Brochure "het krediet verloren"- Voorwoord 1
Methadoneconomie
Paul Benschop 2
In november 2009 publiceert het Centraal Bureau voor de Statistiek het goednieuwsbericht dat de Nederlandse economie in het derde kwartaal van dat jaar met 0,4 procent is gegroeid ten opzichte van het kwartaal ervoor. De Nederlandse burger kan opgelucht adem halen, de recessie is nu officieel voorbij.
Of ligt de werkelijkheid achter deze statistische realiteit toch gecompliceerder? Dat de Nederlandse economie met nog geen half procent groeit heeft vrij weinig te betekenen. Als je maar hard en diep genoeg valt, dan voelt iedere poging tot opkrabbelen als een overwinning.
Duizenden miljarden
Waar de website van het Ministerie van Financiën nog spreekt over een "turbulente periode op de internationale financiële markten", neemt Nout Wellink, president van De Nederlandse Bank, grotere woorden in de mond. Begin februari 2010 wordt hij gehoord door de parlementaire onderzoekscommissie De Wit en neemt daarbij de term 'systeemcrisis' in de mond. Dat is niet de eerste keer. In november 2009 sprak Wellink over "de systeemcrisis in het bankwezen die de wereldwijde economische crisis veroorzaakte". Termen als 'systeemcrisis' en 'wereldwijde economische crisis'' plaatsen berichten over een opleving alweer in ander perspectief dan sussende woorden over 'een turbulente periode'.
Wereldwijd worden bankiers, toezichthouders en politici door de publieke opinie aangewezen als hoofdschuldigen van de huidige crisis. Toch zijn het deze mensen die de oorzaak van de crisis mogen onderzoeken om de problemen vervolgens zelf te herstellen. De resultaten liegen er niet om. De Nederlandse overheid heeft volgens eigen cijfers 80 miljard euro nodig gehad "in verband met de ondersteuning van de financiële sector". Daarnaast pompt de overheid - volgens een voorzichtige raming - via talloze garantiestellingen, investerings- en stimuleringsmaatregelen nog eens 17 miljard euro in de Nederlandse economie. Wereldwijd gaat het om duizenden miljarden euro's die door overheden naar de particuliere sector worden overgeheveld. Topaccountant en oud vice-voorzitter van de Wereldbank, Jules Muis, karakteriseert de huidige situatie terecht als "een methadoneconomie". Ondanks de riante dosis bedraagt de economische groei slechts 0,4 procent en is er geen enkele sprake van een door consumenten gedragen herstel.
De hebzuchtige consument
Wouter Bos schrijft eind 2008, als gast in het televisieprogramma De Wereld Draait Door, de crisis mede toe aan de hebzucht van de consument. "Doordat consumenten steeds meer willen, aan hypotheek, aan rendement, hebben ze de banken verleid tot wat ze gedaan hebben", aldus de oud-minister van financiën. Toch liggen ook banken als ING en ABN AMRO aan een stevig overheidsinfuus. Niet bepaald banken die bekend staan om hun hoge rentepercentages.
Waar voormalig topbankier Rijkman Groenink na zijn vertrek bij ABN AMRO een vertrekregeling kreeg bestaande uit 22 maandsalarissen, een bonus van 4,3 miljoen, een bonus van 1,4 miljoen over 2007 en een optie- en aandelenpakket van vele miljoenen, wordt de gemiddelde consument met een betaalrekening afgescheept met digitale rentepunten inwisselbaar voor een broodrooster of een stapeltje theedoeken. Niet bepaald symbolen van hebzucht. En een bank als Icesave die wel klanten lokte met hoge rente percentages, beschikte over een bankvergunning van De Nederlandse Bank. Bos kan burgers toch moeilijk hebzucht verwijten, wanneer ze vertrouwen op het oordeel van de Nederlandse overheid?
Het is niet de consument die verantwoordelijk was of is voor de beleidsplannen en strategieën van de financiële sector. Dat zijn nog altijd de mensen die nu hun straatje schoon vegen. Dat banken als Icesave via hogere rentestanden klanten proberen te lokken, dát heet nu vrije marktwerking en is een essentieel onderdeel van het kapitalistische economische systeem; een systeem waarvan bankiers, ministers en toezichthouders tot de grootste propagandisten behoren.
Politici en bankiers die eveneens op het standpunt staan van 'de hebzucht van de consument' mogen graag naar de situatie in de Verenigde Staten verwijzen. Het zou de hebzucht van de consument zijn die alles maar op afbetaling kocht en hypotheken afsloot die ze niet meer kon terugbetalen. Toch zijn het banken die deze leningen en hypotheken verstrekten.
Van loondaling naar schuldenlast
Nog maar enkele jaren terug bedroeg het wettelijk minimumuurloon in de Verenigde Staten omgerekend 3,98 euro. In de periode 1996-2006 is daar het wettelijke minimumuurloon niet gestegen. Gecorrigeerd voor inflatie betekent dit een koopkrachtverlies van 20 procent! Hiermee kwam het koopkrachtpeil van mensen met een minimumloon op het laagste punt sinds vijftig jaar. Het aantal mensen wat naast hun fulltime baan een extra parttime baan nodig heeft om rond te komen, neemt alleen maar toe. Exemplarisch zijn de beschrijvingen van deze werkende armen in het boek De achterkant van de Amerikaanse droom van Barbara Ehrenreich.
In deze context is het niet vreemd dat mensen in de Verenigde Staten leningen en hypotheken aangaan die ze eigenlijk niet kunnen terugbetalen. Niet alleen is het voor veel mensen de enige manier om bijvoorbeeld een auto aan te schaffen die nodig is om naar het werk te gaan. Ook is het afsluiten van een (tweede) hypotheek vaak de enige manier om ziekenhuisrekeningen te betalen of kinderen te laten studeren.
Het weekblad De Groene Amsterdammer karakteriseert de situatie in het hoofdcommentaar op 12 augustus 2009 als volgt: "Precieze cijfers ontbreken, maar de kredietcrisis zou achteraf gezien wel eens de grootste vermogensoverdracht in de geschiedenis kunnen zijn. Van onder naar boven, wel te verstaan". Een pijnlijke, maar terechte constatering. De schuldenlast van de financiële sector, alle private ondernemingen, wordt zonder blikken of blozen overgeheveld naar de belastingbetaler. Volgens overheden gaat het hier om noodzakelijke maatregelen waar iedereen baat bij heeft. Toch zal de rekening een keer betaald moeten worden. Het overeind houden van financiële instellingen wordt betaald uit nieuwe leningen die, inclusief rente, uit algemene middelen afbetaald moeten worden. De regering Balkenende laat ambtenaren onderzoeken hoe er 30 miljard per jaar bezuinigd kan worden. De rekening moet toch betaald worden. Het ligt in de lijn der verwachting dat de 30 miljard niet wordt opgebracht uit bezuinigingen op het salaris van de ministers, fiscale voordeeltjes voor multinationale ondernemingen, hypotheekrenteaftrek, invoering van de fiscalisering van de AOW of andere maatregelen die mensen in loondienst, kleine zelfstandigen, studenten of werklozen ontzien.
Democratisering economie
De huidige crisis is een gevolg van tegenstrijdigheden die onmiskenbaar verbonden zijn met de vrije markt economie. Werkgevers willen zoveel mogelijk winst maken en loonkosten zijn hierbij een kostenpost. Vandaar de neoliberale mantra's over loonmatiging. Deze loonmatiging betekend tegelijkertijd dat de consumentenbesteding achterblijft bij de productiegroei. Ondanks miljarden investeringen in 'branding' en 'advertising' lijdt dit tot een situatie waarbij de markt producten creëert waar geen vraag naar is, waardoor investeringen in de reële economie onrendabel worden. Omdat productieve investeringen niet meer lonen, investeren kapitaalbezitters liever in de financiële sector die daardoor explosief groeide.
De huidige crisis is te belangrijk om aan politici of bankiers over te laten. Oplossingen liggen niet in het aanleggen van grotere kapitaalreserves of het veranderen van de poppetjes. Naar onze mening is dit inhoudsloze symboliek. Oplossingen liggen in een economie die gebaseerd is op behoeften van mensen. Van belang zijn hierbij een strijdbare vakbeweging en een brede linkse beweging die strijdt tegen de politiek van loonmatiging en privatisering, maar bovenal strijdt vóór de democratisering van de economie, waarbij mensen op de werkvloer daadwerkelijke zeggenschap hebben over hun eigen arbeid.
1 Brochure "Het krediet verloren", een uitgave van Grenzeloos, tijdschrift voor socialisme.; te bestellen bij: www.grenzeloos.org (terug)
2 Redacteur Grenzeloos. (terug)
|