Discussie over de Nieuwe Vakbeweging - 25 juni 2012
Nieuwe vakbeweging hard nodig
Patrick van Klink en Lot van Baaren 1
Al een aantal jaren was de FNV door interne tegenstellingen min of meer verlamd. Aan de ene kant was er de ontwikkeling naar meer collectieve strijd en activistisch vakbondswerk. Daarmee werd geprobeerd de slachtoffers van de ontsporende markteconomie te organiseren en de dalende organisatiegraad te keren. Symbool hiervan zijn de schoonmakers die strijden voor meer respect. Aan de andere kant was er de tendens zich juist neer te leggen bij en aan te passen aan diezelfde ontwikkelingen. Meer aandacht voor dienstverlening en nieuwe producten, individuele ontplooiing, loopbaanadvies en organisatie van ZZPers.
Met het ondertekenen van de overeenkomst zijn de tegenstellingen niet verdwenen. Daar zitten ze ook veel te diep voor. Te lang heeft de FNV solidariteit onder hun leden te weinig handen en voeten gegeven en zijn groepen tegen elkaar uitgespeeld. Flexwerkers, uitgespeeld tegen zittend vast personeel, zijn het schrijnende voorbeeld. Maar ook het laten uitspelen van jong tegen oud rond het pensioendossier was een grote blunder. En omdat de vakbeweging maar al te vaak de makkelijkste weg koos en bij reorganisaties en verslechteringen op de stoel van regering of werkgever meedacht om zo naar eigen zeggen te redden wat er te redden viel. Een keuze die gebaseerd was op zwak zelfbewustzijn.
Er zijn met de overeenkomst wel een aantal blokkades opgeruimd die mensen die een meer activistische en strijdbare vakbeweging willen in de weg stonden. De federatieraad van 19 vakbondsvoorzitters wordt vervangen door een ledenparlement. De blokkade naar meer centralisatie is gedeeltelijk weg: het idee dat de vakbeweging een federatie van bijna 100 kleine en versplinterde verenigingen van vakgenoten moet worden is van de baan. Abvakabo FNV en FNV Bondgenoten kunnen verder werken aan nauwere samenwerking. Met FNV Bouw en andere bonden die dat willen. De kwartiermakers bepleitten met een oprichtingsakte voor een nieuwe vakbeweging een aanpassing aan de ontwikkeling van de arbeidsmarkt die vooral gekenmerkt moest worden door herkenbare beroepsgerichte eenheden, gevormd door ‘juridisch autonome entiteiten’. Op het laatste moment is dat omgezet in een advies aan het federatiebestuur en de nieuwe vakbeweging. Dat is winst, maar daarmee is die analyse nog niet van tafel..
Inhoudelijk is de discussie niet veel verder gekomen. De kwartiermakers kwamen met een onvolledige en daardoor verkeerde analyse. Herkenbaarheid en aansluiten bij de beleving van mensen is belangrijk maar geen doel op zich. Belangrijk is werkelijke belangenbehartiging en betere arbeidsvoorwaarden en sociale zekerheden voor (ex- of toekomstige) werknemers. Die valt zeker in dit tijdsgewricht alleen af te dwingen door mensen te activeren en gezamenlijk over de grenzen van hun bedrijf en beroep voor hun belangen op te laten komen en zo de vakbeweging verder te versterken. Een sterke en duidelijk collectieve aanpak van gezamenlijke sectoroverstijgende belangen. Dat vereist ook centralisatie: als je de verdediging van je land over laat aan autonome gemeenten, komt er weinig van terecht. Die sterke koepel bovenop de herkenbare beroepsgerichte sectoren is essentieel om de confrontaties van nu en in de toekomst aan te gaan. Bovendien moet die koepel goed gedragen en dus democratisch zijn. De huidige crisis maakt compromissen steeds minder mogelijk. Iedereen is straks vogelvrij als het ontslagrecht van de Kunduz coalitie werkelijkheid wordt. Alle verworvenheden, sociale rechten en publieke voorzieningen zijn door strijd tot stand gekomen. De neoliberale markt is geen weg naar de toekomst, maar een weg terug naar het verleden. Naar een samenleving zonder sociale voorzieningen, aangewezen op de charitas. Een toekomst zonder democratische rechten en zonder vakbeweging. Kijk maar hoe democratisch er tot keiharde bezuinigingen gekozen wordt in Griekenland en Italië. Hoe in Winsconsin de vakbeweging monddood wordt gemaakt.
Om een sociale en duurzame toekomst voor ons en onze kinderen te realiseren is een activistische, zelfbewuste vakbeweging noodzakelijk. Daar zullen we de komende tijd nog keihard aan moeten blijven werken. Vakbondswerk is een zaak van lange adem. De eindelijk gestarte campagne tegen de plannen van Kunduz is een goede kans. Een bewijs dat de verlammingsverschijnselen verminderen.
De nieuwe interim voorzitter, Ton Heerts, stond niet op onze favorietenlijst. We kennen hem nog van zijn medeverantwoordelijkheid voor het terugbrengen van de WW periode van 5 jaar naar maximaal 3 jaar en 2 maanden. Als we de komende tijd gebruik weten te maken van de kansen die er zijn en we met campagnes als tegen het Kunduz akkoord weer nieuw elan en nieuwe energie weten los te maken, zal Ton misschien na een jaar goed interim-voorzitterschap het stokje over kunnen dragen aan een zelfbewuste en strijdbare jonge vrouw, je weet maar nooit. Voorlopig staat de FNV er met minder leden, maar met een democratischer structuur, winst voor de schoonmakers en solidariteit en dus mentaal sterker, beter voor dan twee jaar geleden. Op naar een volgende stap en de volgende overwinning.
Zie ook het interview met Lot en Patrick over de Nieuwe vakbeweging.
|