Integratie is per definitie tweezijdig
Het onrecht van het kabinet Schoof
Hans Boot (1)
Vanmorgen wat onrustig wakker geworden in het besef dat deze bijdrage getekend zal worden door de 'Haagse' politiek. Uiteraard niet in de verwachting daarop enige invloed uit te oefenen, maar soms hebben ergernissen recht van spreken. We maken al weer enige tijd mee dat rechts en radicaal rechts in het bijzonder, de toon zetten. Rommelig, leugenachtig en voor onder meer het onderwijs slopend, maar nog steeds gesteund door de andere regeringspartijen en internationale verwanten.
Het kabinet Schoof schuifelt van de ene naar de andere crisis. De meest recente, vrijdag 15 november, gaat over de moeizame ontkenning dat in kabinetsvergaderingen racistiche uitspraken zijn gedaan. Onwaarachtig, want in de media lezen en horen we niet anders.
Een week eerder stelde Schoof persoonlijk vast dat Nederland een 'integratieprobleem' kent. Dat zou gebleken zijn uit de botsingen in Amsterdam tussen de provocerende, bepaald niet politiek onschuldige, aanhang van Maccabi Tel Aviv en de gewelddadige reactie daarop van pro-Palestijnse, waaronder Marokkaanse, jongeren.
Integratieprobleem
Schoof is niet de enige die het heeft over een integratieprobleem. Los van Wilders, waarvan het de kern is van zijn programma dat hij deze dagen samenvatte met 'wegwezen', het land uit met die on-Nederlandse Marokkanen. Neem bijvoorbeeld ook staatssectaris Nobel van de VVD: Islamitische jongeren onderschrijven voor een heel groot deel niet onze normen en waarden. (de Volkskrant, 16 november 2024) Notabene met "Participatie en Integratie" in zijn portefeuelle . Of zijn collega van de BBB, Mona Keijzer: Antisemitisme is bijna een onderdeel van de Islamitische cultuur. En als derde staatssecretais Jansen van de PVV die Wilders' uitlokking "minder, minder Marokkanen" nog steeds geheel onderschrijft, zij het niet als staatssecretatis, wel 'als persoon'. (Het Parool, 25 september 2024) Wilders paaide zijn aanhang in 2014, zes jaar later veroordeelde de rechter hem voor 'groepsbelediging'. Braaf gevolgd door Jansen, trekken beiden zich dus ook van de rechter niets aan.
Over de integratie zeggen de staatssecretarissen niet veel meer dan aanpassen aan de waarden en normen in Nederland en die uiteindelijk overnemen. Dat loopt naar aanleiding van de 'Amsterdamse 'rellen' via Marokkaanse jongeren breder naar Marokkanen en Islamieten. De directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau, Karen van Oudenhoven, die al jaren onderzoek doet naar de integratie van 'minderheden', laat van die standpunten weinig over.
In de eerste plaats zijn de gedragingen van een kleine groep die de straat opgaat en geweld gebruikt tegen Israëlische supporters op geen enkele manier te zien als bewijs voor de mislukte integratie van een hele bevolingsgroep. (de Volkskrant, 16 november 2024) Bovendien is de Marokkaanse gemeenschap geen homogene groep en zijn generalisaties dus gevaarlijk. Ook verwijst zij naar eerder onderzoek met onder andere de conclusie dat in Nederland de integratie van minderheden met een migratie-achtergrond geheel of gedeeltelijk geslaagd is.
Tot slot brengt Van Oudenhoven een recent onderzoek van het SCP ter sprake, 2022. Dat zet de tweezijdigheid van de integratie op losse schroeven voor met name delen van de tweede en volgende generaties. De titel is veelzeggend Gevestigd maar niet thuis. Ze ervaren Nederland niet als een gastvrij land en hebben te maken met discriminatie, ondanks hun voltooide opleidingen en geschoold werk. De uitspraken van de geciteerde politici bevestigen dat. Dat maakt de integratie uit het gezichtspunt van de migranten tot een probleem en zou volgens het SCP moeten inspireren tot een anti-discriminatiebeleid.

Foto Rob Brouwer.
Illusie
Waarden en normen, ik hoorde op een verjaardigsfeestje van mijn kleinzoon een Marokkaanse vriend spottend zeggen maden en wormen. Dat klonk behoorlijk geïntegreerd en dat was hij ook.
Thuisgekomen wat op internet rondgekeken, ook bij overheidsbronnen, en kwam uit bij 'inburgering': leven volgens de gewoonten van de Nederlandse burgers, hun voorkeuren en verwachtingen. Ze eten met mes en vork, boeren niet na de maaltijd, spreken met twee woorden en kijken de aangesprokene in het gezicht aan. Wie niet als burger geboren is, een zoon of dochter van bijvoorbeeld een timmerman en een huishoudster, kent deze en andere normen als voorwaarden voor een 'sociale stijging'. Het gaat kennelijk om succes biedende waarden en normen. Haal je die niet, bijvoorbeeld bij langdurige werkloosheid, dan is de stijging mislukt.
Deze selectieve werking is scherper bij bejubelde waarden en nornen als vrijheid, gelijkheid, rechtvaardigheid en bestaanszekerheid - typerend voor de 'inburgeringsprorgamma's'. Ze klinken geestverrijkend, maar zijn bepaald niet kenmerkend voor de maatschappij waarin we leven. Niet alleen in Nederland. Wel zijn ze inzet van maatschappelijk verzet. Hardnekkig terugkerend, maar zonder blijvend succes. Ze voor te stellen als bestaansvoorwaarden waaraan 'nieuwkomers' dienen te voldoen', is de overdracht van een illusie, een kweekvijver voor mislukte integratie. De betrokken 'onaangepaste' Marokkaanse jongeren en vele anderen wordt dus verweten de illusie van de genoemdse reeks van 'vrijheid' tot 'bestaanszekerheid' niet te koesteren en uiteindelijk zelfs te verwaarlozen.
(1) Een bewerking van bijdrage aan Konfrontatie, 19 november 2024 (Konfrontatie digtaal)
