Reactie op "Blijvende relevantie marxistische arbeidswaardeleer" - Extra 6 juli 2008

Bedenkelijke 'nuttigheid' gevechtshelikopter

Rob Gerretsen

In Solidariteit "extra" van 6 juli jongstleden deed Sjarrel Massop in een bewerking van een stuk van Harry Cleaver een poging de marxistische arbeidswaardeleer te verdedigen tegen nieuwerwetse opvattingen van Claus Offe. Niet duidelijk is waar Sjarrel aan het woord is en waar Harry Cleaver, maar het makkelijkst is als ik mij tot Sjarrel richt. Dan moet hij van mij maar weer de groeten doen aan Cleaver.

Helaas is Sjarrels 'verdediging' van het marxisme zo beroerd, dat Marx zich in zijn graf zal hebben omgedraaid. (Zoals bekend, werd Marx al tijdens zijn leven liever geen 'marxist' genoemd.) Ik ga in op een paar van de - volgens mij - ergste misverstanden die Sjarrel heeft opgeroepen. Daarmee hoop ik Marx wat meer recht te doen en anderen te stimuleren weer eens terug te grijpen op het origineel van Das Kapital.

Abacadabra

Sjarrel begint zijn bijdrage als volgt: "De arbeidswaardeleer van Marx is in de laatste twintig jaar (opnieuw) onder kritiek komen te staan. Dat is nuttig, omdat nieuwe theorie nodig is om de dynamiek van de klassenverhouding te blijven begrijpen en te kunnen bestrijden. Bovendien is het onvermijdelijk en passend in de marxistische methode en traditie." Wat is dit voor abacadabra? Over welke soorten "kritiek" hebben we het hier? Waarom is die "nuttig" en waarom is "nieuwe theorie" nodig? Waarom is dat "onvermijdelijk en passend in de marxistische methode en traditie"? Deze vragen worden helaas niet beantwoord.

Sjarrel geeft de opvattingen van Claus Offe kort weer en die komen er op neer dat de marxistische arbeidswaardeleer niet meer geldig zou zijn ("uit de mode is geraakt"), omdat de objectieve en de subjectieve plaats van de arbeid in onze maatschappij intussen drastisch veranderd zouden zijn. (Ik heb niet gecontroleerd of Sjarrel de meningen van Offe correct weergeeft, dat neem ik dus maar aan.)
Die 'subjectieve' plaats van de arbeid speelt sowieso een andere rol in de arbeidswaardeleer dan de 'objectieve'. Dat betekent niet dat dit geen factor van belang is en niets te maken zou hebben met de objectieve plaats van de arbeid, maar dat is een andere kwestie. Objectief kunnen we in ieder geval vaststellen dat zowel het kapitaal als de arbeidersklasse sinds de tijd van Marx in meerdere opzichten onvoorstelbaar gegroeid zijn. Meer dan ooit kan onze verklaring van de huidige wereld uitgaan van "Gesellschaften, in welchen kapitalistische Produktionsweise herrscht", waarover Marx spreekt in de eerste zin van Het Kapitaal. De stelling van Offe "dat mensen zich kunnen onttrekken aan het door het kapitaal georganiseerde en gestructureerde arbeidsproces", gaat voor miljarden mensen in ieder geval niet op.

Overigens, het merkwaardige aan allerlei theorieën die beweren dat het marxisme misschien wel eens van waarde was voor de analyse en verandering van deze maatschappij, maar nu niet meer, is dat er nooit een duidelijk beargumenteerd historisch omslagpunt gegeven wordt.

Gegoochel

Sjarrel goochelt met de begrippen "productieve arbeid", "dienstenarbeid" en "reproductieve arbeid". Hij spreekt bijvoorbeeld van "arbeid die we traditioneel productief noemen, de arbeid die gebruiksartikelen voortbrengt". Dit is ook "nuttige" arbeid. Bij Marx is in zijn analyse van het kapitalisme productieve arbeid echter meerwaardeproducerende arbeid en dat is heel iets anders. Het is waar: productieve arbeid produceert waren en waren hebben een gebruikswaarde, een zeker 'nut'. Maar Marx schrijft duidelijk: "Als Bilderin von Gebrauchswerten, als nützliche Arbeit, ist die Arbeit daher eine von allen Gesellschaftsformen unabhängige Existenzbedingung des Menschen (…)." Het gaat in het kapitalisme niet om de productie van 'nuttige' dingen, maar om de productie van meerwaarde.
De waar is weliswaar een ding "das durch seine Eigenschaften menschliche Bedürfnisse irgendeiner Art befriedigt" - daarom spreekt Marx van nützliche Arbeit - maar dat is nou niet precies hetzelfde als wat Sjarrel of ik in het dagelijks spraakgebruik onder 'nuttig' zouden verstaan. Een waar als een onder kapitalistische voorwaarden geproduceerde gevechtshelikopter heeft zeker een gebruikswaarde en een 'nut' voor Bush of Bos of Balkenende, maar die zouden wij in hun handen toch bepaald niet 'nuttig' noemen. Vraag dat maar aan die arme Irakezen of Afghanen.

Gelukkig zijn de - niet zo logische - conclusies van Sjarrel over het blijvende belang van het begrip klassen en over de marxistische arbeidswaardeleer als "onvervangbaar theoretisch raamwerk om de sociale orde te begrijpen waaraan we proberen te ontsnappen en die het kapitaal juist probeert in stand te houden", weer bemoedigend.