Welkom Extra's

Democratie en strijdbaarheid en toekomst FNV

De holle staat en de vakbeweging

Sjarrel Massop

De problemen van de vakbeweging zijn bekend: gebrek aan activiteiten, gebrek aan democratie, een grote afstand tot de leden. Slechts 3 procent van de leden stemde bij de recente verkiezingen voor het Ledenparlement, het hoogste orgaan van de FNV. Democratie en strijdbaarheid voor een perspectief van de vakbeweging beginnen bij de leden. Hoe zo'n perspectief vorm te geven?

fnv in beweging

Deze bijdrage gaat over de krachtsverhouding tussen overheid en vakbeweging. Het neoliberalisme dat oplossingen zoekt in de marktwerking, laat weinig ruimte voor overleg met en inmenging door sociale bewegingen. Voor de formaliteit is de intentie van het polderoverleg lang in stand gehouden. De praktijk laat aan de vakbeweging echter steeds minder ruimte voor een serieuze positie in het georganiseerde overleg zoals de Sociaal Economische Raad en de Stichting van de Arbeid. De vakbeweging is net als de linkse politiek ver meegegaan in de polder. Door die houding is er enerzijds een geweldige kloof ontstaan naar de leden van de vakbond en anderzijds heeft het neoliberale project daarmee grote bewegingsruimte gekregen. Een mogelijke tegenkracht vanuit de vakbeweging is ingekapseld.
De vakbeweging heeft erg veel moeite met het breken van de overlegtraditie. Een volledige breuk met het overleg hoeft ook niet, maar moet wel gepaard gaan met het inzicht dat er in de polder bar weinig te halen valt. De vakbeweging kan zich constructief opstellen en overleg als platform gebruiken. Maar moet wel duidelijk maken dat veranderingen slechts komen door een eigen kracht op te bouwen.

De status van de staat

De holle staat is een concept over hoe de overheid er uitziet als gevolg van ruim zestig jaar neoliberalisme. Dit idee is niet in elk land op dezelfde manier uitgewerkt. Het is een belangrijk begrip, omdat het een onderschatte grote invloed heeft. Bram Mellink en Merijn Oudenampsen zijn tot een nadere omschrijving gekomen: (1)
Met 'de holle staat' wordt een overheid bedoeld, die haar publieke diensten uitbesteedt aan een complex netwerk van commerciële en non-profitorganisaties. De overheid levert in dergelijke gevallen niet langer zelf de publieke voorzieningen, maar onderhandelt met externe partijen over contracten en randvoorwaarden. Specialistische kennis wordt ingekocht bij een klein legertje van consultants en adviesbureaus.

Dit is het ultieme beeld van de neoliberale opvatting hoe de overheid moet functioneren tot in de haarvaten van de samenleving, waarbij de markt de oplossingen moet aandragen. Dit is een proces dat zich niet tot Nederland beperkt. Mazzucato (2) heeft het beschreven voor Engeland en laat zien hoe daar de gezondheidszorg (National Health Service) uitgehold is. NHS is geprivatiseerd en enorm veel geld voor 'raadpleging en advies' ging naar de 'consultancy' industrie. Met als gevolg dat de gezondheidszorg niet meer functioneert. Ook bij de Verenigde Staten en Duitsland is de overheid niet meer in staat het publieke belang te dienen. Dat is vooral zichtbaar in de status van de infrastructuur - wegen, spoorwegen, bruggen - die slecht functioneert.

vrouw Holle
Vrouw Holle schudt de staatszak leeg.
De metafoor voor Vrouw Holle is dat ze korte metten maakt met alles wat niet nuttig is en geen waarde heeft of voortbrengt. Dat is de opvatting van het neoliberalisme over de staat.

In Nederland is de situatie niet best, veertig jaar polderen heeft de publieke functie van de overheid nagenoeg volledig uitgeschut. De zorg en de woningbouw zijn geprivatiseerd. Het openbaar vervoer, de sociale zekerheid, de media, de energievoorziening, de sociale advocatuur zijn allemaal geen publieke zaken meer. Het zijn commerciële bedrijven die op elke niveau (centrale overheid, provinciaal en lokaal) de dienst uitmaken. Met als gevolg dat het criterium voor beleid en uitvoering van de overheid niet meer dienend is aan het publieke belang. Dat is overgenomen door de winstgevendheid van de uitvoerende instanties die de overheid inschakelt. Een holle staat!
Een tragisch voorbeeld is de toeslagenaffaire. Deze wordt niet uitgevoerd door Sociale Zaken, maar door de belastingdienst. Het klimaatakkoord van Parijs lijdt aan vergelijkbare euvels. Daarin is afgesproken de CO2 uitstoot zo te verlagen dat de opwarming van de aarde niet boven de 1,5 graden Celsius komt. De commerciële energiebedrijven reageerden daarop door te stoppen met groene stroom, omdat het economisch niet meer rendabel zou zijn.

Conclusie: De overheid is in de uitvoering van het beleid geen staat meer die de publieke belangen dient. Commerciële bedrijven met winstoogmerk hebben die taak overgenomen. Daarmee komt de publieke zaak ernstig in het gedrang.

De vakbeweging

Merijn Oudenampsen heeft in een brochure van de FNV bepleit dat de vakbeweging het voortouw neemt in Nederland om het tij te keren en het neoliberalisme te bestrijden. (3). Een pleidooi dat in al 2018 is uitgesproken en waarmee tot vandaag weinig gedaan is. Oudenampsen: Gezien het technocratische karakter van de neoliberale wende in Nederland, is het belangrijk voor de vakbonden om veel scherper de ontwikkelingen op het gebied van ideeënvorming rond economisch beleid in de gaten te houden. Door de uitgebreide middelen die vakbonden tot hun beschikking hebben om zelf onderzoekslijnen uit te zetten, is de vakbond één van de weinige organisaties die in staat is om alternatieven uit te werken ten opzichte van het dominante economische beleid.
Een indringende oproep die helaas door de vakbeweging niet is opgepakt. De huidige malaise waarin zij zich bevindt, kan daarvan niet los gezien worden. Ze blijft vasthouden aan het overleg, maar de 'holle staat' heeft weinig te bieden. De politieke wind is zonder meer guur met een leeg gezogen overheid die de publieke zaak aan de markt overlaat. Waar Oudenampsen nog uitging van mogelijke perspectieven van de vakbeweging, moet vandaag gezegd worden dat een fundamenteel andere koers nodig is. Ten minste als het gaat om een vakbeweging die de behartiging van de belangen van de (niet)werkenden als centrale taak stelt.

Conclusie: De vakbeweging moet de bakens verzetten. Wil ze overleven, moet ze haar eigen kracht ontwikkelen.

Partij en vakbonden

Waarom is het de vakbeweging en niet de politiek die de kar moet trekken?
Dat is een klassiek probleem dat zich al voordeed, toen er nog nauwelijks vakbonden bestonden. Rosa Luxemburg snijdt dat probleem al aan in een brochure van 1906 (4): Wil de massastrijd enig succes hebben, zo moet zij een werkelijke volksbeweging worden die de breedste lagen van het proletariaat mee in de strijd betrekken.
De houterige, mechanisch-bureaucratische opvatting ziet de strijd enkel als product van de organisatie op een bepaald ontwikkelingspeil van haar macht. De levende, dialectische ontwikkeling toont ons echter omgekeerd de organisatie als een product van de strijd.
De centrale gedachte is hier dat verbeteringen en veranderingen van de sociaal economische positie van werkenden en niet-meer-werkenden, slechts tot stand zullen komen door de betrokkenheid van de mensen zelf. Met andere woorden: de belangenstrijd kan niet uitbesteed worden aan welke organisatie dan ook.

rosa luxemburg
Rosa Luxemburg

Het Wetenschappelijk Bureau van Groenlinks laat ook Oudenampsen aan het woord. Is daar perspectief voor democratie en strijdbaarheid te vinden? De afstand tussen de politiek en de bevolking is vergeleken met de vakbeweging nog veel groter. Het politieke bedrijf heeft meegewerkt aan het uithollen van de staat, met het stuk maken van de publieke functie van de staat. Heel terecht ziet Rosa Luxemburg waar de werkelijke kracht voor verandering ligt. Bij mensen die het niet meer pikken, die het zat zijn geringeloord te worden. Het zijn de mensen zelf die in actie en strijd komen om veranderingen te bewerkstelligen, ze kunnen dat niet uitbesteden.
Is organiseren dan zinloos? Mensen komen in actie. De boeren waren het zat, hun bestaanszekerheid wordt bedreigd, veel slachtoffers van de toeslagenaffaire zijn het spekkend zat en komen in verzet, de milieubeweging voert de strijd op, 8 maart was er een druk bezochte 'vrouwendag', 1 mei wordt weer de Dag van de Arbeid. De mensen komen in beweging. Wanneer het verbinden van al deze vormen van strijd tot stand wordt gebracht, en dat wordt organiseren genoemd, dan is organiseren niet zinloos. Overigens, met "de levende dialectische ontwikkeling" bedoelt Rosa Luxemburg de omkering van de tactiek. Niet vanuit politieke en vakbondsorganisaties de strijd organiseren, maar vanuit de strijd, de politiek en de sociale bewegingen vorm geven, dat is haar leerzaam standpunt!

Conclusie: Vanuit de strijd - activerend vakbondswerk, vakbondswerk aan de basis - en democratisering van de bond, zal het duidelijk worden welke organisatievormen functioneel zullen zijn. Omgekeerd werkt het niet!

dappere strijders van het volk
Foto: Rob Brouwer


(1) Bram Mellink en Merijn Oudenampsen, (2022), Neoliberalisme, een Nederlandse geschiedenis. Boom, Amsterdam. p. 241..
(2) Mariana Mazzucato en Rosie Collington, (2023), De consultancy industrie, hoe consultants bedrijven verzwakken, overheden uithollen en economieën schaden, Managementboek Rotterdam,
(3) Saskia Boumans en Wim Eshuis, (2018), Positie en strategie vakbeweging, beschouwingen, analyses en voorstellen, De Burcht, Amsterdam
(4) Rosa Luxemburg, (1906), Massastaking, partij en vakbonden, Marxist Internet Archief.