Nog ruim een maand en het boek van Solidariteit komt uit"Liever overvleugelen dan overleggen"Hans Boot, 1 mei 2005"Liever overvleugelen dan overleggen", zo luidde de speelse titel van één van de deelnemers aan de prijsvraag 'bedenk een titel in ruil voor een boek'. Hij of zij stuurde ook nog een tweede in: "Voorlopen in plaats van voorzitten". Leuk bedacht en in beide gevallen wordt afstand genomen van de diepgewortelde overlegtraditie van de Nederlandse vakbonden. Bovendien kiezen de twee inzendingen voor beweging. Volgens het Groot Woordenboek van Van Dale kan 'overvleugelen' zowel omsingelen als overtreffen betekenen, mooie aanvallende termen uit de klassieke Leer der Strategie. 'Voorlopen' heeft ook twee betekenissen met dynamiek, zowel voorop lopen als vooruit lopen, zeg maar de kop nemen als gids voor sociale progressie en emancipatie. De vakbeweging als koploper in maatschappelijke veranderingen die gunstig zijn voor vrouwen, jongeren en arbeidsmigranten is een terugkerend pleidooi in de bijdragen aan het boek van Solidariteit. Zo constateert Gisela Dütting dat de eerder voor en door vrouwen bereikte verworvenheden in de onderhandelingen van vakbonden onder grote druk staan van de belangen van "mannelijke fulltimers". Bijvoorbeeld bij functieclassificaties en pensioenregelingen. Een omkering naar een algemene en principiële gelijkberechtiging van vrouwen in de praktijk van de arbeid is nodig, alleen dan wordt de stijging van het percentage vrouwelijke leden van de FNV-bonden werkelijk gehonoreerd. Jeroen Zonneveld luidt de alarmbel over het teruglopende aandeel van jongeren (leeftijd 15 tot 25 jaar) in het ledenbestand van de vakbonden. Hoewel dat geen typisch Nederlands verschijnsel is, zijn in ons land economische ontwikkelingen gaande die jongeren hard treffen. Zo is in Nederland deeltijdarbeid voor jongeren onder de 25 jaar de norm geworden en twee tot drie maal zo hoog als het gemiddelde percentage van 22 in de Europese Unie. Alleen al deze omstandigheid, gecombineerd met snel wisselende banen, verkleint de kans dat jongeren in contact komen met een vakbond en meemaken dat een bond wat voor hen kan uitrichten. Eén van de conclusies van Jeroen: "Jongeren voelen zich niet aangetrokken tot een bond die niet beweegt." De bijdrage van Jan Müter gaat voornamelijk over de informele arbeid die zich afspeelt buiten de gereguleerde kaders en waarvan de 'illegale tewerkstelling' in bijvoorbeeld de horeca, huishoudelijke diensten en glastuinbouw een wezenlijk deel uitmaakt. In de laatste sector is 20 tot 30 procent van het personeelsbestand als 'illegaal' aan te merken. Juist door de beperkende wetgeving van de laatste jaren zijn "meer illegalen, onder slechtere omstandigheden en tegen een lager loon" ingeschakeld. Zolang de vakbonden deze ontwikkeling zien als een incidentele verstoring of afwijking van de gereguleerde arbeid, en niet als de 'smeerolie' van de formele economie, zullen ze geen rol spelen in de strijd tegen deze inhumane arbeidssituaties. Van de voltooiing van het boek zullen we verslag blijven doen. Wie niet op het blad Solidariteit geabonneerd is, kan het boek bij redactie@solidariteit.nl bestellen. Op dat adres zijn inzendingen voor de prijsvraag 'bedenk een titel in ruil voor een boek' nog steeds welkom. |