Reactie op commentaar 30 "Onbetaalbare ouderdom" - 19 december 2005

Het grijze bedrog

Luk Brusselaers

We worden ouder en dat wordt ons door alle regeringsverantwoordelijken als een natuurramp aangepraat: er zijn geen jongeren om de pensioenrekening te betalen. Sinds een tiental jaren loopt er een kampanje, een onophoudelijke hersenspoeling met als stelling dat onze pensioenrekening oploopt, een grijze bom die gevaarlijk tikt en dreigt af te gaan!
Minder werkenden en meer gepensioneerden, dus minder pensioen. Of meer betalen en/of langer werken (minder lang leven mag ook). Langer werken zou een oplossing zijn, want dan worden langere tijd bijdragen betaald in plaats van opgenomen.

Waarom wordt toch geprobeerd ons wijs te maken dat een vergrijzingsprobleem gekoppeld is aan een betalingsprobleem van de pensioenen? Hier een tiental punten.

1. Echte en geen langere tewerkstelling
De betalingsproblemen kunnen perfect opgevangen worden door echte tewerkstelling. Dat wil niet zeggen: mensen langer laten werken. Want dat betekent zeer zeker niet méér werkgelegenheid. Langer werken zonder groei van werkgelegenheid betekent zelfs minder kansen en werk voor anderen. Er moet in de eerste plaats werk bijkomen door het scheppen van meer en echte werkgelegenheid. Dus geen nep jobs, zoals ID banen.
Waarom zoveel werklozen en tegelijkertijd anderen langer laten werken?

2. Minder jongeren: positief nieuws
De vergrijzing heeft twee kanten: er komen méér ouderen, maar minder jongeren. Dat is toch ook positief nieuws! Immers minder jongeren betekent ook minder werklozen, minder arbeidskracht op de arbeidsmarkt. Maar daar knelt het schoentje van de werkgevers die niet wakker liggen van werkloosheid, wel van de kostprijs van arbeidskracht en die wordt hoger bij een lager aanbod.
Het langer laten werken van ouderen is objectief gezien tegen het belang van de jongeren en hun toekomst. Als meer ouderen op de arbeidsmarkt blijven, wordt het aanbod van arbeidskracht verhoogd. Daardoor treden ouderen en jongeren met elkaar op de arbeidsmarkt in concurrentie en wordt de neerwaartse druk op de lonen in stand gehouden.

3. Lichter werk, langer werken?
Als de arbeid lichter en dragelijker wordt, zal het dan gemakkelijker zijn langer te werken? Allereerst hebben de mensen daar weinig boodschap aan die nu reeds een lang verleden in het arbeidsproces hebben opgebouwd. Wat wordt overigens verstaan onder betere arbeid? Een drastische verlaging van het arbeidsritme, de werkdruk en het aantal arbeidsuren naar een 32-urige werkweek, met loonbehoud en aanwervingen? Klinkt goed, maar de werkelijkheid is anders.
Daarin wordt de loopbaan 'ontspannen' door werknemers meer rustpauzes tijdens hun loopbaan te bieden, tenminste als zij die zelf willen betalen. We kennen de vormen van vervroegde uitdiensttreding via het door de werknemers opgespaard werk en loon, de zelf dik te betalen levensloopregeling. Sigaren uit eigen doos.
En dan hebben we het nog niet eens gehad over de invoering van meer flexibiliteit die beslist een stijgende werkdruk oplevert.

4. Ouderen kosten geld, jongeren ook
Zijn er minder jongeren, dan levert dat besparingen op. Ook zij moeten onderhouden worden: kinderopvang, kinderbijslag, onderwijs, gezondheidszorg, enzovoort. De overheidsuitgaven voor een kind zijn niet veel verschillend van die voor een oudere.

5. Stijgende productiviteit met minder werknemers
En dan is er de stijgende productiviteit. Met veel minder mensen wordt vandaag de dag veel meer geproduceerd. Dus zijn er veel minder mensen nodig om nog meer winst te maken. Waar gaat die extra winst naar toe en in hoeverre zou die niet geschikt zijn bij te springen in het pensioenverhaal?
Ook nog een geluk dat, gezien het feit dat nu veel minder werknemers nodig zijn om een veel hogere productie te halen, er tevens minder jongeren zijn. Anders nog meer te betalen werklozen?

6. Pensioenfondsen en kapitalisatie
Levert de kapitalisatie bij pensioenfondsen meer pensioen en zekerheid op? Hoe meer geld op de financiële markten komt, hoe lager de rendementen. Pensioenfondsen kunnen dan misschien investeren in de meest winstgevende sectoren, maar naarmate hun beleggingscapaciteit groeit, zullen de winstgevende sectoren krimpen. Pensioenfondsen zijn een belangrijke bron van instabiliteit op de internationale financiële markten. Zij zijn medeveroorzakers van speculatieve zeepbellen. En ze verhogen de opgelegde bijdrage, wanneer de investeringen te weinig opleveren. Pensioenfondsen hebben geen humanitaire doelstellingen.

7. Ondergraving solidariteit bevolkingsgroepen
De kapitalisatie van de pensioenfondsen ondergraaft de solidariteitsbeweging tussen de mensen. Immers kapitalisatie wil het hoogste rendement. Voor een pensioengeldbeheerder is een onderneming van vandaag niets meer dan een winstobject. De belangen van de werknemers (behoud van werk en loon) en die van gepensioneerden (hoge winsten voor de pensioenfondsen) zijn tegenstrijdig!

8. Lissabon akkoord verenigt het Europa van het kapitaal
De Lissabon agenda (2000) met als doel dat in 2010 Europa moet kunnen concurreren met de Verenigde Staten, geeft aan dat het systeem van sociale zekerheid in Europa te duur is en moet worden veramerikaniseerd. Echter het doel "Europa tot de meest competitieve economie van de wereld maken" is totaal in tegenspraak met een volledige tewerkstelling.
De Europese werkgevers klagen over een dreigende krapte op de arbeidsmarkt en de veroudering van de bevolking. Hoezo krapte? Er zijn vijftien miljoen werkzoekenden in Europa. Zoals gezegd, krapte op de arbeidsmarkt doet de lonen stijgen en dat is een bedreiging voor de positie van Europese werkgevers in de mondiale concurrentie.

9. Demografisch onderzoek
Demografisch ver vooruitzien, is kijken in een ondoorzichtige glazenbol. De in 1950 opgestelde vooruitzichten voor het jaar 2000 zijn voorbijgegaan aan de pil, de gastarbeiders en de evolutie naar kleine gezinnen en alleenstaanden. Een prognose voor 1950 uit 1900 hield geen rekening met twee wereldoorlogen. Bevolkingsstatistieken hebben een beperkte levensduur, te veel onvoorziene factoren kunnen opduiken.

10. Waarom nadruk op 'grijze ramp'?
De reden van het aanhoudende geroep over de 'grijze ramp'? In kunnen grijpen in de sociale verzekeringen en deze langzaam maar zeker de nek omdraaien in ruil voor privé-initiatief dat zal staan voor geld, winstbejag, ten koste van een sociale samenleving. Individualiteit en egoïsme versus een sociale maatschappij.