Discussie over de Nieuwe Vakbeweging - maart 2012
Advies aan kwartiermakers DNV door drie bondsraden
Een afvaardiging uit de bondsraden van AbvaKabo FNV, FNV Bouw en FNV Bondgenoten kwam op 9 maart in Woerden bijeen om een advies voor de kwartiermakers te formuleren. Je leest het hier.
Wat zou de nieuwe DNV moeten worden?
- een sterke vakvereniging van, voor en met mensen (met actieve, krachtige leden sterk worden in de bedrijven),
- een platte organisatie (leden zijn direct betrokken bij het vakbondswerk en de besluitvorming, dus directe zeggenschap),
- organiseert sterke, herkenbare sectoren/beroepsgroepen (schoonmakers, zorg, spoor, metaal, enzovoort),
- is zichtbaar en herkenbaar met vakbondswerk op de werkvloer, (richten op mensen die binnen het bedrijf/de sector werkzaam zijn),
- moet ook als geheel sterk zijn (strategische keuzes maken, in welke sectoren moeten we sterk zijn),
- dient een duidelijke visie en missie te hebben.
Wat willen we behouden?
- organisatie vanuit de leden (dicht bij de leden blijven en echt naar de leden luisteren),
- de grondslag en doelen uit de statuten van FNV en FNV Bondgenoten (kernpunten zijn gelijkwaardigheid van alle mensen, democratie, rechtvaardige verdeling van welvaart, gezamenlijke verantwoordelijkheid. Deze punten zijn veel breder dan waar de vakbond om bekend staat: werk en inkomen),
- de grootte maakt macht (voordeel van een grote bond is dat je meer punten kunt behandelen),
- voeren van CAO-onderhandelingen,
- grootschalig in denken, kleinschalig in uitvoering (kleinschaligheid zorgt voor het contact met leden),
- de bond moet fysiek bereikbaar zijn voor de leden (niet alleen een 0900-nummer),
- bedrijfsledengroepen voor contact met leden,
- vakbondsconsulenten en kaderopleiding (de consulenten ondersteunen de leden),
- FNV heeft een prima organisatie die scholingen uitvoert; dat moet blijven.
Wat willen we graag vernieuwen?
- communicatie met leden en (de fysieke) nabijheid is belangrijk, dit is niet overal goed georganiseerd (FNV Bouw is een voorbeeld, daar zijn betaalde medewerkers en kaderleden die leden te woord staan en vragen beantwoorden),
- de grootte van de overkoepelende bondsorganisatie, (sommige zaken overstijgen de sectoren, de pensioenen, de sociale zekerheid of functies die in verschillende sectoren voorkomen, zoals verpleegkundige of ZZP; dit zouden punten zijn voor een bondsparlement),
- het kleine van de bondsorganisatie: de sectoren (de organisatie van de bond en de nabijheid van de bond voor leden),
- tussen sectoren: het leggen van dwarsverbanden,
- het ondemocratisch handelen van de huidige federatiestructuur,
- bezoldigde bestuurders en kaderleden zouden een groot deel van hun tijd op de werkvloer moeten zijn.
Daaruit volgt:
- bondsparlement,
- sectoren aanpassen aan nieuwe situatie,
- dwarsverbanden kunnen leggen,
- poldermodel: overleg met sectoren en bondsparlement is noodzakelijk (als er gepolderd wordt),
- veel aandacht voor leden: bestuurders en kaderleden op de werkvloer,
- ondersteunende functie behouden.
Voorwaarden voor DNV moeten zijn:
- oprichting van één bond, maar niet ten koste van alles!,
- uitgangspunt is de uitspraak FNV congres 2009, betreffende één FNV,
- de huidige FNV is een federatie, de DNV zal een vereniging worden,
- de nieuwe bond behartigt de belangen van werkenden en niet-werkenden (waarbij samenwerking tussen groepen van de afzonderlijke bonden is gewenst),
- het nieuwe FNV Bestuur (HB) behandelt alleen sector overstijgende en algemeen bindende zaken, in samenwerking met bondsparlement,
- het parlement/congres stelt het beleid vast dat door het HB wordt uitgevoerd (dat wil zeggen: leden bepalen het beleid),
- democratisch gekozen leden in het hoofdbestuur,
- rechtstreeks gekozen bondsparlement,
- onderdelen die goed werken behouden (bijvoorbeeld belastinginvulling, divisie individuele dienstverlening, enzovoort),
- ledeninitiatieven en samenwerking stimuleren,
- organisatie per sector (bedrijfsgroep) met aandacht voor alle sectoren (elke sector organiseert het zelf, waarbij de voorwaarde is: democratisch),
- sterke sectoren waaruit het bondsparlement gekozen wordt,
- alle sectoren moeten zich kunnen terugvinden in het bondsparlement (sector kiest uit eigen gelederen de afgevaardigde),
- dicht bij de leden: denk daarbij ook regioverbanden,
- werkorganisatie ondersteunt de leden en staat ten dienste van hen,
- de bedrijfsgroep uitkeringsgerechtigden dient te blijven bestaan in huidige vorm (geen aansluiting bij ANBO),
- streven naar één ouderengroep (sector ouderen, samenwerking tussen de nu nog afzonderlijke groepen bij de verschillende bonden van de federatie, als de huidige situatie blijft bestaan, wordt het een lappendeken).
Zie: http://www.fnvbondgenoten.nl/nieuws/acties_en_campagnes/van_bond_naar_beweging/advies_aan_kwartiermakers/
|