Hoe fascisten tegen te houden?
De slag om Cablestreet 1936
Mike Cole (1)
Op 4 oktober 1936 blokkeerden de bewoners van de wijk East End in Londen de mars in het buurtschap Stepney door Oswald Mosley en zijn zwarthemden. De mars is bekend geworden als de "slag om de Cablestreet".
De straat werd het strijdtoneel tussen de fascisten enerzijds en de 'Antifa', de communisten en de anarchisten, anderzijds. Hoewel het nu klinkt als nieuws uit Portland in de Verenigde Staten van 2020 (de strijd van de Antifa en de Black Lives Matter groep tegen de Trumpaanhangers), speelde dit zich af in het Londen van 1936.
Arme en dichtbevolkte wijk
De jaren dertig van de vorige eeuw 1930 vormde een periode van ingrijpende politieke veranderingen door heel Europa. Fascistische dictators kwamen aan de macht in Duitsland, Italië en Roemenië. Linkse en communistische bewegingen rebelleerden tegen het uitbreidende fascisme in Spanje. In Engeland liep deze spanning hoog op en mondde uit in een gewelddadige confrontatie in de Londense wijk East End, meer specifiek in de Cablestreet.
De moorddadige pogroms in Rusland en elders in Europa hadden geleid tot veel Joodse vluchtelingen die vanaf de vroege jaren van de twintigste eeuw aankwamen in East End Londen. In die tijd was Stepney één van de armste en meest dichtbevolkte wijken van Londen. Veel nieuwe immigranten streken neer in dit gebied. Rond 1930 had East End een dominante Joodse gemeenschap en cultuur.
Antisemitisme
Sir (!) Oswald Mosley was de leider van de BUF, de British Union of Fascist. Mosley had een ontmoeting met Mussolini in het voorjaar van 1932. Hij vereerde de dictator en zag hem als de Profeet. Mosley stichtte met de steun van Mussolini een sinistere organisatie - de zwarthemden ('blackshirts') - een quasi militaire groep van 15.000 gewelddadige leden, gevormd naar de Squadrismo (de fascistische militie van Mussolini). De zwarthemden stonden bekend om hun geweld. Dat bleek, toen ze de linkse vleugel van de Daily Worker tijdens een vergadering in Olympia hadden aangevallen.
Net als elders in Europa was er een groeiend antisemitisme in Engeland gedurende de jaren dertig, de fascisten zagen de joden gedeeltelijk als de zondebok door de doorzettende effecten van de Grote Depressie.
Zwarthemden
Tegelijk met de groei van het aantal fascisten nam ook het verzet tegen hen toe. Vakbondsleden, communisten en ook de mensen van de Joodse Gemeenschap werden in toenemende mate gemobiliseerd.
Toen Mosley een mars aankondigde in het hart van de Joodse Gemeenschap in East End, op zondag 4 oktober 1936, kon de gemeenschap het niet geloven. Ze zagen het als een brute provocatie. De Joodse Raad, presenteerde een petitie met honderdduizend handtekeningen aan de minister van Binnenlandse Zaken om hem krachtig aan te zetten de mars te verbieden. Maar de BUF had de steun van de pers en de politie en door de koppen van de Dailey Mail in de jaren dertig als Hoera voor de Zwarthemden. De regering faalde door de mars niet te verbieden, waarmee ze de mensen aanzetten in East End hun verdediging zelf te organiseren.
Detail van de Cable Street muurschildering.
Foto van: Amanda Slater. Licentie bij Creative Commons Attribution-Share Alike. Open gebruik.
In de aanloop naar de mars hielden de zwarthemden bijeenkomsten in de buitenwijken van East End, ze deelden pamfletten uit met de bedoeling het antisemitisme een zetje in de rug te geven. De linkse Dailey Worker alarmeerde de mensen de straat op te gaan op de dag van de mars om Mosley te blokkeren. Velen waren ongerust over het dreigende geweld en de Joodse Kroniek waarschuwde de lezers om die dag thuis te blijven. Veel andere groepen, zoals de communisten en de Londense havenarbeiders, moedigden juist aan de verdediging van de verschillende gemeenschappen tegen de fascistische intimidatie te steunen. De communistische partij stelde zelfs haar eigen demonstratie uit op Trafalgar Square en stuurde haar aanhangers naar East End.
"Weg met de fascisten"
Op zondag 4 oktober verzamelden zich duizenden antifascisten op de Gardeners Corner in Aldgate (een straat in de buurt van Cablestreet). De straatblokkades waren al opgeworpen, toen Mosley zijn mensen verzamelde bij de Royal Mint vlakbij de Tower of Londen. De politie bracht zesduizend agenten op de been om de weg naar White Chapel vrij te maken voor de zwarthemden. De politie maakte gebruik van agenten te paard om de massa terug te slaan op de trottoirs om zo een doorgang te maken. Maar meer dan duizend mensen trokken naar het gebied. Vier sympathiserende trambestuurders verlieten strategisch hun voertuigen om zo te helpen met de blokkade tegen de fascisten.
'Weg met de fascisten', werd er gezongen, de leuze werd 'They shall not Pass'. Ze komen er niet door klonk het in heel Oost Londen, toen de politie slag leverde met de gemeenschap die de weg blokkeerden. Communisten, Joden, Ierse havenarbeiders, vakbondsleden verenigden zich met het lied 'They shall not Pass'.
De politie kon de blokkade van de mensen bij Whitechapel niet doorbreken. Mosley besloot de route te veranderen en stuurde de mars door de smalle Cablestreet die parallel liep aan de oorspronkelijke route. De zwarthemden liepen voorop en werden geflankeerd door de politie van Londen bij hun aankomst bij Cablestreet.
Terugtocht Mosley
De tegenstand was gereed en begon vroeg in de ochtend barricades op te werpen in Cablestreet om de weg te blokkeren. Om de charges van de bereden politie te stoppen, werden ''Tom en Jerry tactieken' (listen) gebruikt, zoals glasscherven en knikkers die werden rondgestrooid. Uit de straat en de stoepen werden de tegels getrokken. Vlakbij het kantoor van de communistische partij werd in een café een medische post ingericht.
De politie werd geconfronteerd met een sterk verzet. Alles werd gebruikt, zoals rotte tomaten en kokend water dat uit de ramen werd gegooid op de politie en de zwarthemden. De politie bereikte de eerste barricade, gevechten braken uit, de politie trok zich terug en verordonneerde Mosley terug te gaan.
Feesten braken die middag uit in EastEnd, de overwinning werd gevierd. Van de antifascisten werden er 79 gearresteerd, velen waren door de politie geslagen, sommigen, werden veroordeeld tot zware arbeid. Slechts zes fascisten werden gearresteerd.
Spaanse Burgeroorlog
De gebeurtenissen van die dag leidden direct tot een Wet voor de Publieke Orde in 1937 die het dragen van politieke uniformen in de publieke ruimte verbood. Mussolini die teleurgesteld was in Mosley, trok de substantiële financiële steun voor de BUF in. Twee dagen na de gebeurtenis in Cablestreet, trouwde Oswald Mosley in Duitsland in het huis van Joseph Goebbels met Hitler als gast.
Hoewel dit niet het laatste wapenfeit was van de zwarthemden, werden zij en de BUF zeer onpopulair in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog. Mosley en andere leiders werden gevangen gezet in 1940.
Veel antifascisten die deelgenomen hadden aan de slag om de Cablestreet, gaven geld aan de beweging of reisden af naar Spanje om zich aan te sluiten bij de Internationale Brigade om tegen het fascisme te vechten. Slechts een kwart keerde terug.
De sterke verbinding tussen de (verzet)bewegingen en de gemeenschappen komt goed tot uitdrukking in de gezamenlijke leuze They shall not pass, in het Spaans No Pasaran. Deze leuze is overgenomen in de Spaanse Burgeroorlog door de Republikeinse strijders in het lied No Pasaran.
Muurschilderingen
Tot vandaag de dag wordt de slag van deze gebeurtenis herdacht met een prachtige muurschildering van 330 vierkante meter op de zijkant van het Sint George gemeentehuis in de Cablestreet. In 1976 is het kunstwerk gemaakt, geïnspireerd door het werk van de Mexicaanse schilder Diego Rivera. De ontwerpers hebben nabestaande locale bewoners geïnterviewd voor het ontwerp. Er is gebruikgemaakt van het vissenkom perspectief om de slag te portretteren samen met de banieren en de mensen die de gemeenschappen hebben verdedigd.
Hoewel de muurschildering diverse keren is aangevallen, blijft het een prachtige herinnering, als een monument aan de kracht van de gemeenschappen in East-End tegen bedreigingen van rechts en diverse crises.
(1) Mike Cole is een gids voor Groot-Brittannië en Ierland, een gepassioneerd historicus. Zijn roots liggen in East London. Vertaling en foto's: Sjarrel Massop.
Het linkerdeel van de mural
het rechter deel van de mural
Foto's van 4 oktober 1936