Welkom Extra's

Een serie gesprekken over de verkiezingen bij de FNV

Democratie en strijdbaarheid in de winkelstraat

Sjarrel Massop

De vakbeweging verliest invloed - sociaal en economisch. Meer dan veertig jaar 'polderen' heeft haar geen goed gedaan. De vergrijzing neemt toe, de ledenaanwas blijft achter, de politieke tegenwind is verontrustend, de werkgevers geven niet veel weg en ook met de overheid is het moeilijk zaken doen. Tijd voor herbezinning.

fnv logo
FNV

Verrassend genoeg heeft Tuur Elzinga (E521-4), de huidige voorzitter van de FNV, Marx citerend in zijn boek, de herbezinning ingezet en blies penningmeester Piet Rietman de klassenstrijd nieuw leven in (Jacobin). Kennelijk is ook voor hen de nood van de vakbeweging hoog. Door deze standpunten te ventileren, geven Tuur en Piet wel de toon aan voor de richting die zij als dagelijks bestuurders met de FNV voor ogen hebben. Hun voornemens dienen echter door de (kader) leden gedragen en uitgevoerd te worden. Daar gaan de gesprekken in deze serie over, met als centrale vraag: is er animo voor een 'uitgepolderde', meer strijdbare vakbeweging?
Er zijn verkiezingen voor het voltallige bestuur, inclusief de voorzitter, voor het volledige Ledenparlement en voor de sectorraden, exclusief die van de senioren. De zittingsduur voor de nieuw gekozenen is vier jaar, in 2029 zijn er dan weer verkiezingen. De kandidaatstelling is inmiddels gesloten voor de verkiezingen van februari 2025.

Vijfde gesprek

Het inmiddels vijfde gesprek is met Linda Vermeulen, ze is vakbondsvrouw in de winkelstraat. Dat doet ze als bestuurder voor de FNV met veel enthousiasme. Ze maakt deel uit van de werkorganisatie die de laatste tijd grote veranderingen heeft doorgemaakt.

Zijn er voldoende mogelijkheden binnen de bond voor je vakbondswerk of zijn er belemmeringen?

Er is de afgelopen tien jaar veel veranderd binnen de vakbeweging. De FNV is door hoge looneisen te stellen, gestopt met loonmatiging. Die is ingeruild door het 'organizen' waarmee het activisme in de haarvaten van de vakbeweging is gekomen. Het activeren van de leden en kaderleden is centraal komen te staan, ook bij de werkorganisatie, zoals ik die ervaar. In de kaderopleidingen staan de cao's veel centraler.
Het bewust worden van actieve leden en kaderleden, is belangrijk. De insteek is te breken met de loonmatiging en forse centrale eisen te stellen aan bijvoorbeeld het minimumloon. Daar zijn campagnes voor, eerst "voor 14" en nu "voor 16". We zijn ons er veel te weinig bewust van dat we zo'n koerswijziging hebben doorgemaakt in zo'n korte tijd.

Ik zit in mijn maag met wat ik het 'Ron Meyer effect' noem: we trekken een blik kaderleden open, maken een hoop stampei, wachten het resultaat niet af en gaan weer onderhandelen.

Ho ho, voor mij en vele anderen heeft Ron Meyer altijd veel inspiratie gebracht. Het schoonmaakparlement waar hij vorm aan heeft gegeven, bestaat nog steeds en is een voorbeeld voor ons allemaal.
De koerswijziging waarover ik sprak, gaat breder dan alleen 'organizing'. Vroeger waren er aparte bonden en was de verbinding tussen de werkorganisatie, het bestuur met de leden en kaderleden sterker. Nu zijn we één enorme bond. Het is belangrijk dat we sterker worden, ook door interne verbondenheid tussen de sectoren, ledenparlement, werkorganisatie en sectorraden die goed met elkaar in contact zijn en onderlinge solidariteit opbrengen.
Solidariteit is wat de vakbond uniek maakt, maar het is geen automatisme. Steun van andere sectoren heb ik gezien bij onze strijd bij de Bijenkorf. Er kwamen van andere sectoren solidariteitsverklaringen die zelfs soms uitmonden in ondersteunende activiteiten. Daarvan gaat aantrekkingskracht uit.
Het ging mij overigens niet om de persoon Ron Meyer, maar over het effect. De vakbeweging heeft begrijpelijk moeite om te breken met het overleg. Daar hoort een andere strijdmethode bij, mensen betrokken houden bij het vakbondswerk.

Kunnen mensen die in strijd komen, het volhouden?

Een goede vraag. In de winkelstraat gaat het op sommige plekken goed. De mensen werden actief, sloten zich aan bij de bond, waarover ze lang niet nagedacht hadden. Het oppakken van de strijd geeft mensen veel zelfvertrouwen om er mee door te gaan, Ze ervaren dat strijd voor je eigen rechten en inkomen ook een heel verbindend karakter heeft.
Als de resultaten uitblijven, is er wel een probleem. Het werd in de winkelstraat zwaarder en zwaarder. Onze staking bij de Bijenkorf, twee jaar geleden, werd vooraf gegaan door een staking bij de NS. Staken steekt aan ..... Onze winkelstaking werd aanleiding voor het oppakken van de strijd bij de Etos. Actief blijven en de strijd met elkaar verbinden, vergroot het uithoudingsvermogen. Resultaten zijn echter niet vanzelfsprekend, mensen denken dat ze een rechtvaardige strijd voeren, en kunnen teleurgesteld raken als de resultaten van hun strijd tegenvallen.

Ik denk dat het belangrijke woord dan 'verbinden' is. Solidariteitsverklaringen zijn mooi en een uiting van verbinding, nog mooier is het om gezamenlijk in de strijd te staan. Ik zou het goed vinden als de FNV naast de 1 mei viering, meer gezamenlijk de straat opgaat en zich laat zien. Denk aan gezamenlijke flyer acties, elk kwartaal. Om iedereen te laten weten waarvoor we staan. Dat zijn evenementen die mensen een beter saamhorigheidsgevoel geven.
We zijn 1 mei weer gaan vieren met z'n allen. De bonden zijn gefuseerd. Door organizing zijn er meer vieringen. Ik zie het animo daarvoor groeien, het idee komt op om dat meer te gaan organiseren. Het zijn evenementen die mensen een beter saamhorigheidsgevoel geven. Het organiseren van evenementen die de onderlinge verbondenheid bevestigen, zou het gevoel van een tekort uithoudingsvermogen kunnen wegnemen. Mensen moeten zich in een strijd met elkaar kunnen verbinden.

actie in de winkelstraat
FNV Handel

Welke mogelijkheden zie je voor 'brede' vakbondsactiviteiten - klimaat, migratie, emancipatie, vrede, internationaal, …)

De vakbond is geen politieke organisatie, maar moet de politiek wel beïnvloeden en serieus nemen. Het primaat voor de vakbeweging is de klassenstrijd. Je ziet wel steeds meer dat die kale loonstrijd niet meer op zichzelf staat, de klassenstrijd is terdege verbonden aan de klimaatproblematiek, de vrouwenemancipatie, het grote vraagstuk van (arbeids)migratie en ook wel de vredesvraagstukken. De bestaanszekerheid beperkt zich niet meer tot enkel loon. Problemen die je in je vraag noemt, zijn deel geworden van de klassenstrijd. We moeten daar sterker over nadenken, scholen is een belangrijk iets voor het verkrijgen van een bredere visie. Al die kwesties, klimaat, gezondheid, emancipatie, vormen van racisme, je komt ze steeds meer tegen ook op de werkvloer, het moet verbeteren en of bestreden worden daar ligt een taak voor de vakbeweging.

Heb je nog aanvullingen?

We hebben voor de communicatie een veel grotere megafoon nodig. Ik bedoel dat als beeldspraak. We worden niet of nauwelijks gehoord, de media hebben nauwelijks of geen aandacht voor wat er in de samenleving speelt. Dat heeft een effect op die samenleving. Ze voelen dat het niet goed is, weten ergens wel dat het anders moet, maar horen geen alternatief.
De vakbeweging moet een klankkast maken, waartoe mensen een toegang kunnen vinden om weer als samenleving beter te kunnen functioneren.