Financiële puinhoop, geen kwestie van geld

Geen versus valse herinneringen

Hans Boot1

"Ik probeer sneller te zijn dan mijn eigen hersenen", zei Hugo Claus in een interview bijna vier jaar voor zijn zelfbepaalde dood. Van vrienden - A en B - die een vergelijkbare hersenziekte doormaken, hoorde ik: "de ellendigste herinneringen zijn het taaist" en "de gaten in mijn geheugen probeer ik te vullen met herinneringen". Misschien wat ongepast, maar de laatste uitspraak laat me niet los bij de rijen crisisexperts die hun geheugen voorzien van valse herinneringen.

De observatie van Claus is indrukwekkend. Zijn hersenen vergeten zo snel dat hij ze vóór wil zijn om te onthouden wat hij al weet. A merkte dat vroeger veel dichter bij was dan wat hij wist van twee minuten geleden en beproefde daarna zijn herinneringen die hij, naar eigen zeggen, vervelend selectief had opgeslagen. B, bij haar wil ik wat langer stilstaan, vertelde me over het interview met Claus en sprak over haar hoofd van gatenkaas dat oude herinneringen koesterde.

Geen plattegrond

Het leven van B is in een paar jaar drastisch veranderd. Van de bezigheden lezen, muziek luisteren, interviewen, schrijven en lopen, resteerde de laatste. En dat bleven kilometers, steeds dwarser door de stad. Ze werd letterlijk en figuurlijk onnavolgbaar, zonder enige plattegrond en leeft nu 'besloten'.
Eerst leek het een rommelig gebrek aan concentratie en volgden bedachtzaamheid en bezinning op een onrustig gezoek naar een aantekening, boek of adres. En andersom. Het geheugen, die merkwaardige mix van passieve en actieve hersenactiviteit, van ongrijpbaarheid en grijpbaarheid, werd dan onderwerp van gesprek. De blik op de wereld bleef zelfbewust en kritisch als voorheen, maar de onrust kreeg steeds meer gezelschap van onzekerheid. Over een betaling of een afspraak, maar ook over de deurbel, de huissleutel en de portemonnee. Af en toe gingen twijfels over in wantrouwen, ook tegenover de naasten. Onbestaande geluiden werden gehoord en alledaagse handelingen nagelaten.
Gelachen is er ook. Op de steeds terugkerende vraag, vaak na een nog niet pijnlijke stilte, "hoe is het met de kinderen", probeerde ik variërend te reageren. Twee keer gaf ik slordig hetzelfde antwoord en kreeg te horen "dat heb je net ook gezegd". Toen ik in de lach schoot, lachten we samen en werd mij gevraagd waarom. Na een periode van bedroefdheid en wanhoop kwam langzaam een wat doffe berusting.

Geen kwestie van geld

Juist de ervaringen met B maken me overgevoelig voor de bekeerde lofzangers van het woeste neoliberalisme. Schaamteloos nemen ze afstand van wat ze altijd gepredikt hebben en spreken van 'casinokapitalisme' alsof ze hun fundamentele kritiek in herinnering willen brengen. En als ze niet tot de bekeerlingen behoren, hebben ze als kaartleggers al jaren gewaarschuwd voor het 'giftige afval' dat de economie aan het verzieken was. Anderen wassen hun handen in onschuld door te beweren dat 'iedereen' schuldig is en geprofiteerd heeft.
Hun leugenachtige omgang met het verleden steekt schril af tegen de onbeholpen zoektocht naar wat ooit in de geheugengaten zat. De huichelarij met verzonnen herinneringen om hun toekomst veilig te stellen, is tragischer dan een leven zonder heden. Wie steeds minder weet, heeft minder te verbergen. Wie veel te verbergen heeft, suggereert veel te weten en vervangt feiten door ideologie.

Zoals menswaardigheid niet te koop is, laat staan te privatiseren, is de financiële puinhoop geen kwestie van geld, laat staan te nationaliseren.


1 Eerder geplaatst op: www.konfrontatie.nl (terug)