Welkom
Ingezonden
Solidariteit "ingezonden"

Interview met de laatste voorzitter van de FNV Agnes Jongerius over de Nieuwe Vakbeweging

Over het vak, dichter bij de mensen

De FNV nam in haar elektronische Nieuwsbrief - Ezine, 16 december 2011 - en interview op met voorzitter Agnes Jongerius. Informatie uit de eerste hand die een aanvulling is op de schaarse berichtgeving over de Nieuwe Vakbeweging die na de besluiten van de negentien bondsvoorzitters in Dalfsen - 3 december 2011 - naar buiten kwam.

"Opgelucht" zei je direct na Dalfsen. Hoe voelt het nu?

Ik ben enorm opgelucht dat de kogel door de kerk is. Dit is een absolute doorbraak: de vakbeweging gaat zich echt vernieuwen en zet de deur ook open voor andere dan FNV-bonden. Daar mogen we allemaal trots op zijn.

Waarom is nu wel gelukt wat je voorgangers André Kloos in 1968 met zijn plan voor een ongedeeld NVV en Hans Pont in 1986 met zijn plan "De FNV over veertien jaar" niet is gelukt?

Misschien is het een kwestie geweest van 'de tijd is rijp'? Wie zal het zeggen. Wat ik wel weet, is dat er overal om ons heen steeds meer organisaties worstelen met de vraag hoe te reageren op een sterk veranderde samenleving. Mensen zijn heel anders nu dan veertig jaar geleden. Toen was het heel gewoon als je op je zestiende bij een baas ging werken. Nu zijn er steeds meer mensen die in veertig jaar tijd voor evenzoveel werkgevers werken. Je daar op aanpassen vergt een hoop. In de loop der tijd is er steeds meer diversiteit gekomen en daardoor is tegelijkertijd het gevoel van de noodzaak tot vernieuwing ook gekomen.

Een columnist in de Volkskrant riep in een kop de vraag op "Helpt een ander merk de bond er bovenop?" Geef eens antwoord op die vraag.

Een andere naam zonder enige verandering is natuurlijk funest. Nee, er zal flink wat moeten veranderen, willen wij een nieuwe naam waar kunnen maken. En daar heb ik alle vertrouwen in. Het is in Dalfsen overduidelijk geworden dat bij alle leiders van de negentien bonden de urgentie om tot vernieuwing te komen tot in de vingertoppen gevoeld wordt. We gaan de organisatie anders inrichten en de werkwijze meer aanpassen op de wensen van de leden.

Waarom is het eigenlijk nodig om iets te veranderen?

Omdat de organisatiegraad daalt, omdat het ons niet goed lukt jongeren aan ons te binden. Omdat de samenleving verandert en wij mee moeten veranderen om onze leden goed te kunnen helpen.

Je wilt de Nieuwe Vakbeweging organiseren dichterbij de werkende mensen. Leg dat eens uit.

We willen graag dat de nieuwe vakbeweging de leden naast het 'gewone vakbondswerk' extra zaken gaat leveren op het gebied van de inhoud van het werk dat ze doen. Dat leg ik graag uit aan de hand van wat voorbeelden.
Bij de Algemene Onderwijsbond AOb bijvoorbeeld doen ze eigenlijk al precies wat we straks zouden willen zien bij alle kleinere eenheden die onderdeel gaan uitmaken van de nieuwe vakbeweging. Voor leerkrachten in spe die hun opleiding aan de PABO doen, is er een speciale website waar ze vragen kunnen stellen aan elkaar en aan onderwijzers die het vak al langer doen. Dat biedt veel meerwaarde voor de leden. Maar er wordt natuurlijk ook nog gewoon onderhandeld met de werkgever, de minister van Onderwijs, over de hoogte van het loon van volgend jaar.
De Nederlandse Politiebond praat namens de politieagenten op centraal niveau mee over de aanschaf van een nieuw dienstwapen. Ook deze bond is dus nauw betrokken bij de inhoud van het vak van haar leden.
En tot slot noem ik graag de kersverse 'bond' FNV Schoonmaak. Dat is formeel geen zelfstandige bond, maar binnen FNV Bondgenoten is ruimte gemaakt om alle schoonmakers bijeen te brengen en hun specifieke behoeftes in kaart te brengen. Dat heeft tot een groot succes geleid. De schoonmakers doen hun werk niet meer in de schaduw, maar hebben een stap naar voren gezet en om respect en een hoger loon gevraagd, en gekregen.

Hoe groot acht je de kans dat de megafusie van Bondgenoten, Abvakabo en Bouw alsnog doorgaat? En dat voor die Nieuwe Vakbeweging alleen de middelgrote en kleine bonden overblijven?

We hebben met negentien voorzitters van negentien bonden afgesproken dat we een nieuwe organisatie gaan oprichten, die als werktitel de Nieuwe Vakbeweging heeft meegekregen. Dus ook Bondgenoten, Abvakabo en Bouw. Zij treden dus straks als de leden daar mee instemmen ook toe tot de nieuwe organisatie. Wel hebben ze aangegeven dat de initiatieven tot samenwerking waarover ze al in gesprek waren, zoals "Op de bouwplaats" van Bondgenoten en Bouw, verder ontwikkeld worden. En dat is ook zeker de bedoeling. Dat dwarsverbanden waarin nauw samengewerkt wordt ook in de nieuwe organisatie terug te vinden zijn.

Als het goed is krijg je straks dus tientallen kleine bonden, georganiseerd naar sector of beroepsgroep. De grote bonden zullen zich dus moeten opheffen. Is het realistisch te verwachten dat ze dat echt zullen doen?

Ik kan mij niet voorstellen dat er echt veel mensen zijn die niet mee willen in de vernieuwing die wij voorstaan. De leden hebben recht op een vakbeweging die bij de veranderende samenleving past. Een vakbeweging die herkenbaar, kleinschalig en betrokken is bij de werkvloer. De leden hebben recht op meer directe ondersteuning bij het vak dat ze uitoefenen en bij zaken die je altijd al van je vakbond verwachtte.

De nieuwe 'federatieraad' wordt een parlement met 40 of 50 sectorvoorzitters. Zou die in belangrijke dossiers weer met een enkelvoudige meerderheid moeten stemmen, of vind je dat er meer unanimiteit zou moeten zijn (bijv. een tweederde meerderheid)?

We hebben in Dalfsen de eerste belangrijke stappen naar vernieuwing kunnen zetten en we hebben de contouren van een nieuwe organisatie kunnen neerzetten. Over de verdere invulling gaan we onder leiding van de nieuwe commissie van kwartiermakers doorpraten.

Gaat de nieuwe vakbeweging zich toeleggen op actie of op polderen?

Zoals Herman Wijffels het zegt: je moet beide in je gereedschapskoffertje hebben. De nieuwe vakbeweging gaat zich én dichter bij de mensen richten op rechtstreekse ondersteuning op onder meer het inhoudelijke en op de 'gewone' vakbondstaken. Centraal hebben we besloten tot de versterking van de dingen die we gezamenlijk doen. Zo is het de bedoeling dat we straks samen in sectoren waar we nog niet actief zijn nieuwe organisaties kunnen oprichten. De vernieuwing die we voorstaan heeft niets te maken met meer of minder actie dan wel polderen. In de vakbeweging is altijd al een balans van polderen en actie geweest. Soms overheerst het één wat meer, dan weer het ander.

De structuur van de FNV gaat op de schop, maar vereist het ook niet een cultuuromslag?

Onze leden hebben recht op een organisatie die past bij de nieuwe tijd en bij een veranderde samenleving. Ik denk dat wij als belangenbehartiger van werkend, nog niet werkend en niet meer werkend Nederland heel goed in staat zijn om mee te groeien met die samenleving. Dat gaat niet altijd vanzelf en is niet altijd even makkelijk, getuige de afgelopen maanden waarin er veel gedoe is geweest binnen de FNV. Maar de doorbraak is er, de keuze voor vernieuwing is gemaakt en ik kan me niet voorstellen dat iemand bezwaren heeft tegen vernieuwing. Als een samenleving zichzelf kan vernieuwen, kan een vakbeweging dat ook.

Je hebt heel duidelijk een uitnodiging gedaan naar andere dan FNV-bonden om zich aan te sluiten. Waarom zou bijvoorbeeld Jaap Smit van het CNV ja moeten zeggen

Ik vond de eerste reactie van het CNV bij monde van voorzitter Jaap Smit behoorlijk bemoedigend. Blijkbaar sluit onze visie op de diversiteit in de samenleving goed aan bij de gedachtegangen bij onze collega's van CNV. Hij zou ja moeten zeggen omdat we samen sterk staan en samen de diversiteit in de samenleving kunnen laten terugkomen in de ondersteuning aan de werkende, nog niet werkende en niet meer werkende mens.

De FNV was bijna uit elkaar gevallen. Had je het conflict met het pensioenakkoord wel zover moeten laten oplopen?

Het pensioenakkoord was wel de aanleiding, maar was niet de oorzaak van het conflict binnen de FNV. In wezen had het over elk ander, belangrijk onderwerp kunnen gaan. Het pensioenakkoord heeft de problemen in de structuur van de FNV blootgelegd. De democratische besluitvormingsprocedures zijn niet meer van deze tijd, de getrapte democratie is niet meer houdbaar. Het was dus onvermijdelijk, het moest een keer op een vergaande confrontatie uitlopen. En dat moment was nu.
Dat de pensioenen dringend herzien moesten worden was overigens ook onvermijdelijk.

En dat pensioenakkoord. Staat dat nu nog?

Jazeker, het pensioenakkoord staat. Is overeengekomen met werkgevers en kabinet. En een meerderheid in de Tweede Kamer steunt het en heeft er via de PvdA zelfs nog een extra verbetering uit weten te slepen voor de zware beroepen.

We begrijpen dat het oprichtingscongres jouw moment is om afscheid te nemen. Waarom?

Het streven is om nog voor de zomer tot een bijzonder congres te komen waarop de nieuwe vakbeweging, dat is overigens een werktitel, opgericht zou moeten worden. Ik hoop dat we dat gaan halen. Bij een nieuwe organisatie horen nieuwe mensen. Ik geef op het moment dat de nieuwe vakbeweging een feit is met liefde het stokje over aan de volgende generatie. Dan ben ik zeven jaar voorzitter geweest.

Waarom stappen de voorzitter van FNV Bondgenoten Henk van der Kolk en jijzelf allebei op?

Zowel Henk van der Kolk als ikzelf hebben besloten dat wij geen rol meer zullen spelen in de nieuwe organisatie. Normaal zou voor ons allebei pas in 2013 de zittingsperiode eindigen. Ook Henk heeft gezegd: bij een nieuwe organisatie horen nieuwe mensen. Ik zelf vind de oprichting van de nieuwe organisatie een mooi moment om na zeven jaar voorzitterschap het stokje over te geven aan de nieuwe generatie.

Hoe gaan je leven en werken er na de FNV uitzien?

Dat is een goede vraag, waar ik nu nog geen antwoord op heb. Voorlopig ben ik tot het moment dat de nieuwe vakbeweging een feit is gewoon nog voorzitter van de FNV en heb ik het nodige te doen. De eurocrisis en de bezuinigingen van het kabinet zorgen ervoor dat we allemaal de mouwen moeten opstropen om op te komen voor de belangen van onze leden. Want naast de tips over het spaarloon, de vraag om deeltijd-ww en de waarschuwingen voor de oplopende kosten van de kinderopvang, zullen we je ook komend jaar bijstaan om de gevolgen van de bezuinigingen zoveel mogelijk te verzachten.