Een serie gesprekken over de verkiezingen in de FNV - 1
Democratie en strijdbaarheid, Lokaal Vakbondswerk
Sjarrel Massop
De vakbeweging verliest invloed - sociaal en economisch. Meer dan veertig jaar 'polderen' heeft haar geen goed gedaan. De vergrijzing neemt toe, de ledenaanwas blijft achter, de politieke tegenwind is verontrustend, de werkgevers hebben niet veel weg te geven en ook met de overheid is het moeilijk zaken doen. Tijd voor herbezinning.
Verrassend genoeg heeft Tuur Elzinga, de huidige voorzitter van de FNV, Marx citerend in zijn boek ( Bot ), de herbezinning ingezet en blies penningmeester Piet Rietman de klassenstrijd nieuw leven in ( Jacobin ). Kennelijk is ook voor hen de nood van de vakbeweging hoog. Door deze standpunten te ventileren, geven Tuur en Piet wel de toon aan voor de richting die zij als dagelijks bestuurders met de FNV voor ogen hebben. Hun voornemens dienen echter door de (kader) leden gedragen en uitgevoerd te worden. Daar gaan de gesprekken in deze serie over, met als centrale vraag: is er animo voor een 'uitgepolderde', meer strijdbare vakbeweging?
FNV
Lokaal vakbondswerk
Een eerste gesprek heeft plaatsgevonden op 11 oktober 2024 met Bert Veenstra. We spreken elkaar regelmatig over vakbondswerk, omdat we elkaar in verschillende vakbondssituaties tegenkomen. Bert is zelfstandig ondernemer en actief in de sector Zelfstandigen, hij is plaatsvervangend lid van het Ledenparlement, waarvoor hij zich kandidaat heeft gesteld en ook voor het Algemeen Bestuur van de bond. De voornaamste reden voor dit gesprek is functie als voorzitter van het Lokale Netwerk Eemland. Na een voorzichtige aanloop heeft hij zich ingezet om het lokale vakbondswerk een sterkere positie te geven in Amersfoort en omgeving.
Zijn er voldoende mogelijkheden binnen de bond voor je vakbondswerk of zijn er belemmeringen?
Er waren zeker obstakels, die hadden te maken met de verhouding lokaal netwerk en de sectoren. Elk onderdeel van de bond maakt jaarlijks een werkplan waarin de voorgenomen ativiteiten en een begroting staan. In die plannen is ruimte nodig om te kunnen anticiperen op nieuwe ontwikkelingen, die was er te weinig. De overgang naar een nieuwe situatie, meer flexibiliteit in de werkplannen was in het begin moeilijk. De werkwijze en het werkplan bevatten ingesleten routines, enerzijds nuttig, anderzijds kunnen ze ook nieuwe ontwikkelingen blokkeren. Er waren weinig mogelijkheden voor een andere aanpak.
Langzaam maar zeker is dat veranderd. Voorheen was er enige reserve om samen te werken, daar is nu meer ruimte voor. Bijvoorbeeld de samenwerking met de sector Senioren Lokaal Eemland bij de gemeenteraadsverkiezingen begin 2023. De focus ligt nu op het sociaal domein, waarbij we contact zoeken met de gemeente Amersfoort en willen inspreken in de gemeenteraad. Daar moeten we in de komende periode en 2025 veel meer uit zien te halen.
Betreft dat ook de samenwerking met de sectoren?
We hebben een nieuw en aangepast werkplan waardoor er meer ruimte is om in te spelen op actuele ontwikkelingen binnen de bond. Een voorbeeld is de actie 'vervroegd uittreden' tegen zwaar werk. We kregen de tip en hoorden dat er in andere steden voor die actie geflyerd werd. We hebben ons aangemeld en gevraagd waarom dat niet in Amersfoort gebeurde, waar veel 'op het spoor' aan de gang is. Hoewel het nog niet soepel liep, is dit wel een begin.
Een ander voorbeeld is het initiatief om de actieve kaderleden van de verschillende sectoren uit te nodigen op het vakbondshuis in Amersfoort. We willen onderzoeken hoe we beter kunnen samenwerken, gecoördineerd door ons lokale netwerkbestuur. We hebben dat opgenomen in het werkplan en merken dat de werkorganisatie er achter staat. Daar worden ze actief en willen meer vakbondswerk aan de basis. Vanuit het bestuur beluisteren we de oproep dat er kaderwerk activiteiten nodig zijn.
De FNV Feniks herrijst uit de as. We willen weer de mensen in het land gaan opzoeken, in ons geval Eemland. We gaan bellen met de leden, ze meer betrekken bij onze activiteiten.
Is er voldoende ruimte en democratie voor die plannen in de bond?
Ik was enigszins verrast door de aanpak van de Nota Industriebeleid, bijvoorbeeld met betrekking tot Tata Steel. Ondanks een duidelijke casus verzandden de discussies en verliep het proces stroperig. Dit wijst erop dat er anders gedacht moet worden binnen de FNV. We moeten het protectionisme rondom banenbehoud loslaten en meer samenwerken met de sectoren. De verbindingen tussen het lokale bestuur en de sectoren laten te wensen over.
Het Governance-rapport heeft geleid tot het project 'sectoralisatie' , centraal wat centraal moet, sectoraal wat sectoraal kan. Het is in schoonheid ten onder gegaan en niet van de grond gekomen. Het verdient met een andere aanpak een herkansing. Soms denk ik dat we terug moeten naar het oude systeem van onafhankelijke bonden, dat maakte de kracht van de vakbeweging sterker en verbond ons beter met de leden. De verbinding tussen de sectoren moet echt verbeteren; Waarom zouden we niet samen actievoeren? Eén voor allen, allen voor één.
Horen daar mogelijkheden bij voor 'brede' vakbondsactiviteiten - klimaat, migratie, emancipatie, vrede, internationaal?
De kern van de vakbond draait om werk, inkomen en arbeidsomstandigheden en daarmee samenhangende zaken zoals bestaanszekerheid: zorg, wonen, onderwijs en veiligheid. De polder functioneert inderdaad niet meer optimaal, dus als het nodig is moet je je terugtrekken uit gesprekken en onderhandelingen als werkgevers te veel eisen. Het is een uitdaging om vakbondsactiviteiten voor bijvoorbeeld klimaat, vrede en migratie op te pakken.
Binnen de vakbeweging zijn daar verschillende opvattingen over. Maar uiteindelijk zullen mensen inzien dat deze zaken met elkaar te maken hebben. Soms denk ik dat mensen eerst zelf moeten ervaren wat bestaansonzekerheid is. De problemen in onze samenleving zijn groot. De vakbond kan een belangrijke rol spelen, omdat ze geen politieke organisatie is en wél politieke invloed heeft in Den Haag. Mensen moeten zien en voelen dat de vakbond er voor hén is.
Zie je beperkingen in de interne structuur van de FNV? Zo ja, welke veranderingen stel je voor?
Ik ben geen voorstander van een ANWB-model. De vakbond moet weer een vereniging van leden worden. Ik pleit voor een herstructurering van de FNV. Momenteel zijn de sectoren in het Ledenparlement vertegenwoordigd op basis van het aantal leden, maar de verbinding met de achterban is niet sterk. De organisatiestructuur is te ingewikkeld en de relaties tussen de onderdelen te zwak.
Er moet meer regionalisatie komen, de vakbond moet weer dichter bij de mensen staan. De leden moeten het gevoel krijgen dat het hun vakbond is. De organisatie moet eenvoudiger, maar de ledendemocratie mag absoluut niet inboeten op kwaliteit.