armoede leeft, kan zich een dergelijk bestaan niet veroorloven. Dat is een direct gevolg van het feit dat de overheid geen doeltreffend beleid voert en verzand is in een bureaucratie van reparatie-instrumenten als toeslagen. Voor zover naar een leefbaar inkomen gestreefd wordt, is het een sluitpost op de begroting die in tijden van crises vervalt. Daarvan zijn vooral de mensen onder de armoedegrens het slachtoffer.
In het beleid van de overheid speelt nog een ander neoliberaal element een rol, namelijk voor wat hoort wat. Oftewel een inkomen vergt volgens de Participatiewet een tegenprestatie. Zo wordt van mensen die rond de armoedegrens leven - met dwang - verwacht werk te aanvaarden dat geen bestaanszekerheid biedt. Dus geen leefbaar loon, laat staan een leefbaar inkomen.

Zeggenschap leden

In het 'meerjarenbeleid inkomen' is de volgende doelstelling verwoord: De FNV-leden zetten zich samen in om het inkomen van de leden van de FNV te verbeteren, armoede te voorkomen en gelijke kansen voor ons allemaal te realiseren. Dat doen we door recht te zetten wat scheef is.
Dit meerjarenbeleid wordt vooralsnog slechts besproken in het Ledenparlement, evenals de 'jaarnota inkomensbeleid'. Voor bijvoorbeeld de sector senioren is het inkomen topprioriteit voor zijn activiteiten. In de sectorraad is deze nota nog niet aan de orde gekomen, noch de jaarnota inkomensbeleid voor 2024.

De leiding van de FNV hecht veel betekenis aan 'sectoralisatie' op basis van de leuze 'centraal wat centraal moet, sectoraal wat sectoraal kan'. In de daaraan verbonden doelstelling gaat het erom dat allen zich gezamenlijk inzetten voor inkomensverbetering. Helaas is dat (nog) niet het geval. Inkomensbeleid is een selectieve aangelegenheid, waarin gewone (kader)leden niet betrokken worden. In de tijd van vóór de grote reorganisatie van de FNV (1 januari 2015) kon overigens elk jaar in de kadergroepen het arbeidsvoorwaardenbeleid aan de orde komen.
Recht zetten wat scheef is, geldt ook voor de FNV intern. Dus, de betrokken nota's in de gehele FNV organisatie bespreken, voordat het ledenparlement er over beslist. Een urgent agendapunt voor de de sectorraden!

Geen kwestie van onderhandelen

In de 'jaarnota inkomensbeleid 2024' staan vier eisen, waarover nog geen besluit is genomen (zie noot 2):

* WIA (Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen).

De FNV wil met een ondergrens van 15 procent arbeidsongeschiktheid, de vervolguitkering verhogen om acute armoede te voorkomen en [wil] meer verzekeringsartsen.
Bij het voornemen om tot een leefbaar loon te komen, hebben deze eisen echter geen betekenis.

* Participatiewet.

De FNV wil de tegenprestatie [werkverplichting] afschaffen, net als de kostdelersnorm, jongeren vanaf 18 jaar moeten een bijstandsuitkering hebben, en mensen met een beperking horen niet in de bijstand.
Bij het voornemen naar een leefbaar loon hebben deze eisen geen betekenis.

* Vereenvoudig de sociale zekerheid.

Terecht constateert de vakbeweging dat de voornemens van de overheid naar een ministelsel het risico in zich hebben dat het onderhevig gemaakt wordt aan bezuinigingen.
Bij het voornemen naar een leefbaar loon heeft ook deze eis geen betekenis.

* Lokaal Inkomensbeleid.

Waar de overheid tekortschiet, is de redenering, mag de gemeente in haar beperkingen niet ook nog eens de stofkam door het al te karige inkomen van de 1 miljoen mensen in de armoede halen.
Een terechte opmerking maar ook hier geldt: bij het voornemen naar een leefbaar loon heeft deze eis geen betekenis.

Door zich te richten op de overheid en de bestaande regelingen en wetten, maakt de FNV het zich moeilijk om haar streven naar een leefbaar inkomen waar te maken. Zo'n inkomen mag geen onderhandelingskwestie zijn. Medemensen in armoede hebben een fundamenteel recht op sociale en economische bestaanszekerheid.

Anders denken over armoede

fnv petitie gratis zwemmen

Het idee dat inkomen een voorwaarde is voor bestaanszekerheid is een verkeerde en noodlottige gedachte. Een resultaat van het 'kapitalistisch denken', waarmee de overheid inmiddels ruim veertig jaar mensen in armoede in de steek heeft gelaten en de sociale zekerheid bij de markt ondergebracht. De OESO norm voor eten, huur, gezondheidszorg, scholing, kleding en vervoer en in staat zijn om te sparen, is geschonden (even terzijde: nou ja 'sparen', dag in dag uit roept een 'bekende Nederlander' ons flemend op te investeren in een individueel pensioenpotje; in ieder geval lucratief voor hem).

Armoede bestrijden, is bestaanszekerheid garanderen. Berekend is (zie commentaar 492) dat in Nederland een dergelijke garantie ongeveer zes miljard euro per jaar kost. Als we daarmee één miljoen mensen uit de dagelijkse zorgen halen door de kosten van eten, huur, gezondheidszorg, scholing, kleding en vervoer en in staat zijn om te sparen, aanzienlijk te verlagen, dan biedt het minimumloon een leefbaar inkomen. Gratis eten, gezondheidszorg, onderwijs en kleding, een lage huur en een premievrije opbouw voor een echt collectieve voorziening van de oude dag.
Dat kan gratis door alle mensen onder de armoedegrens een pasje te geven waarmee ze toegang hebben tot cruciale voorzieningen. De gratis verzekering voor de ziektekosten, de lage huur, schoolgeld enzovoort worden uit een fonds betaald. Bijvoorbeeld aangevuld met een gratis museumjaarkaart, pas voor de bibliotheek, lidmaatschap van verenigingen zoals de FNV ook gratis! Dit alles is niet zo moeilijk te organiseren.
Belangrijk is wel dat de mensen daarin zelf betrokken worden, het moet onderop gebeuren!. Nota bene, deze benadering is niet nieuw. In de bestrijding van de problemen van het precariaat en het toewerken naar een basisinkomen is deze gedachte van socialisatie van de uitgaven al eerder besproken (extra 486-2 en commentaar 490, zie bij noot 1).


bron Freepik


(1) Zie ook: (extra 486-2 en commentaar 490)
(2) De documenten, onderdeel van de Inkomensnota: a) Meerjaren inkomensbeleid en b) Jaarnota 2024, zijn in het bezit van de redactie van Solidariteit. Ze zijn nog onderwerp van discussie in het Ledenparlement. Zodra die discussie is afgerond, komen ze in ons archief. Hier is de vrijheid genomen op de hoofdlijnen in te gaan en gebruik te maken van enkele citaten (cursief).

S symbool