Sociaal akkoord
Het minimale van de zesplus
Afgelopen dinsdagavond, 16 november 2004, zat ik tussen Henk van der Kolk en Niek Stam, de voorzitter van FNV Bondgenoten en de sectorcoördinator havens. We waren in de Utrechtse Kargadoor op uitnodiging van Sjaak van der Velden voor de presentatie van zijn boek "Werknemers in actie. Twee eeuwen stakingen, bedrijfsbezettingen en andere acties in Nederland" (warm aanbevolen en binnenkort op deze webstek besproken). Bij zo'n onderwerp hoefde ik als gespreksleider niet veel te doen om de discussie op de recente acties en het akkoord te brengen.
Henk gaf een zesplus. Niek vroeg zich af hoe hij de verdediging in de ledenvergaderingen moest aanpakken; hij was nog niemand tegengekomen die er iets van snapte. Sjaak keek in een breder verband en meende dat nog niet eerder acties tegen regeringsbeleid enig succes hadden geboekt. De mensen in de zaal waren in die zin tevreden dat er tenminste eindelijk beweging was gekomen in de vakbonden. Dat zagen ze als de grote winst van de afgelopen maanden.
Legitimiteit
Buiten de onderhandelaars, die eensgezind spreken van win-win-win, zijn er over de feitelijke inhoud van het akkoord weinig enthousiaste geluiden te horen:
- moeilijke kwesties zijn vooruitgeschoven (WW),
- andere bevatten open einden (vut/prepensioen),
- weer andere zullen nieuwe problemen oproepen (levensloopregeling),
- oude vraagstukken zijn gedeeltelijk opgelost (WAO),
- de 'terughoudende' looneis zal het verlies aan koopkracht niet compenseren.
Van veel kanten is al of niet instemmend vastgesteld dat de hervormingsagenda van de regering (sociale zekerheid, arbeidswetgeving) overeind is gebleven. Gevreesd mag worden dat door het akkoord die agenda aan legitimiteit gewonnen heeft.
Op het akkoord zelf werd in de Kargadoor nauwelijks ingegaan. Henk sprak over het "maximaal haalbare", Niek over "gemiste kansen" en Sjaak vertolkte het gemeenschappelijke standpunt dat de herleving van het verzet belangrijker was dan het akkoord. Uitgepraat waren we echter niet. Zo werd bijvoorbeeld ingegaan op de bondsdemocratie. Hier een samenvatting. Eerst aan de hand van de door de gespreksleider gestelde vraag (v), dan een weergave van de antwoorden van Henk en Niek (a) en tenslotte mijn commentaar (c).
Democratische controle
(v1) | Hoe kunnen vakbondsleden beoordelen of het maximale resultaat eruit is gehaald? |
(a1) | Dat is een zaak van vertrouwen in de onderhandelaars die immers slechts één doel voor ogen hebben, namelijk de belangen van de leden behartigen. Het is nu éénmaal zo dat het herstel van ernstig verstoorde verhoudingen, zoals die van het laatste half jaar, veel zorgvuldigheid en vertrouwelijkheid vragen. Openbaarheid is daarbij helaas uit de boze. Uiteraard wordt in de kring van de federatieraad (de gezamenlijke bondsvoorzitters) een scherp onderzoek gedaan naar de kwaliteit van het onderhandelingsresultaat en dat viel positief uit. Wanneer leden het daarmee oneens zijn, hebben ze alle gelegenheid dat in een referendum tot uitdrukking te brengen. |
(c1) | Zo wordt geheel voorbijgegaan aan het principe van de democratische controle. Bovendien is er, gegeven de brave en actieloze opstelling van de onderhandelaars in de lange voorafgaande jaren, weinig gedaan om dat vertrouwen te winnen. Vergelijkende lijstjes van wat de verschillende partijen hebben ingebracht, zeggen weinig als de krachtsverhoudingen begrepen moet worden uit kwade of lachende onderhandelingsgezichten. |
| |
(v2) | Waarom ging de bekendmaking van de geslaagde onderhandelingen gepaard met het opschorten van de acties? Was dat een voorwaarde van de regering en ondernemers? |
(a2) | Helemaal niet. Het is volstrekt logisch dat op het moment dat de partners het eens worden, eenzijdige initiatieven als acties vervallen. We voeren immers acties om sterker in de onderhandelingen te staan. Uiteraard kunnen na een afwijzing door de leden die per definitie achteraf plaatsvindt, de acties weer opgenomen worden. |
(c2) | Ook hier geldt dat de onderhandelaars en de kleine kring daar omheen een verregaande beslissing nemen die ook nog eens de angel uit het verzet haalt. Acties stilleggen en de beoordeling van dat besluit na een paar weken 'sociale vrede' aan de leden voorleggen, heeft meer met Sinterklaas dan met bondsdemocratie te maken. |
Te verwachten is dat de meerderheid van de leden het akkoord zal steunen. Mijn tegenstem zal daar geen verandering in brengen.
Belangrijker is de in gang gekomen beweging vasthouden. Dat nodig vinden en willen, is niet genoeg. Radicale eisen ook niet. Een eigen 'hervormingsagenda' misschien die om te beginnen door 300.000 mensen besproken en uitgevoerd kan worden?
Hans Boot
|